Nieuw-Guinee en de exploratie der | Page 9

L.A.C.M. Doorman
mijn afwezigheid door den
dokter, die permanent bivak-commandant was. Zij geven in elk geval
voor een vol jaar het betrouwbaar verloop van twee met elkaar
verbandhoudende belangrijke dingen: den regenval en den waterstand.
Wij weten te goed de bezwaren van den regentijd en de moeilijkheden
der bandjirs om niet gaarne gebruik te maken van den gunstigen tijd en
het is een voordeel, dat men thans met juistheid zeggen kan in welke
maanden het reizen in Nieuw-Guinee gemakkelijk en opwekkend is en
in welke maanden men met veel zorg en moeite weinig vorderingen
maakt.
Voor ons was voorloopig de regentijd nog weggelegd: zware wolken
dreven onafgebroken uit het Westen, aan regen geen gebrek; het was
kil en het landaanzicht naargeestig. 's Morgens hingen dikke nevels
over de rivier, welke ten tien ure waren opgetrokken; 's avonds kwamen
veelal sterren door en op den middag af en toe het zonnetje.
Van nu aan wies de rivier steeds en einde Januari vreesde men, dat het
bivak zou onderloopen; gelukkig kwam het niet zoover. De
stroomsnelheid voor Pionierbivak was in Januari 4 à 5 mijl; in

Augustus 2 1/2 à 3 mijl.
De natste en meest moeitevolle maanden zijn van begin November tot
eind Februari; de beste Mei tot September; in dien drogen tijd is het
reizen bepaald een genot en smaakt men elken dag de grootste
voldoening over den afgelegden weg, maar in den regentijd: ho maar!
Dat de natte tijd niet gunstig was voor den gezondheidstoestand is
duidelijk. Toch hadden wij geen ernstige reden tot klagen. Onze
benedenstrooms opgeloopen malaria-infectiën waren door de kinine
weldra overwonnen; het bivak-zelf (heuvelland) was muskietenvrij;
daarna bepaalde het ziekenrapport zich tot de bekende
vrij-van-dienst-gasten en eenige meer hardnekkige koortslijders, die
van tijd tot tijd werden geëvacueerd. Van beri-beri bleven wij
voorloopig verschoond en het totaal aantal lijders daaraan gedurende de
geheele expeditie was gering; over de prophylaxe tegen deze ziekte heb
ik vroeger reeds gesproken. De malaria-prophylaxe was 0.4 gr. kinine
elken 4en en 5en dag.
Was het bivak muskietenvrij, een andere lastige bezoeker moet hier
even vermeld. Dit was een insectje, dat leek op een vlieg en op een bij;
het was wat kleiner dan onze kamervlieg, de wetenschappelijke naam
er van is mij onbekend. Men had twee soorten, donkergele en zwarte.
Zij waren meer dan vervelend. Met het rijzen van de zon kwamen zij
opzetten, snel nam hun aantal toe. Soms waren gezicht en handen
bedekt met dit ongedierte, dat er zonder kwaad te doen rustig overheen
wandelde. Men joeg ze ijverig weg en meestal waren zij dan goed
genoeg om even op te vliegen, doch zetten zich weer op een ander
plekje neer. Waarom sloeg men ze dan niet dood? Omdat ze dan zoo
geweldig vies roken; dit was juist hun veilige bescherming. Een
geduldschepper waren ze; gelukkig kwam de plaag niet alle dagen
voor.
Den 22en December verscheen opnieuw de "Valk", doch voor dien tijd
maakten wij eenige verkenningstochten.
In den omtrek van het bivak hier en daar rondvarende, hadden wij
boven Havik-eiland een linker zij rivier ontdekt. [10] Deze zag er nog

al forsch uit en werd het eerste doel voor een marsch.
De Mamberamo was kalm, we waren (met de twee prauwen) spoedig
aan den mond der zijtak en daar de regenval eenige dagen vrij gering
was geweest, stond er niet veel water in de kleine rivier. Een paar
kilometer konden wij haar met de prauwen nog volgen; daarna werd ze
te ondiep, we stapten uit en trokken de prauwen in het oeverriet, de
glagah.
Nu werd de bedding verder gevolgd.
Grillig en veranderlijk was het landschap als geen ander; we verkenden
de rivier ruim 20 KM., tot het avond werd en bivaktijd; we waren toen
tot een 200 M. gestegen, het laatste gedeelte snel, daar we den
oorsprong naderden en dus tegen de heuvels begonnen op te kruipen.
Hoe hooger men kwam, hoe schilderachtiger. Frisch, helder water
leschte den dorst en koelde het voorhoofd; het was voor mij een
verrukkelijke tocht en een heerlijke lichaamsbeweging na de lange
dagen van rust. Het nut? Wij brachten een riviertje mede en eenige
aangepeilde toppen. Nut hadden we gehad, als we hier den hoogen
scherpen top beklommen hadden en van dien af het landschap
aangepeild; doch eerstens waren we daar niet voor uitgerust en
tweedens was die royale wijze van werken nog niet voldoende tot mij
doorgedrongen; reeds in den aanvang [11] heb ik gezegd, dat men
exploreeren leeren moet en er is tijd voor noodig om te komen tot het
onderscheiden van zeer nuttig en minder nuttig werk.
Ten 5 uur bivak gemaakt, ten 6 uur na de genietingen van een frisch
bad, schoone kleeren en een kroes chocolade in de beste stemming.
Zelden heb ik zoo'n opgewekten bivakavond meegemaakt; het weer
was fraai, de lucht helder; het geruisch van het water, het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 58
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.