herinnerd te worden aan de straf, die hij heeft ondergaan, en hij past wel degelijk op, dat hij niet voor de tweede maal uit de bank wordt geroepen."
"Beste vriend, ik verkeerde werkelijk in de meening, dat ge uitermate zachtzinnig waart," antwoordde Middleton lachend, "maar het doet me pleizier, dat ik me vergist heb."
"Zie me daar nu zoo'n figuur eens zitten dokter, 't heeft meer van een stom dier dan van een redelijk wezen; zoudt ge soms denken, dat het ooit gelukken kon daar zonder krasse maatregelen eenig fatsoen in te brengen? Laat ik u tevens zeggen, dat ik mijn stelregel als verreweg de beste beschouw. Op sommige scholen zijn de straffen zoo licht, dat de jongens er eenvoudig niets om geven; bij mij echter mag elke bestraffing waarlijk dien naam dragen en het gevolg is, dat het toepassen er van maar hoogst zelden noodig is."
"Gij brengt er dus den schrik in, Bonnycastle."
"De twee machtigste drijfveeren in ons zijn vrees en liefde. In theorie is het veel mooier op de laatste te werken; maar in de praktijk heb ik er nooit de gewenschte uitkomsten van gezien,--en dat ligt eenvoudig hieraan, dat onze eigenliefde sterker is dan onze liefde tot anderen. In de uitwerking van de vrees daarentegen heb ik me nog nooit bedrogen, en alweer om dezelfde reden; immers door vrees werken we op de eigenliefde en anders niet."
"Toch zijn er velen, die beweren dat lichaamsstraffen verlagend werken en ze daarom van de scholen willen weren."
"Och dokter, er zijn zoo'n boel gekken in de wereld."
"Dat doet me denken aan den vader van dien jongen daar," hernam dokter Middleton. En nu begon hij den opvoeder de dwaze denkbeelden van meneer Rustig te ontwikkelen en de omstandigheden mee te deelen, die tot het naar school zenden van Jack hadden geleid.
"Dan mag er geen oogenblik verzuimd worden, dokter. Ik moet dat jongemensch geheel onder den duim hebben, eer zijn ouders hem komen bezoeken. Reken er op, binnen een week zal hij zoo volgzaam zijn als een lammetje."
Dokter Middleton nam nu afscheid van Jack en zei hem, dat hij maar goed moest oppassen. Jack verroerde geen vin en gaf geen antwoord.
"Stoor u daar maar niet aan, dokter, als ge weer eens komt zal hij wel beleefder wezen, reken daar gerust op." En de dokter vertrok.
Ofschoon meneer Bonnycastle streng was, ging hij toch steeds met oordeel te werk. Op het bedrijven van een of ander kattekwaad volgde slechts geringe straf, zooals in school blijven tijdens de speeluren en dergelijke; ook kwam hij zelden tusschenbeiden als de jongens met elkaar vochten, ofschoon hij er een stokje voor stak als er een den baas wilde spelen. Waar het bij hem vooral op aankwam was attentie bij het werk. Spoedig was hij er achter, waartoe zijn leerlingen in staat waren; en naar die mate werden hun ook eischen gesteld; voor een luiaard, die wel kon maar niet wo?, kende hij geen genade. Het gevolg er van was, dat hij de knapste jongens afleverde. Ook bleef hij in de behandeling zijner leerlingen zoo gelijkmatig en onveranderlijk, dat, al vreesden zij hem zoolang ze onder zijn toezicht stonden, toch allen, die zijn onderricht genoten hadden, veel van hem hielden en in hun later leven zijn vrienden bleven.
Meneer Bonnycastle zag terstond in, dat er met overreding bij onzen held niets te beginnen zou zijn, en dat vrees het eenige middel was om hem tot rede te brengen. Zoodra dus dokter Middleton de kamer verlaten had, sprak hij hem op gebiedenden toon toe: "Wel, jongen, hoe is je naam?"
Jack schrikte op; hij gluurde naar zijn meester, zag hoe diens oogen strak op hem gericht waren, en begreep uit de geheele houding van den man, dat er niet met hem te spotten viel. Jack was lang niet gek en ook de kastijding, die zijn vader hem had toegediend, deed hem wel een beetje huiveren voor hetgeen er komen zou. Dus vond hij 't geraden zich tot een antwoord te verwaardigen en zei met zijn wijsvinger in den mond:
"Jaapie."
"En hoe heet je verder?"
Jack, die al berouw scheen te hebben over zijn inschikkelijkheid, gaf eerst geen antwoord, maar keek meneer Bonnycastle weer even in het gezicht en vervolgens de kamer rond: er was niemand die hem helpen kon, en zelf wist hij ook geen raad, daarom antwoordde hij maar: "Rustig."
"Weet je, waarom je naar school bent gezonden?"
"Omdat ik vader gebrand heb."
"Neen, je bent hierheen gezonden om te leeren lezen en schrijven."
"Ik wil niet leeren lezen en schrijven," antwoordde Jack druilig.
"Dat zul je toch; en je begint nu maar eens dadelijk de letters op te noemen."
Jack zei niets. Meneer Bonnycastle opende een soort van boekenkast en gunde ons verbaasde Jaapje een kijkje op een reeks van stokken, die evenals biljart-queues netjes op een rij stonden.
"Weet je waar die voor dienen?"
Met een benauwd gezicht tuurde Jack er naar;
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.