Geerten Basse | Page 6

Monteyn Lode
die 't eerst akkoord heeft
geslagen met den baas uit 't Fleschken aan de Werf ..."
De roeiers luisterden aandachtig, of hun eene openbaring werd
gedaan ... "En die heeft hem 't geld geleend ... en nu moet den Rik,
iederen dag een deel van de winst afstaan tot afkorting ... en daarbij
'nen grooten percent betalen!" ...
Neen, een eigen bootje wilde Geerten. Nog een beetje geduld
maar--innerlijk jubelde hij--dan zouden ze den sterken Basse hooren
tuffen tot over 't water ... Vader had wel wat geld ... Sophie gaf hem
bovendien ieder jaar een twee honderd frank, rekende hij ... dat kon
onmogelijk opgaan ... en ...
--"Nog een pint Geert?" vroeg vriendelijk Käthe de serveuse..
--"Ja, en 'nen beste erbij" ...
... Vader kon toch niet eeuwig leven ... hij was erg ziek ... bediend ... 't
winterde fel ... wie weet?...
Terwijl Geerten mijmerend en afgetrokken volgde het razen der
anderen, wier woorden beukten en scholden, als vloeken rolden uit de
van toorn-verhitte, brutaal-stoeregezichten, hield Franske de oogen niet
af van Lowis, die met een dronken Engelschman, hangend tegen den
glimmend koperen toogrand, een sleepend praatje voerde ...
In den anderen hoek der gelagkamer, op een mooi-rood fluweelen
zitbank, was Käthe terug tusschen hare twee klanten gaan
zitten--piepjonge, baard-looze "printers,"[1] die haar met
lodderlijkverliefde blikken begaapten en waartegen zij grapte ...
Noot: [1] Leerling op een schip: "Prentice."
Beide jongens naderden haar dichter, beproevend te zoenen heur
frissche nat-roode, steeds treiterend weggetrokken lippen, tot zij de

ondernemende indringers met klokkenden, hoogen lach op zij duwde
hen aanmanend te betalen ...
Met vollen greep nam een 't geld uit zijn broekzak, liet het rinkelend
tinkelen op de marmeren tafelplaat: ...
"Take what you like". (Pak wat ge wilt).
Franske keek het na ... Een gouden affaire dacht hij ... en weer staarde
hij Lowis vlak in 't volle gezicht, blankend onder 't zware vlam-roode
haar, waarin de valsche steenen der hoornen kammen vonken schietend
flonkerden ...
--Wat 'n wijf! bewonderde hij en spottend-meewarig, viel zijn stralende
blik op zwijgenden Geerten óver hem ... "Geen spek voor zijnen
bek" ...
De zatte matroos zwalkte met knikkende knieën naar de deur toe, wierp
dan de bazin eene kus-hand toe ... Geerten zag het en zijn gelaat bleef
onbewegelijk-strak ...
--Niet jaloersch, peinsde Franske, nu, 'k zou het zelfde doen ... zoo'n
schoon affaire!...
Hij pinkte eens naar Lowis, die nevens den "printer" was gaan zitten ...
Ze lonkte terug, heel natuurlijk ... De oogen van Schoon Franske
blinkerden van louter leute ... 't Pakte wat hij sinds dagen als een vaag,
bijna onuitvoerbaar plan in zich omdroeg ...
--"De teerlingen! de teerlingen!" riep Venijnige Charel zenuwachtig-
gehaast.--"We zullen smijten en wie 't minst gooit, moet dezen nacht 't
moteurken van Schampavie naar den duvel helpen, gelijk hoe!..."
--"Aangenomen?" vraagde Suske, frutselend aan de gouden oorringen,
die hij droeg als voorbehoedmiddel tegen oogziekten ...
--"Ja! Ja!" Verward schreeuwden ze 't door elkaar.

Geerten, die een oogenblik met verre aandacht de sprekers in hunne
heftige bewijsvoeringen gevolgd had, juichte luide toe, want
Schampavie had hem, lange jaren geleden, eens in 't Schipperspaleis,
de danszaal van 't kwartier, een kermislief gekaapt, en die smaad leefde
wrokkend voort in Geertens borst ...
Heupwiegend kwam Lowis den teerlingenbak brengen. De mannen
sprongen recht, namen plaats om de ronde tafel, juist onder den
lichtenden gasluchter, midden 't vertrek. Lowis bleef staan,
nieuwsgierig kijkend, zijlings-lonkend naar Franske, die heur
voortdurend gadesloeg, bewonderend de gevulde ronding der borst
spannend in 't zijden lijfje, waaruit mollig-gedraaid de wat
sproeterig-roode armen staken ...
--"Allô, niet stooten zulle!"
De dobbelsteenen rolden in den bak!... "Negen! voor Suske!" Weer viel
de stilte ...
Heimelijk naderde Franske Lowis, die hem vink-oogend wenkte. Nu
stond hij nevens haar, kittelde even heur arm ... Ze schoklachte ...
"Zes!... Aï mij ... Charel!"
"Stilte!... Sst!..."
Wijl Geerten met gespannen aandacht eenen worp volgde, neep Schoon
Franske, belust, in de malsche heup der deerne. Ze gaf hem een licht
stootje met den voet tegen zijn been ... Zijn hart vloeide vol gloeiende
zaligheid ... Hij moest werpen!... Als 'k 't hoogst smijt!... dan ... Hij
dacht niet verder en gooide ... Twaalf ... Hoerah, Franske!...
Overmoedig gierlachend, greep hij in 't geniept, achter Geertens rug om,
de hand van Lowis, kreeg een fermen druk weerom ... trok snel terug,
voelend de sluw-loerende oogen van Venijnigen Charel op hen
gericht ...
Geerten was aan de beurt. Onverschillig bolden de ivoren kubusjes in
de roodbeplakte doos, buitelden zottelijk koppeken over, bleven toen

stil liggen.
"De twee apen!" (de twee eenen.)
Een schaterlachen doorschokte de lichamen der roeiers ...
"Gij moet gaan! Santé zulle," riep Charel hoonend.
"Daar doe 'k het orgel op spelen!" zei Lowis gekscherend, en met een
kort klikje begon de metalen plaat te draaien en de tonen van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 29
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.