Majoor Frans | Page 8

Anna Louisa Geertruida Bosboom-Toussaint
en daarna heb ik geen dag, geen uur meer te
verliezen, om de laatste aanstalten te maken voor mijne groote reis."
"Van welke groote reis spreekt gij?"
"'t Is waar ook, wij hadden het zoo druk met uwe zaken, dat ik vergat u
van de mijne te vertellen. Als gij mij niet uitgenoodigd hadt bij u te
komen, zou ik u toch morgen in den loop van den dag eens opgezocht
hebben om u mede te deelen wat mij is overkomen...."
"Toch geen kwaad?" vroeg Leopold, hem ernstig aanziende.
"Neen, neen! ontstel maar niet. Gij zijt niet de eenige wien de fortuin
toelacht. Mij is het aanbod gedaan door den nieuw benoemden
Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, om hem als particulier
secretaris te vergezellen. Behalve het aanzienlijk jaargeld dat hij mij
biedt en de uitnemende gelegenheid om op de meest comfortable wijze
den overtocht naar Java te doen, dat ik altijd verlangd heb te leeren
kennen, zijn de vooruitzichten, die dáár voor mijne toekomst geopend
worden, zoo verlokkend, dat ik aan de verzoeking geen weerstand heb
kunnen bieden, en veel liever dan in mijne provinciestad te blijven
wachten op schrale processen, of naar de eene of andere rechterlijke
betrekking,--mij voor een jaar of wat expatrieer, om eenmaal terug te
keeren in al de wichtigheid van een Oosterschen nabob," eindigde hij
met eene poging tot scherts, die blijkbaar niet van harte ging, want geen

vroolijke glimlach verhelderde zijn, gelaat bij die schoone voorstelling.
"Ik kan u geen ongelijk geven," hernam Leopold, die ook zijn best deed
om zich goed te houden, schoon het hem even slecht gelukte, want zijn
verbleeken reeds verried hem, "maar toch, het spijt mij; ik kan u niet
zeggen hoe het mij ook spijt, dat gij heengaat, juist nu ik in de
gelegenheid zou zijn, uw leven als het mijne te veraangenamen. Denk
toch eens, Willem! Ik krijg bosschen en heidegronden in mijn bezit, en
gij, die zooveel van jagen houdt...."
"Ik zal nu maar wachten tot ik de groote tijgerjachten op Insulinde
bijwoon...."
"En hebt ge waarlijk nog maar zóó weinig tijd voor u, eer we voor goed
afscheid nemen?" viel Leopold in, met eene zachte stem, waaruit zijne
aandoening sprak.
"Wat zal ik je zeggen! Zijne Excellentie heeft besloten met den eersten
mail te gaan, die half April vertrekt. Wij moeten dus zorgen tijdig te
Marseille te zijn, en met alles wat er nog te schikken en te regelen valt,
ziet gij wel dat er niet veel tijd voor vriendschapsdiensten meer
overblijft."
"Hoe komt die Gouverneur-Generaal er toch toe, om juist u voor dat
baantje uittekippen?" vroeg Leopold verdrietelijk.
"Dat is licht te verklaren. Hij is wat aan mijne familie geparenteerd,
daarbij uit onze provincie herkomstig. Hij kende mij reeds vóór hij in
de Kamer optrad; hij had mij sinds lang zijn invloed toegezegd als er
sprake was van zijne bevordering, en nu hij zoo'n hooge betrekking
kreeg, was het juist niet vreemd, dat hij aan mij dacht. Hij kon niet
weten, dat ik voor mijn Leopold zóó onmisbaar zou zijn."
"Sla den nagel maar niet dieper in, Willem! Ik voel wel, dat ik mij den
schijn geef van een grof egoïsme; maar geloof mij, uw besluit om 't
vaderland te verlaten treft mij niet het meest om mijns zelfs wil, al
word ik daardoor verstoken van uw vriendenraad en hulp; maar bij de
voorstellingen, die ik mij maakte van de toekomst, bij de plannen, die

ik bouwde op mijne toekomende fortuin, waart gij zoozeer mede
begrepen, dat ik mij niet zoo op eens gewennen kan aan het denkbeeld,
dat gij u nú juist voor goed van mij gaat losmaken, om 't geluk te gaan
zoeken in den vreemde, dat ik als 't ware in de hand had u te bieden. Gij
verlangt te reizen.... Wij hadden het immers samen kunnen doen?"
"En uwe vrouw!"
"Mijne eerste conditie zou geweest zijn, dat zij zich aan mijn vriend
had te gewennen."
"'t Is nog beter, dat gij zulke conditie niet behoeft te stellen. Mogelijk
zijn er bezwaren genoeg te overwinnen zonder dat. En begrijpt gij dan
niet, gij, die liever in bekrompenheid hebt willen leven dan uwe
onafhankelijkheid prijs te geven, dat ik op mijne beurt ook eene
onafhankelijke positie verkies boven de meest welgemeende
aanbiedingen van een vriend? Hoe zou het mij zijn, zoo ik op uwe
fortuin zou gaan teeren?"
"Een onafhankelijke positie! de dienstman te wezen van een satraap!"
"Satraap zooveel gij wilt, hoewel mijn chef nog niets gedaan heeft om
hem in die categorie te rangschikken. Maar om alleen op mij zelven te
komen. Ik zal niet altijd in die ondergeschikte positie blijven. Mijn
beschermer, die een man van zijn woord is, zal mij spoedig genoeg
voorthelpen, als hij mijne geschiktheid heeft beproefd, en dan.... het is
nog niet gezegd, Leo! wie van ons beiden den
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 175
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.