In Luxemburgs Gutland

M.A. Perk
鞲
In Luxemburg's Gutland

The Project Gutenberg EBook of In Luxemburg's Gutland, by M. A. Perk This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: In Luxemburg's Gutland De Aarde en haar Volken, 1907
Author: M. A. Perk
Release Date: May 5, 2006 [EBook #18319]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK IN LUXEMBURG'S GUTLAND ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/

In Luxemburg's Gutland.
Door M. A. Perk.
Met photographie?n van den heer Walter Knapp Jr. [1]
"Les grands états auraient tort de mépriser les avertissements qu'ils re?oivent des petits pays: il appartient quelquefois aux petits de donner de grands exemples."
Geen land ter wereld ongetwijfeld waarop men met meer recht dit zoo juiste woord van den Franschen schrijver G. Valbert [2] mag toepassen dan op het groothertogdom Luxemburg, welks zoo verlichte regeering al den tijd dat zij aan het bewind is,--en dat is al heel wat jaren!--zoo'n warm hart en open oog toonde te bezitten voor de sociale behoeften des volks en de bevordering van diens geestelijk en stoffelijk welzijn. En dank zij de krachtige medewerking van de Kamer der afgevaardigden, is haar het voorrecht beschoren geweest haar streven in dat opzicht met schitterenden uitslag bekroond te zien. Om die reden alleen reeds zou het voormalige graafschap der Ardennen aanspraak mogen maken op onze hartelijke sympathie en een persoonlijke kennismaking overwaard kunnen geacht worden, al is tegenwoordig onder den zooveel weidscher naam van Groothertogdom, zijn grondgebied met een bevolking van niet meer dan 235,000 zielen, beperkt tot nauwelijks het vijfde gedeelte van zijn vroegere oppervlakte, en al moet het ook alle staatkundige beteekenis derven.
Het is hier niet de plaats om zijn grootsch verleden in herinnering te brengen, noch om zijn economischen toestand, zijn staatswezen of staatsinrichtingen, de bronnen van zijn welvaart, de geestelijke stroomingen, die er zich vertoonen, of zijn beteekenis op het gebied van kunst en wetenschap in het licht te stellen. Ik deed dit trouwens reeds elders en kan daarnaar verwijzen. [3]
Maar in niet mindere mate moet, mijns erachtens, dit kleine land de belangstelling van de bezoekers wekken door de indrukwekkende bouwvallen van middeleeuwsche ridderburchten, die daar vele hoogten bekransen, door het rijke en dankbare onderzoekingsveld, dat het oudheidkundigen, botanisten en mineralogen aanbiedt, bovenal door zijn trotsche wouden van eiken, sparren of beuken, zijn liefelijke valleien en de haar bezoomende heuvelruggen, zijn steile rotsgevaarten, stoute bergkloven en huiveringwekkende afgronden, zijn kabbelende beekjes en snelvlietende rivieren, in één woord zijn afwisselend natuurschoon. Dit kan in verhevenheid wedijveren soms met dat van Zwitserland, dikwerf met dat van de Saksische Schweiz of den Hartz.
De roep van dat natuurschoon, vroeger slechts bekend hoofdzakelijk aan Duitschers en Belgen, drong eindelijk tot ons vaderland door. En sedert een veertig jaren ongeveer neemt in Luxemburg het bezoek van onze landgenooten gestadig toe.
Verschillende omstandigheden, voor den lezer zonder belang, noopten in 1878 ook mij naar het Groothertogdom mijn schreden te richten, om daar eenige weken door te brengen.
En het ging mij als zoo velen anderen.
Wie eens het voorrecht heeft gehad met land en volk kennis te maken--en ze kennen is ze liefhebben--verzuimt niet licht de gelegenheid tot een nieuw bezoek. Herhaaldelijk, bijna jaarlijks kan ik wel zeggen, keerde ik er voor korteren of langeren tijd terug, totdat het klimmen mijner jaren mij tegen de vermoeienissen, onafscheidelijk van de reis en het verblijf in dat Hoogland, deden opzien.
Onvergetelijke dagen bracht ik er door. En een aantal hartelijke en blijvende vriendschapsbanden knoopte ik er aan, waarvan, helaas! reeds verscheidene door den dood zijn verbroken.

En hoe dikwijls, wanneer ik ter verfrissching van geest en lichaam er met volle teugen de heerlijke stalende berglucht ging inademen en de schoone natuur bewonderen, hoe dikwijls zag ik mij verrast door nieuwe schoonheden, schoonheden die ik vroeger niet had kunnen aanschouwen om de eenvoudige reden, dat zij nog niet toegankelijk waren.
't Is toch pas sedert ruim een kwart eeuw, dat, vooral op aanstichting van den toenmaligen directeur-generaal van Justitie en Openbare Werken, die sedert geruimen tijd de hooge waardigheid van Ministre d'état et Président du Gouvernement met zooveel eere bekleedt, den kunstlievenden en smaakvollen Dr. P. Eyschen, men zich beijvert de schilderachtigste, te voren niet gemakkelijk of in het geheel niet te genaken punten onder het bereik van ieders blik te brengen of toegankelijk te maken. Jaarlijks worden er aanzienlijke sommen, ten minste in verhouding tot de geheele staatsbegrooting, besteed om in den winter tegen de hellingen paden aan te leggen, hinderpalen uit den weg te ruimen, doorgangen in gevaarten van graniet te banen, trappen in rotsen uit te houwen, bruggen te slaan over beken en stroompjes of bergkloven. Jaarlijks wordt ook een belangrijk krediet aan de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 17
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.