bekleed met
korenvelden. Eerst hoogerop beginnen de bosschen. Daarenboven,
tenzij men den straatweg langs de Sûre, westwaarts naar Ettelbrück of
oostwaarts naar Bettendorf volgt, moet men niet tegen een beetje
klimmen opzien. Die bergpaden evenwel behoeven u niet af te
schrikken. Zij zijn in den regel niet steil, maar voeren geleidelijk en
zigzag naar den top. Wel kan men dien in korteren tijd bereiken, doch
dan heeft men smalle, sterk-hellende laantjes te bestijgen. De moeite
wordt echter rijkelijk beloond, als men het doel heeft bereikt. Te
bejammeren is het--misschien is hierin verandering gekomen--dat er
nergens banken worden aangetroffen. Die ontbreken ten eenenmale. Er
blijft geen andere keus over om de vermoeide ledematen uit te strekken,
dan op het gras aan den zoom van het bosch of op een rotsblok. Het
gemeentebestuur zal een goed werk doen en de vreemdelingen, die de
stad bezoeken en wier aantal jaarlijks toeneemt, zeer aan zich
verplichten door hier en daar eenvoudige, uit boomtakken vervaardigde
zetels te plaatsen, zooals op den Kaleberg reeds is geschied. Evenzoo
zullen de wandeltochten nog veraangenaamd worden, wanneer in de
bosschen betere paden zijn gebaand. Een genoegen is het mij thans te
kunnen mededeelen, dat in dit opzicht een krachtige hand geslagen
werd aan eene verbetering van den toestand. De ettelijke jaren geleden
te Diekirch opgerichte Verschönerungs-verein, door het landsbestuur
en de stedelijke regeering gesteund, beijvert zich, ook met hulp der
vrijwillige bijdragen van de ingezetenen, den omtrek te verfraaien en de
schoonste punten toegankelijk te maken. Aan haar heeft men, gelijk ik
reeds mededeelde, de zoo aanbevelenswaardige wandeling naar den
Haart te danken. De aanleg van den reeds hierboven genoemden
Kaleberg (koude-berg) mag als een proeve van wat zij in staat is tot
stand te brengen, worden beschouwd.
Voor die wandeling behoeft men de brandende zonnestralen niet te
trotseeren. Zij begint aan het einde der zoogenaamde Esplanade, die
naar de Place Guillaume voert. Men slaat daar den zoogenaamden
hollen weg, chemin creux, achter de Bierbrouwerij in, tegen de helling
van den Seitert, links van den weg naar Stavelot. Onder het toezicht en
naar de plannen van wijlen den districts-ingenieur Hartmann is daar,
gedeeltelijk voor rekening van den Staat, gedeeltelijk voor die van de
Gemeente, in 1880 een groot stuk van de berghelling tot een prettig
wandeloord gemaakt. Een pad is er in het bosch aangelegd van één tot
twee meters breedte, langzaam rijzend, nu eens glooiend, dan langs
trappen uit boomstammen vervaardigd naar boven voerend tot op den
top van den Seitert. Hier en daar heeft men met veel takt openingen
gemaakt tusschen het geboomte om een vergezicht te hebben op de
naburige bergen. Men vindt er ook rustieke banken en zetels, zelfs
tafels met leunstoelen. Uitnemende plekjes voor dames, om daar met
haar handwerkje den ochtend door te brengen. Houten bruggen
geleiden over de door bergstroompjes gegraven ravijnen. Halverwege is
een in rustieken stijl gebouwde kiosk, die als muziektent moet dienen.
Daar hebben van tijd tot tijd ook uitvoeringen der stedelijke kapel
plaats. Het is een uitnemend terrein voor een bal champêtre.
Wil men de wandeling voortzetten en een genotvol uurtje doorbrengen
in een wezenlijk bosch, waarin pijn en den en spar met hun
verfrisschende geuren de lucht bezwangeren, dan volgt men het
middenpad van den Kaleberg, dat uitloopt op een kleine hoogvlakte.
Deze steekt men over, recht uit, en komt dan binnen weinige minuten
in het Friedbusch. Dit wordt door verschillende voetpaden doorsneden.
Rechts afslaande bereikt men de bovengenoemde heirbaan naar
Stavelot. Links af, die naar Erpeldange of Erpeldingen. Wil men, na
den Kaleberg te hebben bezocht, dadelijk stadwaarts keeren langs een
anderen weg, dan slaat men het pad in, dat in linksche richting is
aangelegd en om den berg heenloopt, en betreedt Diekirch weder langs
de Flossbach en den Flossweg.
Van den Herrenberg, op welks top een groote landhoeve, de
Schwartzhof zich uitstrekt, heeft men een heerlijk gezicht op de stad en
het gansche dal van de Sûre. Die berg verheft zich aan een hoek van het
schiereiland, door de Blèze of Blees en de Sûre gevormd, en ligt geheel
op zich zelf aan de noord- oost- en zuidzijden. Het riviertje, dat
tusschen groene weiden en met goudgeel graan beladen akkers
voortkronkelt en dat men over een groote uitgestrektheid met het oog
volgen kan; het stedeke, dat u zoo vriendelijk toelacht, als noodde het u
binnen zijne muren terug te keeren; het gebergte aan de overzijde met
de boschrijke hellingen en de valleien, die de verschillende deelen,
waaruit het samengesteld is, scheiden; het op een kleinen afstand
gelegen dorpje Gilsdorf met zijn witte huizen en zijn kerkje, dat zoo
scherp uitkomt tusschen de populieren, die het omgeven en tegen den
achtergrond, gevormd door de hoogten van den Grilsdorfer-Ban.... alles
is even liefelijk en trekt onwederstaanbaar het oog tot zich.
Ook het doorkruisen der kleine valleien tusschen de bergen,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.