die communiceeren met de vulkanische haarden. Die stoom oefent een grooten druk uit op de gesmolten lavamassa, een druk, groot genoeg om haar te doen stijgen, om haar naar boven te persen. Evenals het kwik opstijgt in de barometerbuis onder den invloed van den aarddruk, zoo is de kraterpijp van een vulkaan ����n reusachtige manometer. Zij leert ons den stoomdruk meten in den onderaardschen stoomketel. Men vergunne mij eene dergelijke berekening.
De Etna b.v. is 3300 M. hoog. De kraterpijp is dus zeker minstens 4000 M. diep. Wanneer de lava kalm over den rand vloeit, dan is zij dus over eene lengte van 4000 M. opgeperst. Lava is twee en een half maal soortelijk zwaarder dan water, en zooals men weet zou eene barometerbuis met water gevuld eene lengte hebben van 10,3 M. Uit deze gegevens kan men dadelijk afleiden dat de drukhoogte van 4000 M. lava gelijk staat met die van 10000 M. water, en daar elke 10,3 M. de druk van ����ne atmosfeer voorstelt, is de druk van den stoom in den vulkanischen haard minstens 1000 atmosferen.
Maar als nu die stoomdruk plotseling vermeerdert, hetzij door het instorten van holten, of door vermeerderden aanvoer van water, dan stijgt die druk zeer belangrijk en dan is eene uitbarsting waarschijnlijk. Dat de veranderingen in die stoomdrukking, zoowel als het instorten van holle ruimten, ook de onmiddellijke oorzaak van aardbevingen zijn kunnen, ligt voor de hand.
De lava vloeit dus meestal rustig over den rand van den vulkaankegel uit de kraterpijp. Maar die lavastroomen krijgen een verbazend arbeidsvermogen van beweging, als zij langs de helling van den steilen vulkaankegel afstorten; zij vullen geheele dalen aan tot vlakten; zij overdekken de velden, achterhalen de vluchtende menschen, en stollen eindelijk langzaam in den omtrek van den vulkaan.
Maar die stoom van hooge spanning kan ook eene werking uitoefenen overeenkomende met de explosieverschijnselen ten gevolge van de verbranding van kruit of dynamiet. Want ook hier is het de hooge spanning der plotseling optredende gassen, die de rotsen doet splijten of zulk eene groote beginsnelheid mededeelt aan het projectiel, dat uit den vuurmond wordt geslingerd. Dan is de uitbarsting te vergelijken met een bombardement. De stoom vindt zijn weg door de gesmolten stoffen heen, voert deze gedeeltelijk mede en werpt ten slotte steenbrokken uit de kraterpijp tot op eene hoogte van duizenden meters boven den bergtop. Die steenbrokken zijn poreus, ten gevolge van den waterdamp, die er zich doorheen geslagen heeft, het is de bekende puimsteen. En dan baant zich de stoom zelf een weg uit de kraterpijp, hij voert in fijn verdeelden toestand de stoffen mede, die hij tegenkwam; het is de rookzuil, welke men boven de werkende vulkanen aantreft, die eene hoogte bereiken kan van vele kilometers; en ten slotte dalen die vaste stoffen langzaam op aarde neer als aschregen, en veroorzaken, al vallende, belangrijke wijzigingen in de verlichting der aarde, door de brekingsverschijnselen, die zij in het leven roepen als de stralen der zon door hen heengaan, voor zij de aarde bereiken.
En de aarde siddert, als 't ware van angst voor al de krachten, welke in haar schoot woelen. Dof gerommel, aardbevingen zijn dikwijls de eerste waarschuwingen der vulkanen.
Het zijn de voorboden van de uitbarsting. De bronnen in de buurt verdrogen. De kraterpijp, die als de vulkaan in rust is, door gestolde lava is verstopt, opent zich en eene groote rookzuil stijgt uit den bergtop naar boven. Die rookzuil weerkaatst de gloeiende lavamassa in den krater, zoodat zij 's nachts als eene vuurkolom een schitterend schouwspel oplevert. Zij bestaat uit zoogenaamde lapilli, vulkanische bommen, steenbrokken en asch, die door den waterdamp medegesleurd zijn. Onophoudelijk vallen die steenen weder in den krater terug, en worden er weer opnieuw uitgeslingerd. En de asch verspreidt zich met den waterdamp duizenden kilometers ver door den dampkring. Electrische ontladingen, felle bliksemstralen, doorkruisen de lucht; zij ontstaan uit de wrijvings-electriciteit, die geboren wordt door de wrijving van de opstijgende massa's. De geheele vulkaan is eene reusachtige electriseer-machine van Armstrong. En de waterdamp, soms als eene machtige, helderwitte zuil afstekende tegen de lucht, verdichten in de hoogere luchtlagen, zich vormt zware wolken met electriciteit bezwangerd, die bij wijze van wolkbreuk naar beneden vallen.
Soms is echter het eerste bedrijf van de uitbarsting, het rustig afvloeien der lavastroomen uit den krater. Dikwijls breken zij door zijdelingsche openingen. Ook die lava bevat veel waterdamp, zoodat een lavastroom, zooals de beroemde geoloog C. Vogt zegt, er in de verte uitziet als een spoortrein, uit werklocomotieven saamgesteld, die over de geheele lengte stoom uitstoot. Men verstaat door lava niet een bepaald gesteente, maar in 't algemeen, alles wat in den gesmolten toestand uit den vulkaan afstroomt. De afkoeling van de lava geschiedt langzaam. De lavastroomen, die in 1858 uit den Vesuvius waren afgevloeid, waren in 1864 nog zoo heet, dat er eieren in gekookt werden door de touristen.
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.