in luiheid, maar ook dikwijls in verveling.
Elke zijner behoeften kan hij bevredigen, als hij zich de kleine moeite
getroost, wat copra te maken, want daarmee ontvangt hij in korten tijd
veel meer geld, dan hij in het jaar op een plantage met hard werken
verdient. In zijn huis is hij zijn eigen baas, heeft zijn feesten en
braspartijen, die op de plantages zeldzaam zijn.
Tegen zonsondergang geeft de boeboe het sein tot de rust, en de
afzonderlijke groepen slenteren naar de kwartieren, eenvoudige
strooien hutten, waar ieder een verhoogde slaapplaats heeft en een kist
met zijn hebben en houden. Uit een grooten ketel haalt hij zich zijn
maal, dat de kok van de week heeft bereid, rijst of taro of yams met
bananen en wat er juist is. Vaak is er ook vleesch, bij den eenen
meester meer dan bij den ander. Waar veel wilde zwijnen zijn, is het
eenvoudig, de menschen op Zondagmorgen op de jacht te laten gaan.
Het hangt dan van hen af, of ze hun gebraad zullen hebben of niet.
Na den maaltijd zitten ze om de vuren en praten. De gebeurtenissen van
den dag worden besproken, en er worden geschiedenissen verteld en
sprookjes over monsters en kobolden. De danslust lokt de menschen
soms naar het strand, waar dan gedanst en muziek gemaakt wordt of
waar men bij sterke ebbe naar kreeften zoekt. Zoo is er in het eentonige
leven nog wel wat afwisseling.
De diensttijd van mijn bedienden uit Talamacco zou na een maand
afloopen, en nu ze Nouméa hadden gezien en hun doel hadden bereikt,
wilden ze naar huis. Ze lieten mij dat merken door systematischen
passieven tegenstand, waren knorrig, langzaam en onaangenaam, en
daar men niet elken dag kan straffen, werd het leven ver van prettig.
Het is ook treurig, voor de goede behandeling, die men hun doet
ondervinden en die veel beter is, dan waartoe men is verplicht, zoo
weinig dank te krijgen. Maar men moet dan bedenken, dat de
inboorling niet gewend is, door den blanke beter te worden behandeld,
dan in het belang van dien blanke is, en dat hij daarom bij iedere
vriendelijkheid verwacht, dat hij er indirect voor zal moeten betalen,
zoodat hij elk geschenk met wantrouwen aanvaardt. Ik vond het in die
omstandigheden het beste, niet op mijn recht te staan, maar hun de
vrijheid te beloven, zoodra ik andere mannen had gevonden.
Op Epi vond ik weinig origineels meer; alle inboorlingen zijn bekeerd
en gekleed, dus geciviliseerd. Dus was mij de gelegenheid welkom, op
een australische stoomboot naar Ambrym te kunnen gaan. Dat doel was
maar 25 mijlen van Epi verwijderd; maar de boot deed er vier dagen
over door de vele aanlegplaatsen. Op de westkust van het ten oosten
van Malekula liggende eiland ging ik te Dip Point aan land. Daar lag
een hospitaal van de presbyteriaansche zending, en Dr. B. ontving er
mij uiterst vriendelijk.
De ligging van het hospitaal en de omgeving waren mooi en rustig; het
huis en de nevengebouwen lagen op een plateau, dat zacht naar zee
helde. Er waren bij den aanleg boomen geveld, maar een aantal zware
vijgenboomen had men laten staan, en hun breede schaduw lag over het
frissche grasveld. Onder dat schaduwdak speelt altijd een koeltje, dat
van de heuvels neerstrijkt door de stammen en de luchtwortels naar de
blauwe zee, waar in de verte Aoba opduikt en waar Malekula in
verzinkt. De zieke inboorlingen lagen er met hun verbonden ledematen
in het koele gras op de helling en droomden er hun droomen.
De heer B. was een uitstekend chirurg en had zijn klantjes in den
heelen archipel, want de inboorlingen hebben vertrouwen in hem. Eerst
wilden ze betaling hebben, als ze zich lieten opereeren; maar nu komen
ze uit eigen vrijen wil. Er kunnen een kleine zestig patiënten worden
verpleegd; ik trof er vijftig inlandsche en zes blanke zieken. Met
eenvoudige hulpmiddelen volbrengt de dokter zijn operaties, waarbij
zijn vrouw de narcosen leidt en een pleegzuster assisteert.
Het is jammer, dat de alcohol zooveel nadeel toebrengt aan de
gezondheid van de inboorlingen, en dat de kooplieden zich om de
wetten van het condominium zoo weinig bekommeren uit zuiver
winstbejag. Nu leveren ze slechten sterken drank, die duur wordt
betaald, en juist hier op Ambrym, waar de bevolking nog vrij talrijk en
gezond is, moest worden ingegrepen, om verdere nadeelen te
voorkomen.
Den volgenden dag voer ik met den dokter langs de noordkust en kon
de eigenaardige formatie van het eiland opmerken. Ongeveer in het
centrum ligt de zoowat duizend meter hooge krater, in welks reusachtig
bekken twee openingen dicht bij elkander hooge schoorsteenen hebben
opgeworpen. Maar daarvan kan men van de kust af weinig zien.
Meestal bedekken zware wolken de kratertoppen; men ziet alleen de
steile hellingen, waarlangs ruggen en kloven loopen naar den rand van
het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.