ze al heel spoedig terug moeten. Haar vader zou haar waarschijnlijk niet lang kunnen missen. En trouwens, hoe dan ook, in geen geval mocht men haar bij Tante haar intrek laten nemen. Dat kon vooreerst niet, in 't huis van zoo'n stervenszieke; en daarenboven 't groot gevaar voor 't erfdeel! Neen, neen: zij moesten haar bij zich houden, haar bewaken, haar geen enkel oogenblik met Tante alleen laten. Haar deel,--dat van haar overleden moeder--mocht en zou ze hebben, maar ook niets daarbuiten, geen voorrecht boven een van hen allen!
--Ha da da da es toch 'n dijngen Da da da es toch 'n dijngen!".hakkelde nu ook eindelijk Coben, door de onverwachte mededeeling heelemaal geschokt. En ook hij bromde even scherp op Tante en op haar ongerijmd verlangen om dat bijna onbekend jong nichtje nu volstrekt te willen zien.
Maar er was niets aan te doen; hoe sterk ook tegen hun zin, waren zij zich allen wel bewust dat Tante's verzoek onmiddellijk moest ingewilligd worden. En Belzemien stond hoofdschuddend op, ging naar de eetkast, waar, boven in de la, pen, inkt en papier geborgen lag, en kwam er mede bij het venster zitten, aan Cord��la's groengeverfd werktafeltje.
--Hoe lank es da nou gele��n dat Leontine hier mee heur ieste communie geweest h��t?" vroeg hij, klaar om te beginnen. Zoedt-e gulder peizen da ze 't nog zal verstoan as ik heur in 't Vlaamsch schrijve?"
Hoe lang...? Cord��la telde even op haar vingers na en wist het dadelijk precies te zeggen. 't Was negen jaar geleden en toentertijd sprak ze Vlaamsch zoo goed als een vlaamsche boerin. Haar vader was toch immers ook een Vlaming en ging daar in Parijs veel met Vlamingen om. Het sprak dan ook van zelf dat het meisje hare taal nog zou kennen.
Ja, ja, dat was wel zeer waarschijnlijk, meende ook Belzemien; maar toch: negen jaar, dat was lang, Leontientje was ondertusschen een groote juffer geworden, die misschien nu en dan nog wel eens Vlaamsch sprak, maar zeker nooit anders meer dan Fransch las; en aangezien hijzelf toch goed genoeg zijn Fransch kende om een brief in die taal op te stellen, zou het dan niet beter zijn, h��?... hoe dachten zij er over...? den brief ook in het Fransch te schrijven?
Hij glimlachte hen even met zijn dunne lipjes en zijn fijne oogjes aan; en zonder notitie te nemen van Cord��la's nurksch gebrom en Coben's zenuwachtig gestotter, wisselde hij een blik met Standje, die goedkeurend-knikkend met hem instemde, en begon:
"Ma ch��re ni��ce L��ontine. "J'ai l'honeur de vous inform�� que...
Hij aarzelde even, hoe of hij wel oude-tante in het Fransch moest vertalen; maar voelend dat de anderen op zijn vingers keken en hij zijn prestige van wijzen al-weter tegenover hen op te houden had, hakte hij maar terstond de moeilijkheid door:
"... que tante Zeunia est tr�� malade en danger "de mort et quel ma charger de vous ��crire "quel d��sir de vous voir avant de mourir. "Venez donc directement comme possible "et ��criver par quel train. Onkel..."
Weer onderbrak hij even zijn geschrift om te vragen:
--As ze komt zal d'r heur iemand van de stoassie moeten afhoalen. Wie dan van ulder h��t er...?"
--Ik!... schrijft heur moar da 'k ik aan de stoassie zal zijn," zei Standje met een soort van haast.
En Belzemien, fijn-knipoogend bij het laatste daglicht dat door 't venster glom en zijn papier goud-rozekleurig tintte, krabbelde verder.
"... Onkel Constant seront avec le tilbury et "cheval a la station pour vous atandre."
--Mee den tieprie, nog al! Woarveuren d��, verdeeke! H�� ze zij gien bienen om te goan dan, azeu 'n jonge kerte! K'n word ik wel mee den tieprie nie afg'hoald as ik van de stoassie kome!" viel Cord��la nijdig in.
Coben, die eigenlijk het toezicht over de paarden had, poogde ook iets in 't midden te brengen, maar hij verwarde in zijn zenuwachtig sidderend gestotter, en Belzemien weerlegde, stilglimlachend gezagvoerend:
--'T'n es moar veur iene kier, zuster, we moeten toch beleefd zijn. En euk, ze zal zeker wel 'n koefferke mee hen, ne-woar?"
Toen de brief gelakt, gezegeld en door Pierken, het jong koewachtertje, naar het dorpskantoor gebracht was, bespraken de drie broeders en de zuster gewichtig hoe en wat zij met 't jong nichtje op hun boerderij wel zouden doen. Cord��la's meening klonk kortaf en categorisch:
--Niets bezonders. Ze zal 't hier h��n lijk of we 't zelf h��n; en es ze nie kontent, ze kan d'r heur heufd bij leggen!"
Coben knikte goedkeurend, maar Belzemien en Standje keken elkander aarzelend-ondervragend aan. Zij waren allen wel een beetje bang voor Cord��la en durfden haar binnenshuis-autoriteit niet best trotseeren.
--Joawel, joawel,...moar hoe verstoaje dat... mee 't eten, bij veurbeeld?" vroeg eindelijk Belzemien, met een scherpe flikkering zijner kleine oogjes.
--Mee 't eten? Wel, heul simpel; 'n talleure bij," klonk 't kort-afdoende antwoord.
Belzemien krabde met een scheef grimas achter zijn oor en Standje keerde zich even hoofdschuddend om. Zij
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.