amende de 5000 livres (francs) et à un emprisonnement, qui ne pourra excéder un an ni être moindre de trois mois. En cas de récidive il sera condamné à dix ans de gène (eenzame opsluiting met water en brood).
Ziedaar het werk der mannen, die beweerden de vrijheid boven alles lief te hebben.
Toen Max Delacroix, pastoor te Valkenburg, opgeroepen werd om te verschijnen op het stadhuis van dit plaatsje om den voorgeschreven eed af te leggen, weigerde de brave priester te gehoorzamen.
Zijn Meester had hem verboden, zeide hij, "te haten" wien het ook zij; dien eed van haat aan het koningschap wilde hij derhalve niet zweren.
Steunende op de aangehaalde wetsartikelen werd hem namens de Fransche Republiek het recht ontzegd om verder het ambt van priester te vervullen; de kerk werd gesloten. Hun God willende blijven dienen, voorgegaan door den eerwaardigen grijsaard, hebben Valkenburg's ingezetenen toen in de duistere spelonk het kerkje uitgehouwen, dat thans nog in zijn oorspronkelijken staat den vreemdeling wordt gewezen.
Hier heeft de oude Delacroix, na zijn terugkeer uit de gevangenis de Heilige Mis gecelebreerd; hier heeft hij aan den stervenden de laatste troostmiddelen toegediend, hier heeft hij den man en vrouw vereenigd; hier heeft hij hun kinderen gedoopt. Dit alles mocht hij doen, zonder bevreesd te zijn voor eene overrompeling der Franschen.
Hier toch durfden zij zich niet wagen, uit vrees voor den kogel, door den een of anderen in die donkere wegen verborgen vijand op hun borst gericht. Menig Fransch soldaat heeft op deze wijze het leven verloren, zonder dat ooit iemand zijn moordenaar heeft kunnen ontdekken.
Eerst na een verblijf van achttien maanden hebben de vluchtelingen hunne onderaardsche woningen mogen verlaten, velen met een ziek, geknakt lichaam.
Onder dezen behoorde ook de oude Delacroix; na een drietal jaren stierf hij, diep betreurd door al zijn getrouwen.
Een dergelijk kerkje, grooter, weelderiger ingericht, met niet onverdienstelijke muurschilderingen treft men ook aan in de mergelgroeven van Geulhem.
Ook de priesters van Berg en Terblijt hebben geweigerd den voorgeschreven eed te zweren; ook zij zijn gevlucht in de donkere gangen; ook zij hebben hier met hunne parochianen anderhalf jaar verblijf gehouden.
Nog tal van bijzonderheden treft men in deze groeven aan.
In het Romeinsch gedeelte der Valkenburger grot bevindt zich de zoogenaamde "Driedrup", een plaats, waar zoo lang deze gang bekend is, drie druppels water van het gewelf neervallen in een door dit eeuwenlang neerstorten gevormde kom.
Onafhankelijk van jaargetijde of weersgesteldheid vallen zij neer met dezelfde regelmatigheid als het tikken van een uurwerk.
Verder een vijver, een groote waterplas, waar men met een roeibootje op kan varen, welke om de zeven jaren opkomt en weer wegzinkt.
In de Geulemer gangen groeit tegen een kalen muur in zwarte duisternis een plant, in de botanie bekend onder den naam van "Rhizomorpha subterreana" geheel gelijkvormig aan het geraamte van een blad.
Op een andere plaats is de wand allerwege bedekt met vliegen, kleiner dan onze gewone huisvlieg; zij komen alleen voor op één enkele plek.
Onbegrijpelijk hoe ze hier gekomen zijn, wat deze diertjes noopt om zich niet te verplaatsen en waarmede zij zich voeden?
Als zij elkander verslinden zouden zij toch eindelijk moeten verdwijnen.
Eigenaardig vooral, dat in deze streken de bewoners trouw zijn gebleven aan de taal, de gewoonten, de zeden, zelfs aan de feesten der voorouders.
De taal is onverbasterd gebleven; er wordt nog ten huidige dagen gesproken hetzelfde dialect als voor driehonderd jaren, een mengelmoes van Fransch, Duitsch en Hollandsch, met als overblijfselen uit den tachtigjarigen oorlog enkele Spaansche woorden als "den amigo" voor bureau van politie, een nina kinneke "klein kindje" en meer andere dergelijke uitdrukkingen.
Elke plaats heeft z'n eigen taal, waar tusschen het verschil somtijds, in aanmerking den korten afstand, zeer groot mag genoemd worden bijv: "mooi meisje geef mij een kusje" luidt in het Maastrichtsch "schoen meitske gèf mich e puunsje", de Valkenburger zegt "schoin m?dje gèf mich e muilke".
De taal zonder scherpe g, schier zonder keelklanken--de "sch" wordt uitgesproken evenals in het Duitsch--klinkt zoet, vloeiend, verhoogd nog door het ietwat zangerige, waarmede de Limburger spreekt.
Dat sprekend zingen heeft misschien zijn oorsprong te danken aan de bizondere voorliefde, welke iedere Zuid Limburger koestert voor de muziek.
Geen enkele plaats, geen enkel dorp, geen enkel gehucht zelfs, dat niet kan bogen op een of meer harmonie?n, fanfare- of zanggezelschappen.
't Zijn dikwijls zeer goede muziek vereenigingen, zooals nog onlangs bleek, bij den in Juni 1906 te Leiden gehouden wedstrijd, waar de harmonie van Valkenburg de zege behaalde over tal van Hollandsche gezelschappen, waar haar de eerste prijs werd toegekend met algemeene stemmen en bizonderen gelukwensch der jury.
Een veelomvattende werkkring, welke van de leden dezer harmonie?n wordt vereischt in de plaatsen hunner inwoning.
Des zomers geven zij concerten enkele malen in de week; des Zondagsmorgens begeleiden zij de kerkelijke processi?n, welke hier nog in het openbaar worden gehouden, terwijl zij menigmaal dienzelfden middag nog optrekken met de plattelandsschutterijen naar den een of anderen wedstrijd
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.