Den trage
Door voorbeelden voort!"
Dies rende
In 't ende
Ons meisken het paar
Vooruit, naar de baan, in de woelige schaar.
Eerst reed zij;
Toen gleed zij;
Straks peinsde ze een poos:
"Die terger!
Ik erger
Mij niet aan 't gekoos.
Omhelze
Hij Elze,
Mits verre van stad!"--
Toen keek ze eens, of zus op het stoeltjen nog zat.
Waratje,
Mijn schatje,
't Bleek dwaas overleg.
Zij blikte,--
Zij schrikte,--
Het paartje was weg!
Wat riep zij!
Wat liep zij!
Half spijt en half vrees,
En luisterde niet, schoon de jonkheid haar prees.
Toch staarde,
Toch waarde
Getrouw haar op zij
De rapste,
De knapste
Der dartele rij,
Noch jonker,
Noch pronker,
Maar geestige guit
Haar aan,--om haar heen,--en borst eindelijk uit:
"Mooi Grietjen!
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.