vrouw heb ontmoet, en dat is voor een stad een groot compliment.
Een ding trof en griefde mij als een teleurstelling in dit oord der practische doelmatigheid. En dat was, dat ik 's morgens aan mijn slaapkamerdeur mijn schoenen niet keurig glimmend gepoetst vond gereedstaan. 't Was letterlijk een slag, te hooren, dat ik de straat op moest, of den "stand" van 't hotel had op te zoeken, om dat zaakje in orde te krijgen. Laat in den avond van den dag mijner aankomst werden mij op dit punt de oogen geopend, toen ik argeloos mijn schoeisel op den corridor wilde neerzetten, zooals ik dat in Engeland in elk hotel of boarding house zou doen. "Ik zou ze daar niet laten slingeren, als je ze hoopt terug te zien", zei een welmeenend vriend. "Zóó zijn onze manieren niet, hier te lande".
Mijn ergernis over die vreemde gewoonte verminderde er niet op, toen ik 's morgens verplicht was mijn stoffige, onfrissche voetbekleeding weer aan te trekken zooals ze was afgelegd. In Engeland is de schoenpoetser een bijkomstigheid, een nederig, onbeduidend individu, hurkend op een straathoek. Amerika heeft zijn bedrijf verheven tot de waardigheid eener nationale instelling. De zonderlinge soort van troonzetels op de hoeken der New-Yorksche straten, waarin mannen en vrouwen geschaard zitten, om op hun gemak de noodige bewerking van hun schoeisel te laten geschieden, bleven mij steeds een vreemd verschijnsel. De altijd haastende Amerikaan zoekt hier rust en gemak; de flaneerende Londenaar getroost zich tijdelijk een positie waarbij hij nauwelijks op de been kan blijven. Meerdere van die kleine afwijkingen en bijzonderheden in gewoonten en leefwijze troffen mij gedurende mijn verblijf. Geen kellner in hotel of restauratie zal ooit een gast naar zijn wenschen vragen, eer hij hem van een glas frisch koud water heeft voorzien. 't Is volstrekt geen kwade gewoonte; maar ik kon niet nalaten mij af te vragen, of die dagelijksche waterverspilling op groote schaal misschien ook had kunnen vermeden worden. En waarom steken de standpijpen, waaraan de brandweer de slangen heeft te bevestigen, toch een halven voet boven 't plaveisel uit, zoodat iedere voorbijganger er zijn schenen tegen stoot? Mij waren die alomtegenwoordige steenen des aanstoots een voortdurende ergernis. Een ander eigenaardig verschijnsel vond ik de kalmte, waarmee zoogenaamde "streng verboden" dingen werden gedaan, en "streng gèboden" maatregelen werden verzuimd of ontweken. Op den elevated railway,--dat barbaarsch bouwsel, dat mooie straten en pleinen als Greeley Square en Sixth Avenue bederft,--is het den passagiers "positively" verboden, naast den conducteur te staan op het platform; maar ze staan er tòch. Aan de achterdeuren van magazijnen en goederenbureaux prijkt de verzekering, dat hier na een bepaald uur van den dag "positively" geen goederen meer worden in ontvangst genomen; maar afgeleverd worden ze tòch. Op kantoren wordt de bezoeker afgescheept met de bewering, dat mijnheer "positively" niemand kan spreken op 't moment;--ontvangen wordt hij ten slotte tòch. Ik hoorde zelf een conducteur van de electrische tram met nadruk verzekeren, dat er nu "positively" binnen in geen plaats meer was; maar bij de volgende halte werkte zich een ondernemend en vastberaden troepje handig door de versperde opening, en de conducteur liet ze begaan, met een vermoeiden blik, die zeide: "Hun zin krijgen ze tòch". Dat voorbijzien van regel en orde verbaast ons in een stad als New-York; misschien is 't een der uitingen van den geest van "hustle" die nu eenmaal den kortsten weg zoekt en vindt, en van geen beletsel op zijn pad notitie neemt.
Amerikanen zijn nooit tevreden met het verkregene. Wat zij "efficiency" noemen, is wedijver; en wedijver beteekent bij hen een roekeloos overvleugelen, een stelsel van "buigen of breken", dat systematisch van al het bezielde en onbezielde méér vergt, dan het naar aanleg en vermogen leveren kàn. Ik heb trams zien passeeren met een vaart van 20 mijlen per uur, letterlijk behangen met trossen zwevende passagiers. Wie geen houvast had aan 't voertuig zelf, klemde zich vertwijfeld aan de kleeren van zijn machteloozen buurman. Brooklyn Bridge, bestemd om 400.000 passagiers te vervoeren per dag, draagt er geregeld ruim een millioen. Evenzoo gaat het bij de elegante fijne Manhattan Bridge, die haar luchtig kantwerk spant van de Bowery naar Flatbush Avenue, Brooklyn. En zoo als Brooklyn Bridge de tot het uiterste gespannen draagkracht vertegenwoordigt, die te dulden weet, zoo zien we in het bekende Flatiron Building de hoop en het streven belichaamd, die de bezielende kracht vormen van Amerika. Als de boeg van een reuzenschip rijst het ontzaglijk gevaarte op den hoek van Broadway en Fifth Avenue omhoog, de elementen trotseerend.
Naar den top omhoogklimmend, beseft men ten volle de gerechtigdheid der bedenkingen en tegenwerpingen dier critici, die het oorspronkelijk plan onuitvoerbaar achtten; heeft men het hooggelegen doel bereikt, dan eerst gevoelt men de verrukking na der bouwmeesters, die dit wonder, alle bedenkingen ten spijt, hebben tot stand gebracht. Staande in
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.