Mythen Legenden van Japan

F. Hadland Davis
Mythen & Legenden van Japan

Project Gutenberg's Mythen & Legenden van Japan, by F. Hadland Davis This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Mythen & Legenden van Japan
Author: F. Hadland Davis
Illustrator: Evelyn Paul
Translator: B. C. Goudsmit
Release Date: June 12, 2005 [EBook #16043]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK MYTHEN & LEGENDEN VAN JAPAN ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Distributed Proofreaders Team

Mythen & Legenden van Japan
Door
F. Hadland Davis
Voor Nederland bewerkt door Dr B.C. Goudsmit

Inhoud.
Inleiding I. Het tijdperk der goden II. Helden en Krijgslieden III. De Bamboesnijder en het maanmeisje IV. Legenden omtrent Buddha V. Legenden omtrent vossen VI. Jizo, de god van Kinderen VII. De Legende in de Japansche Kunst VIII. De Gelieven, die elkander alleen bij helderen hemel bezoeken, en het kleed van veeren IX. Legenden van den berg Fuji X. Klokken XI. Yuki-Onna, de Sneeuwvrouw XII. Bloemen en Tuinen XIII. Boomen XIV. Spiegels XV. Kwannon en Benten. Daikoku, Ebisu en Hotei XVI. Poppen en Vlinders XVII. Feestdagen XVIII. De Lantaarn met Pioenrozen XIX. Kobo Daishi, Nichiren en Shodo Shonin XX. Waaiers XXI. Donder XXII. Dierenlegenden XXIII. Legenden omtrent Vogels en Insecten XXIV. Over thee XXV. Legenden uit de Spokenwereld XXVI. Drie Meisjes XXVII. Legenden van de Zee XXVIII. Bijgeloof XXIX. Bovennatuurlijke Wezens XXX. De Gedaanteverwisseling van Issunboshi, en Kintaro, de gouden knaap XXXI. Legenden van verschillenden aard Goden en Godinnen Register der eigennamen

INLEIDING.
Pierre Loti in _Madame Chrysanthème_, Gilbert en Sullivan in De Mikado, en Sir Edwin Arnold in _Zee?n en Landen_, hebben ons vroeger den indruk gegeven, dat Japan een echt sprookjesland in het Verre Oosten was. Wij verheugden ons in de liefelijkheid en vreemdheid van dat land, en nog meer in de liefelijkheid en vreemdheid van het Japansche volk. Wij lachten om hun averechtsche gebruiken, beschouwen de Japansche vrouw in haar rijk gekleurde Kimono als iets zeer bekoorlijks en betooverends, en hadden een vaag begrip, dat de voornaamste kenmerken van Nippon de theehuizen en de _geisha's_ waren. Voor twintig jaar vatten wij Japan niet ernstig op. Nog altijd luisteren wij naar de zoetvloeiende muziek van De Mikado, maar wij beschouwen Japan nu niet langer als een soort van artistiek fantasieartikel. Het Land van de Rijzende Zon is het Land der Verrezen Zon geworden, immers wij hebben geleerd, dat zijn vreemdheid, zijn feeachtige manieren en gewoonten niets waren dan de uiterlijke teekenen van een groote, voorwaartsschrijdende natie. Wij erkennen in onze dagen Japan als een groote macht in het Oosten, en de overwinning, door dat rijk op Rusland behaald, heeft zijn leger en zijn vloot over de geheele wereld beroemd gemaakt.
De Japanners zijn altijd een nabootsende natie geweest, die gemakkelijk den godsdienst, de kunst en het maatschappelijk leven van China in zich heeft opgenomen en tot eigen voordeel gebruikt, en die, na haar eigen nationalen stempel te hebben gedrukt op datgene, wat zij aan het Hemelsche Rijk heeft ontleend, naar elders heeft uitgezien om materiaal te verkrijgen, waardoor zij haar positie kon versterken en vooruitbrengen. Die gave der nabootsing is één der meest karakteristieke eigenschappen van Japan. Steeds zijn de Japanners afkeerig geweest, om anderen inlichtingen te geven, maar ten allen tijde stonden zij gereed, te trachten zich iederen vorm van kennis te veroveren, die kon bijdragen tot hun vooruitgang. In de veertiende eeuw schreef Kenko in zijn _Tsure-dzure-gusa_: "Niets opent de oogen meer dan reizen, onverschillig waarheen", en de Japanner der twintigste eeuw heeft dien uitnemenden raad opgevolgd. Hij heeft wijd en zijd gereisd, en heeft een uitnemend gebruik gemaakt van zijn verschillende opmerkingen. De gave der nabootsing grenst bij den Japanner aan genie. Oost en West hebben tot de grootheid van het land bijgedragen, en het is voor menigeen onzer een reden tot groote verbazing, dat een land, dat zoolang ge?soleerd heeft gestaan en zoovele jaren in de boeien van het leenstelsel geklonken is geweest, binnen een betrekkelijk korte tijdsruimte ons Westersch stelsel van oorlogvoeren volkomen meester is geworden en evenzeer zich vele van onze ethische en sociale denkbeelden heeft eigen gemaakt en een wereldmacht is geworden. Maar de groote ontwikkeling van Japan moet niet geheel en al worden toegeschreven aan verstandige nabootsing, noch heeft het land zijn plaats in de voorste rij der volken met zulk een bliksemsnelheid ingenomen, als sommige schrijvers over Japan ons zouden willen doen gelooven.
Wij hooren tegenwoordig heel wat over het Nieuwe Japan, en zijn veel te veel geneigd, de beteekenis van het Oude Japan te vergeten, waarop dan toch het tegenwoordige stelsel gegrondvest is. Japan heeft van Engeland, Duitschland en Amerika de geheele tegenwoordige oorlogstactiek geleerd. Het schafte zich een uitnemend leger en een krachtige vloot aan, op Westersche beginselen
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 146
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.