Eline Vere | Page 2

Louis Couperus
sprak Lili, die zeer ongemakkelijk lag.
--Bet, breng de lamp weg; Dien, de deur dicht, en dan beiden hier, elk aan een kant van de porte-brisée!
Dit gebeurde, en zij bevonden zich allen met kloppende harten in het pikdonker, terwijl Paul aan het venster tikte, om zich daarna bij de jongens in den hoek te voegen.
Langzaam en weifelend ontvlamde het Bengaalsche licht tegen den reflector aan, de porte-brisée schoof statig open, een helle witte gloed verheerlijkte het tableau.
III.
Glimlachend en beleefd, terwijl de gesprekken eensklaps in een murmelend gegons overgingen, drongen zich de gasten in de groote suite en de serre een weinig naar voren, verblind door een zee van kleuren en licht. Heeren weken uit voor een paar lachende meisjes; op den achtergrond der zaal klommen jongelieden op stoelen, om beter te zien.
--"La mort de Cléopatre!" las Betsy Van Raat aan mevrouw Van Erlevoort voor, die haar het programma had gereikt.
--Prachtig, magnifique! hoorde men van alle zijden.
In den witten gloed van het licht scheen het oude Egypte herschapen te zijn. Tusschen weelderige draperie?n zag men iets als een oaze doorschemeren, een blauwe lucht, een paar pyramiden, een palmengroep. Op haar door sfinxen getorste rustbank lag Kleopatra, overgolfd door een vloed van lokken, den dood reeds nabij, terwijl zich een adder om heur arm kronkelde. Twee slavinnen wrongen zich in wanhoop aan haar voeten. De bonte droom eener ori?ntalische pracht van enkele seconden, de po?zie der oudheid voor korte wijlen herlevend, onder de blikken eener moderne soirée.
--Dat is Freddy! sprak Betsy; beeldig, o beeldig! en zij wees mevrouw Van Erlevoort, wie al die weelde een weinig voor oogen schemerde, de stervende vorstin aan. Nu echter herkende de moeder haar eigene dochter in het bevallige, onbewegelijke beeld, ginds voor haar.
--En dat is Marie, en die andere, o, dat is Lili, onherkenbaar! Wat een prachtige costumes, wat een moeite! Ziet u, die draperie van Lili, dat violet met zilver, heb ik hun nog geleend.
--Hoe doen ze het! murmelde de oude dame.
De witte gloed van het licht weifelde, de deuren schoven dicht.
--Prachtig, tante, prachtig! riep Betsy tot mevrouw Verstraeten, de gastvrouw, die haar voorbij ging.
Tweemalen herhaalde zich de droom, eerst in zeegroenen glans, daarna in vuurrooden gloed. Onbewegelijk lag Freddy met den adder, en alleen Lili sidderde in haar gewrongen poze. Paul zag met een stralend gezicht uit zijn hoek toe; alles was goed.
--Wat ligt die Freddy stil! En alles zoo rijk en toch niet overladen! Iets als een schilderij van Makart! sprak Betsy. haar veeren waaier ontplooiend.
--De freule uw dochter is al heel gauw levensmoê, mevrouw! lispelde de jonge De Woude Van Bergh, zich tot mevrouw Van Erlevoort, de mama van Freddy, buigende.
IV.
Na de derde herhaling van den droom ging mevrouw Verstraeten in de kleedkamer. Zij vond er Frédérique en Lili, schaterend bezig zich van haren Egyptischen dos te ontdoen, zoekende naar de tallooze spelden, tusschen elke vouw. Paul en Marie, op hooge trappen, bijgelicht door twee der meiden, rukten Kleopatra's boudoir uiteen. Dien beijverde zich neêrgeworpen draperie?n en afgegleden kettingen op te rapen. De drie jongens rolden op een matras over elkaar.
--Was het mooi, mama? vroeg Lili.
--Was het mooi, mevrouw? riep Frédérique tegelijkertijd.
--Prachtig mooi! Ze hadden het nog eens willen zien.
--Nog eens! Ik ben nu al half dood! riep Lili, en zij liet zich kwijnend, met geloken oogen, in een fauteuil neêr, terwijl ze er een grooten bundel van afgooide. Dien werd wanhopig: zóo zou zij nooit aan een eind komen.
--Lili, rust dan toch! riep Paul, boven op zijn trap, haar uit de andere kamer toe; je krijgt nu zoo een vermoeiende poze. Tante, zegt u toch aan Lili, dat ze moet rusten! en hij wierp eenige bonte tapijten van de koorden af, waarover zij geplooid hingen. Dien ging aan het opvouwen.
--Dien, witte lakens en witte tulle! riep Marie. Dien hoorde verkeerd en bracht verkeerd aan.
Ieder sprak, ieder beval en vroeg; de grootste wanorde begon te ontstaan. Paul roerde zich in wanhoop, zonder begrepen te worden, op de hoogste trede van de trap.
--Ik kan niet meer! sprak hij, neêrhurkend en woedend. Ik moet ook alles alleen doen!
Mevrouw Verstraeten was, na Pauls verzoek aan Lili herhaald te hebben, vertrokken om den knechts te zeggen, dat de jonge artisten niet vergeten mochten worden. De eersten kwamen dus weldra binnen, met groote bladen vol glazen wijn en limonade, gebak en sandwiches. De wanorde steeg ten top. De drie jongens lieten zich bedienen op hun matras, waarover een der Jannen een stroom orgeade goot. Toen stortte Marie op hen in een woede van woorden toe, en zij trok met Dien de matras onder hen weg, naar de andere kamer.
--Frédérique, help dan toch eens aan den achtergrond! riep Paul, steeds gehurkt, en met eene verwijtende stem. Hij had het reeds opgegeven meester te blijven over de drie jongens, die nu echter door oude Dien buitelend en gillend uit de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 226
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.