Herfsttij der Middeleeuwen | Page 4

Johan Huizinga
niets van! Als eindelijk Fradin, verbannen, toch de
stad verlaten moet, doet het volk hem uitgeleide, "crians et soupirans moult fort son
departement" [9].
Wanneer de heilige dominicaan Vincent Ferrer komt preeken, trekt uit alle steden het
volk, de magistraat, de geestelijkheid, tot bisschoppen en prelaten toe, hem met lofzangen
tegemoet, om hem in te halen. Hij reist met een talrijke schare van volgers, die iederen
avond na zonsondergang in processie rondtrekken met geeseling en zingen. Uit iedere
stad vergezellen hem nieuwe scharen. Hij heeft de verzorging en herberging van al die
volgelingen zorgvuldig geregeld door het aanstellen van onbesproken mannen tot
kwartiermeesters. Tal van priesters uit verschillende orden reizen mee, om hem
voortdurend bij te staan in het hooren der biecht en de bediening der mis. Een paar
notarissen vergezellen hem, om terstond acte op te maken van de bijlegging der
geschillen, die de heilige prediker overal tot stand brengt. Waar hij preekt, moet een
houten getimmerte hem en zijn gevolg beschutten tegen den aandrang der menigte, die
hem hand of kleed willen kussen. Het handwerk staat stil, zoolang hij preekt. Zelden was
het, dat hij zijn hoorders niet tot weenen bracht, en als hij sprak van het oordeel en de

hellestraffen of van het lijden des Heeren, dan braken zoowel hij als de hoorders altijd uit
in zulk een groot geween, dat hij geruimen tijd moest zwijgen, totdat het weenen
bedaarde. Boosdoeners kwamen zich voor alle aanwezigen ter aarde werpen, en hun
groote zonden met tranen belijden [10].
Het is de stemming der Engelsch-Amerikaansche revivals en van het leger des heils, maar
in het ongemetene en veel meer in het openbaar. Men behoeft hier aan geen vrome
overdrijving van den levensbeschrijver van Vincent Ferrer te denken; de nuchtere, droge
Monstrelet geeft op bijna gelijke wijze de werking weer, die de karmeliet broeder
Thomas in 1428 met zijn preeken in Noord-Frankrijk en Vlaanderen teweegbracht. Ook
hem haalde de magistraat in, terwijl edelen den teugel van zijn muildier hielden; ook om
hem verlieten velen, waaronder heeren, die Monstrelet met name noemt, huis en gezin,
om hem overal te volgen. De aanzienlijke burgers versierden het hooge gestoelte, dat zij
voor hem oprichtten, met de kostbaarste hangtapijten, die men betalen kon.
Het was naast de lijdensstof en de laatste dingen vooral de bestrijding van weelde en
ijdelheid, waarmee de volkspredikers zoo diep de menschen aangrepen. Het volk, zegt
Monstrelet, was broeder Thomas vooral dankbaar en genegen voor het neerwerpen van
praal en opschik en in het bijzonder voor den blaam, waarmee hij adel en geestelijkheid
overlaadde. Hij placht, wanneer aanzienlijke dames zich met hun hooge puntige kapsels
onder zijn gehoor waagden, de kleine jongens op haar aan te hitsen (met belofte van
aflaat, beweert Monstrelet), met den kreet: au hennin, au hennin! zoodat de vrouwen
gedurende al dien tijd geen hennins meer durfden dragen en gehuifd gingen als begijnen,
"Mais à l'exemple du lymeçon--zegt de gemoedelijke chroniqueur--lequel quand on passe
près de luy retrait ses cornes par dedens et quand il ne ot (hoort) plus riens les reboute
dehors, ainsy firent ycelles. Car en assez brief terme après que ledit prescheur se fust
départy du pays, elles mesmes recommencèrent comme devant et oublièrent sa doctrine,
et reprinrent petit à petit leur viel estat, tel ou plus grant qu'elles avoient accoustumé de
porter [11]."
Zoowel broer Richard als broer Thomas deden de mutserts der ijdelheden vlammen,
zooals Florence die zestig jaar later op enorme schaal en met onherstelbaar verlies voor
de kunst voor Savonarola ontsteken zou. In Parijs en Artois in 1428 en 1429 bleef het bij
kaarten, verkeerborden, dobbelsteenen, kapsels en sieradiën, die mannen en vrouwen
gewillig aanbrachten. Deze verbrandingen waren in de 15de eeuw zoowel in Frankrijk als
Italië een zeer veelvuldig element in de groote opwinding, die de predikers
teweegbrachten [12]. De hevige uiting van den afkeer van ijdelheden en vermaken was
reeds een vorm geworden, zooals alles in dien tijd steeds neigt, vorm te worden.
In deze ontvankelijkheid van gemoed, deze vatbaarheid voor tranen en geestelijken
ommekeer, deze prikkelbaarheid moet men zich indenken, om te beseffen, welke kleur en
felheid het leven had.
Een publieke rouw had toen nog het uiterlijk van een calamiteit. Bij de begrafenis van
Karel VII geraakt het volk buiten zich zelf van aandoening, als het den stoet ziet: al de
hofbeambten "vestus de dueil angoisseux, lesquelz il faisoit moult piteux veoir; et de la
grant tristesse et courroux qu'on leur veoit porter pour la mort de leurdit maistre, furent

grant pleurs et lamentacions faictes parmy toute ladicte ville." Er waren zes pages van
den koning op geheel in zwart fluweel gedoste paarden. "Et Dieu scet le doloreux et
piteux dueil qu'ilz faisoient pour leur dit maistre!" Een van de knapen had van verdriet in
vier dagen niets gegeten of gedronken, vertelde het volk verteederd. [13]
Het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 187
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.