쟒
In het Oerwoud en bij de Kannibalen op de Nieuwe Hebriden
The Project Gutenberg EBook of In het Oerwoud en bij de Kannibalen op de
Nieuwe Hebriden, by Felix Speiser This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: In het Oerwoud en bij de Kannibalen op de Nieuwe Hebriden De Aarde en haar Volken, 1918
Author: Felix Speiser
Release Date: March 20, 2006 [EBook #18023]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK IN HET OERWOUD EN BIJ DE ***
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
De Aarde en haar Volken: Ge?llustreerd Maandblad
In het Oerwoud en bij de Kannibalen op de Nieuwe Hebriden. [1]
Naar het Duitsch van Felix Speiser.
Met een buurmanplanter van mijn gastheer te Talamacco op Espiritu Santo had ik afgesproken, dat hij met mij naar Wora zou gaan, een van de stations in de nabijheid van kaap Cumberland. Hij had daar een hut, die vriendelijk was gelegen met een mooi uitzicht op de zee en midden op een open plek in het woud. Vlak in de buurt woonden eenige inboorlingen, en een van hen, een reus in lengte, in tegenstelling met de kleine personen, haast dwergen, die ik ook vaak onder de inboorlingen ontmoette, had groote tarobedden voor zich aangelegd met kunstmatige irrigatie. Die ingenieuse waterleidingen moeten wel afkomstig zijn geweest uit een vroegeren tijd met meer cultuur, want men kan ze niet doen passen in dezen tijd, met de armoedige en weinig ondernemende bevolking. Door een van de vele bergbeken was van steenblokken een dam gelegd, die altijd ongeveer dezelfde hoeveelheid water liet vloeien in een kanaal. De kanalen waren vaak zeer lang, liepen langs de hellingen en waren niet alleen door de aarde, maar ook wel door de rotsen aangelegd. Of wel ze waren los en werden dan ondersteund door bamboes en boomstammen.
Bij de velden verdeelde zich het kanaal dikwijls in verscheiden armen en liep door de vlakke, in trappen aangelegde akkers, waarin de taroknollen slechts oppervlakkig behoeven te worden gelegd, om binnen korten tijd uit te groeien tot groote, zware bladeren en na tien maanden nieuwe knollen te ontwikkelen. Taro kan enkel groeien in zeer vochtigen grond; de vari?teit, die ze hier verbouwen, moet zelfs in het water staan, zoodat de verbouw op de waterarme koraalplateau's zelden mogelijk is. De smaak en de consistentie van de knollen is als die van aardappelen en lijkt ook veel op die van yams, die wel op de plateau's kunnen worden verbouwd.
Na eenige dagen vertrok ik van Wora, om het schiereiland door te trekken. Het was een dag, waarop de regen nooit afnam, maar steeds in hevigheid scheen toe te nemen. We hadden al gauw geen drogen draad meer aan het lijf, en de bagage werd doornat, alsof ze in het water had gelegen. Behalve door de lastige kleverigheid van de kleêren hinderde het vocht ook door de glibberigheid van het steenachtige pad met de vele boomwortels, dat steil omhoog liep, soms langs smalle randjes op de kammen van de heuvels, waar het voor ons een echte bergtocht werd. Hier en daar voerde het pad als door een tunnel onder de planten door, maar dan weer vergunde ons een yamstuin of een taroveld eenig uitzicht in de nauwe kloven tusschen de heuvelketens, die eentonig elkander opvolgen, in de verte zich oplossend in den nevel. Wat verfrisschend aandeed, waren de heldere watervallen, die overal schilderachtig door het woud kwamen afstroomen.
De middagrust in een halfvervallen huis was wegens de vochtigheid ver van aangenaam, waarom de dragers dan ook geen bezwaar maakten tegen een vlug opbreken. De gids leidde ons langs zeer steile paden, en langzaam volgden de dragers, tot we in dichten nevel belandden, terwijl ik aan het radeloos om zich kijken van den gids, bespeurde, dat we verdwaald waren. Om hem niet in de war te brengen, liet ik hem begaan; maar het ging al hooger, en na een paar uren bekende hij, totaal verdwaald te zijn. We hielden halt en voelden ons ellendig, daarbij vergeefs moeite doende, om een pijp aan te steken. Ik wilde probeeren, den marsch met het kompas voort te zetten, toen we gelukkig diep onder ons uit den dalketel de tonen van een trommel hoorden. Daar moest het gezochte dorp wezen, en het plotselinge geluid was voldoende, dat de menschen met een prachtig instinct dadelijk de goede richting vonden bij het naar beneden klauteren.
In de schemering kwamen we er aan. Het was een zendingsdorp, opvallend zindelijk, en een ongewoon vriendelijke ontvangst viel ons te beurt. Bij een flikkerend vuur konden wij onszelven en onze have een beetje drogen en sliepen weldra op den harden grond den slaap
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.