Max Havelaar | Page 8

Multatuli
een groot pak. Ik zal u den
brief laten lezen:
_Waarde Droogstoppel!_
Ik vind dat hy wel had kunnen zeggen: Weledele Heer Droogstoppel,
omdat ik makelaar ben.
_Ik ben gisteren ten-uwent geweest met het doel u een verzoek te doen.
Ik geloof dat gy in goede omstandigheden verkeert_ ...
Dit is waar: we zyn met ons dertienen op 't kantoor.
..._en ik wenschte gebruik te maken van uw krediet, om een zaak
tot-stand te brengen, die voor my van groot gewicht is_.
Zou men niet denken dat het om een order op de voorjaarsveiling te
doen was?
_Door velerlei omstandigheden ben ik op 't oogenblik eenigszins om
geld verlegen_.
Eenigszins? Hy had geen hemd aan. Dat noemt hy eenigszins!
_Ik kan myn lieve vrouw niet alles geven wat tot veraangenaming des
levens noodig is, en ook de opvoeding myner kinderen is, uit een
geldelyk oog, niet zooals ik wenschen zou_.
Veraangenaming des levens? Opvoeding van de kinderen? Meent ge
dat hy voor zyn vrouw een loge in de Opera huren wilde, en zyn
kinderen op een instituut doen te Geneve? 't Was najaar, en vry koud ...
welnu, hy woonde op een vliering, zonder vuur. Toen ik dien brief
ontving, wist ik dit niet, maar later ben ik by hem geweest, en thans
nog ben ik verstoord over den zotten toon van zyn geschryf. Wat
drommel, wie arm is, kan zeggen dat hy arm is! Armen moeten er zyn,
dit is noodig in de maatschappy, en 't is Gods wil. Als hy maar geen
aalmoes vraagt, en niemand lastig valt, heb ik er volstrekt niet tegen dat

hy arm is, maar die opsiering van de zaak komt niet te-pas. Luister
verder:
_Daar op my de verplichting rust, in de behoeften der mynen te
voorzien, heb ik besloten een talent aantewenden, dat, naar ik geloof,
my gegeven is. Ik ben dichter_ ...
Poeh! Ge weet, lezer, hoe ik en alle verstandige menschen daarover
denken.
... _en schryver. Sedert myn kindsheid drukte ik myn aandoeningen in
verzen uit, en ook later schreef ik dagelyks neder wat er omging in myn
ziel. Ik geloof dat er onder dat alles eenige opstellen zyn, die waarde
hebben, en ik zoek daarvoor een uitgever. Maar dit is juist het
moeielyke. Het publiek kent my niet, en de uitgevers beoordeelen de
werken meer naar den gevestigden naam van den schryver, dan naar
den inhoud_.
Juist zooals wy de koffi naar de renommee van de merken. Wel zeker!
Hoe anders?
_Als ik dus mag aannemen dat myn werk niet geheel zonder verdienste
is, zou dat toch eerst na de uitgave blyken, en de boekhandelaars
vragen de betaling van drukloon, enz. vooruit_ ...
Daar hebben ze groot gelyk in.
... _wat my op die oogenblik niet gelegen komt. Daar ik evenwel
overtuigd ben dat myn arbeid de kosten dekken zou, en gerust daarop
myn woord durf verpanden, ben ik, aangemoedigd door onze
ontmoeting van voorgisteren_....
Dat noemt hy aanmoedigen!
... _tot het besluit gekomen u te vragen of ge voor my by een
boekhandelaar zoudt willen borg-staan voor de kosten eener eerste
uitgave, al ware het slechts van een klein boekdeeltje. Ik laat de keus
van die eerste proeve geheel aan u over. In het pak dat hiernevens gaat,

zult ge vele handschriften vinden, en daaruit zien dat ik veel gedacht,
gewerkt en bygewoond heb_ ...
Ik heb nooit gehoord dat hy zaken deed.
... _en als de gaaf van wel zeggen me niet geheel-en-al ontbreekt, is het
gewis niet door gebrek aan_ indrukken, dat ik niet slagen zou.
_In afwachting van een vriendelyk antwoord, noem ik my uw ouden
schoolmakker_ ...
En zyn naam stond er onder. Maar dien verzwyg ik, omdat ik er niet
van houd, iemand in opspraak te brengen.
Waarde lezer, ge begrypt hoe gek ik stond te kyken, toen men my daar
zoo op-eens wilde verheffen tot makelaar in verzen. Ik ben zeker dat
die Sjaalman--zoo zal ik hem maar blyven noemen--als de man me
by-dag had gezien, zich met zulk een verzoek niet tot my zou gewend
hebben. Want deftigheid en fatsoen laten zich niet verbergen. Maar 't
was avend, en ik trek het me dus niet aan.
Het spreekt vanzelf dat ik van die gekheid niets weten wilde. Ik zou het
pak door Frits hebben laten terugbrengen, maar ik wist zyn adres niet,
en hy liet niets van zich hooren. Ik dacht dat hy ziek was, of dood, of
zoo-iets.
De vorige week was er krans by de Rosemeyers, die in suiker doen.
Frits was voor het eerst meegegaan. Hy is zestien jaar, en ik vind het
goed dat een jong mensch in de wereld komt. Anders loopt hy naar de
Westermarkt of zulke dingen. De meisjes hadden piano gespeeld en
gezongen, en by 't dessert plaagden ze elkaar met iets dat in de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 159
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.