die schateren doen den Jiegdal.
Jiegdal Elohiem Gai wejitsjtabag....
..."De levende God is groot en wordt geprezen!"
Maar dan meteen stommelen allen de kerkpaden vol; de zitplanken van de gaveta's kleppen neer, sleutels rammelen, stemmen klanken tegen elkaar in; en van groote menigte, die opstaat in besloten ruimte en zich verspreiden gaat, is het heele gebouw ineens van gerucht vol.
Daarna de Sabbathviering in het Joodsche gezin bij te wonen!
De allereerste plechtigheid is het ontsteken van het Sabbathlicht. Zeven pitten heeft de Sabbathlamp, juist zooveel als er dagen in de week zijn; iedere levensdag zij gewijd, zij een dag van licht; doch Sabbath is de dag der dagen, de som van alle licht en wijding. Alle zeven pitten worden nu ontstoken aan de heilige lamp.
Het hoofd van het gezin kleedde zich in zijn Sabbathgewaad, na zich, volgens het rabbijnsche voorschrift, zorgvuldig gewasschen en gereinigd te hebben, omdat met rein lichaam en reine ziel de Sabbath ontvangen moet worden. Het kleed van den werkdag is uitgetrokken en daarmede tegelijk alle aardsche zorgen en beslommeringen. Zoo ging hij naar zijn bedehuis.
Terugkeerende uit de Synagoge vindt hij de tafel gedekt; ter plaatse waar de huisvader aan den Sabbathdisch zal gaan zitten, staat het "lechem mischne" (dubbel brood [3]), waarover de lofzegging aan den schenker der spijzen zal worden uitgesproken. Naast het brood staat de wijnkelk, waarmee de blijde komst der goddelijke bruid gevierd zal worden. De "kiddoesch" (wijding), met opgeheven beker uitgesproken, is de welkomsgroet, welke zich uit in een lofzegging aan God, die zijn uitverkoren volk door den Sabbath heeft geheiligd.
Verder zal er dezen dag in de meeste gezinnen op tafel wel visch staan; visch toch is sedert het oude Jodendom steeds de meest geliefkoosde spijs geweest, en dus moet er, wanneer het maar eenigzins mogelijk is, op dien feestdag visch op tafel zijn. Zoo wordt de lichamelijke genieting dienstbaar gemaakt aan de verhooging van den "Oneg Sabbath", van het geestelijk Sabbathgenot.
Is er eenige welstand in het huisgezin, dan worden de Sabbathmaaltijden,--er zijn drie verplichte--eenigzins uitgebreid.
Zoo heerlijk als dan smaakt de zoete "kuggel"! Gister was hij als een klomp rauw deeg in een goed gesloten bekkentje, tezamen met zijn onafscheidelijken vriend "schaletpot", die slechts koud water, rauw vleesch en wat erwten bevatte, naar den bakker gebracht. Reeds lang v����r de intrede van Sabbath worden de beide Sabbathspijzen in den heeten oven geplaatst, en daar aan hun lot overgelaten. Wat zou er van hen worden? Zal het water in den schaletpot verdampen? de kostelijke inhoud van het bekkentje verschroeien?... De hemel beware voor de ramp!... het genot van den Sabbathnamiddag was vergald!
Maar nee! de vrienden hebben zich uitstekend gehouden, in den besten staat zijn zij thuis gekomen, hebben behoorlijk de vuurproef doorstaan!
Als het deksel van den schaletpot wordt opgelicht, stijgen er de heerlijkste geuren uit op; en een overheerlijke schaletsoep loont de moeite van den vorigen dag. En hoe smakelijk is niet de kuggel geweest; glanzend en vet bolden zijn bruine wangen. Men zal smullen!
Zoo wordt de Sabbath in de strengste rust gevierd--en toch heeft men zich aan kokend heete spijzen te goed kunnen doen. Groote uitvinder van den Schalet! uw roem dure in eeuwigheid!
Een ander genot, dat de Sabbath-namiddag schenkt, is het Sabbathvieren op straat. Niet alle bewoners van de Jodenbuurten blijven na afloop van het middagmaal in het stille huisvertrek achter slot en grendel het vallen van den nacht, daarmee het einde van den rustdag, afwachten. Het meerendeel wandelt er uit.
En ziet ze wandelen, pronken in pracht van hun Sabbathkleeren! hoe de Kalverstraat, de caf��-straten, de drukke pleinen door hen overbevolkt worden!
Maar in de Jodenbuurten zelf is het niet minder druk van opgedirkte Sabbathvierders. Alles leeft dan weer op de straat. Daar spelen de kinderen "begouretje" met groote noten; daar zitten Koppel en Jachet voor de deur en kijken naar de passage; daar wandelen de jongens en meisjes en maken "chijntjes", slenteren joodsch-deftig de ouderen en spreken over alles, behalve vandaag over "massel".
Het eind van de Sabbathviering wordt voorafgegaan door de "Habdala", dus genoemd naar de slotwoorden der uit te spreken lofzegging, waarin God wordt geprezen, die den Sabbath boven de werkdagen heeft onderscheiden.
De plechtigheid geschiedt weer binnenskamers. Welk een contrast echter biedt dit huisvertrek met dat, waarin de Vrijdagavond gevierd werd! alles is nu in half-duister gehuld; slechts twee lichtjes, aan de Sabbathlamp ontstoken, verspreiden een spaarzaam licht; het tafellaken is reeds grootendeels weggeschoven, nog een klein deel van de tafel is gedekt--beeld van den Sabbath, die zoo aanstonds verdwenen zal zijn.
De huisvader vult den beker tot over den rand met wijn--symbool van overvloed en zegen; dit is de dronk ten afscheid. En daarbij neuriet hij in het oud na?ef Joodsch-Duitsch het Habdala-lied:
"God van Abraham, Izak en Jacob! behoedt Uw volk Isra?l in Uwe almacht; deze week moge komen tot geluk, tot zegen en alle heil; de lieve heilige Sabbath gaat daarheen, de week
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.