Kijkjes in het land van keizer Frans Jozef | Page 2

Frederike J. van Uildriks
vóór den Stefanusdom, waaronder men de catacomben
vindt, de graven uit de eerste christentijden van Weenen, in vele

verdiepingen opgestapeld, komen de drukke en levendige straten te
zamen, en daar ontwikkelt zich des avonds het levendige straatleven
van een groote stad (een stad, die nu 1 700 000 inwoners telt) en vloeit
van daar over naar de breede Ringstrasse, die om de binnenstad loopt,
van het Noorden over het Westen naar het Zuiden, als een wijde boog
van prachtige gebouwen.
Vooral in het Noordwesten van den "Ring" volgt het eene
prachtgebouw op het andere; daar heeft men de Votivkerk, de nieuwe
universiteit en het Raadhuis, en er tegenover den prachtigen
Hofburgschouwburg. Veel verder trekt het operagebouw de aandacht
tusschen de reeks mooie particuliere huizen, die zich voortzet tot aan
het Schwarzenbergplein. Door de zijstraten rechts krijgt men telkens
den hoogen koepel van de Karlskirche te zien. Franzensring,
Schottenring, Franz Jozefskade sluiten dan den ring om de binnenstad,
waar pleinen en parken volkomen beantwoorden aan grootsteedsche
eischen.
Twintig districten van jongeren datum omgeven de eigenlijke City;
Mariahilf heeft van die alle de langste en drukste straat; verder
westelijk ligt het keizerlijke lustslot Schönbrunn met den Dierentuin en
het wondervolle park, waar Hietzing zich bij aansluit, de rijkste
villavoorstad van Weenen. In het Oosten ligt in het verlengde van de
mooie Praterstraat de groote Prater, het beroemde natuurpark aan de
Donau, uitspanningsplaats en lustoord voor de geheele bevolking van
Weenen.
Zeven spoorwegen ontmoeten elkaar in de stad en kunnen de menschen
naar de mooiste punten der omgeving brengen. Uit het dichtste gewoel
der reuzenstad komt men in 2 1/2 uur op den Semmering, waar het
trouwens op drukke Zondagen al niet minder vol is dan in het
levendigste deel der stad; maar het hooggebergte heeft men daar dan
toch in de buurt, waar nog de gemzen in vrijheid rondspringen. Al niet
veel langer behoeft men te sporen om op den Schneeberg te komen, ja
nog veel dichter bij de stad is een hoog punt, de historische Kahlenberg,
die zijn eigen bergspoor bezit.
Weinig steden in Europa worden zoo algemeen geprezen en verdienen

zoozeer den lof, dien het reizend publiek eraan brengt als de stad aan de
schoone blauwe Donau.
Aan de hoofdlijn van Weenen naar het Westen, die zoo liefelijk door de
vlakte kronkelt, langs aardige dorpen als Melk met het groote,
hooggelegen Benedictijnerklooster, en langs Linz, waar men op de
hoogte van den nabijgelegen Pöstlingberg al zulk een indrukwekkend
Alpenpanorama kan genieten, ofschoon de bergen nog ver zijn, ligt
Salzburg, de vreemdelingenstad, waar soms het aantal bezoekers dat
der inwoners overtreft.
De roem van Salzburg is al oud; Wilhelm von Humboldt was er verrukt
van en noemde Salzburg een van de mooiste steden der wereld. Als
centrum voor toeristen heeft de stad vooral haar gezochtheid te danken
aan de nabijheid van het Salzkammergut, ten oosten en zuidoosten, en
aan het heerlijke bergland ten zuiden en zuidwesten, waar de Salzach
doorheen kronkelt. Aan haar bovenloop vormt die rivier den
schuimenden Krimmler waterval en daar, bij het dorp Krimml, verheft
zich de Reichenspitze; dan hooger op is er weer zulk een treffend
natuurverschijnsel, dat de macht en de kracht van het bruisend water
vertoont in den Liechtensteinklamm, en als tegenstelling tot die engte
laat het plaatje van het Stoderdal met zijn Spitzmauer een landschap
zien, waar voor het bosch alle ruimte is gelaten. Dat Stoderdal is een
der mooiste dalen van de noordelijke Alpen ten oosten van Salzburg.
De stad zelf is interessant en oud; kerken en musea vragen er de
aandacht; maar er zijn bezoekers, die deze in den steek laten voor het
eenvoudige huis in de Getreidegasse, waar Mozart werd geboren. Die
Korenstraat is de oudste winkelstraat van Salzburg; de hooge huizen
hebben er merkwaardige uithangborden van ijzer; de binnenpleinen der
huizen hebben iets italiaansch met hun booggalerijen boven elkaar. In
een dier handelshuizen, Nr. 9, om het heel precies te zeggen, vindt men
het heilige, een inscriptie met groote, vergulde letters: "Mozart's
Geburtshaus".
Gaan wij de trap op van den kruidenier met het uithangbord Zum
Mozart, zonder ons te laten tegenhouden door petroleumvaten; en laat
ons bellen bij de deur van de derde verdieping. Wij treden in een laag

en donker achterkamertje. In een donkeren hoek duidt een borstbeeld
de plaats aan, waar de wieg gestaan heeft van den grooten musicus, die
in 1756 werd geboren. In de bescheiden kamer vloeit het licht, dat nog
in de herinnering afstraalt van de glorie des grooten meesters. Men
ontbloot het hoofd, loopt zachtjes en kijkt met eerbied naar de piano
met de geel geworden toetsen. Men ziet er het portret van den kleinen
wonderknaap van zes jaar, den kleinen Wolfgang en zijn zusje Nanerl
van elf.
De voorkamer, vroeger salon van de familie Mozart, is vol van
autografen, herinneringsstukken, eerbewijzen aan het genie enz. Het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 8
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.