den toren van het Woolworth Building, hoog in de wolken, van waar ge de stad en haar omstreken zich verweg ziet uitstrekken en verliezen in den wijden horizon, voelt ge het gevaarte zachtjes meedeinen op den wind, die tegen zijn vlakke zijden blaast. Neerziend op de kleine zwarte puntjes, die zich daar beneden bewegen tusschen de spleten der huizen wanden, ervaart ge een vreemd en nieuw gevoel, alsof ge van de aarde zijt losgemaakt. Daar in de diepte lag Madison Square, het hart van New-York, als een opgezette doos met kinderspeelgoed. Overdag jaagt door dat hart de bruisende stroom van het rusteloos werkzaam leven; des avonds klopt het niet minder onstuimig in de bevrediging zijner matelooze hunkering naar genot.
En in de lange nachten zoeken hier de zwervers rust, die, als wrakhout in den stroom medegesleurd, geen vasten grond vonden voor hun voet, in den wervelenden maalstroom.
En hoe nu den echten New-Yorker te kenschetsen, den man, die deze wonderen schiep, en die nog steeds voortgaat, zijn scheppingen onmeedoogend te vernielen, om ze door grootschere te vervangen? Voor het eerst aarzel ik. Eerlijk gezegd, ik geloof niet, dat de typische New-Yorker de typische Amerikaan is. New-York is een wereld op zich zelf, en moet op zich zelf beschouwd worden, afgescheiden van het werelddeel, waarvan het de toegangspoort vormt. Wandel door Seventh Avenue den eersten besten werkdag tusschen twaalf en een; zoek Central Park op, op een mooien Zondag; of Broadway, zoo ge wilt, op welk uur ook van den dag of den avond, en geef uw ooren en oogen den kost. Wat hoort ge, terwijl ge u een weg baant door het dichte gedrang?
Jiddisch, Fransch, Italiaansch, Duitsch,--m����r dan Engelsch. Wat ziet ge? Weinig amerikaansche gezichten; al die meerendeels jonge mannen en vrouwen, die u omringen, vertoonen het type van Midden-Europa. Dat zijn de burgers, die dag aan dag in nieuwe drommen komen aanstroomen om in den krioelenden mierenhoop hun aandeel te veroveren aan arbeid en belooning; die binnen een jaar nadat ze den eersten voet aan wal zetten, reeds New-Yorkers zijn geworden; zoodat de vloed, die daar door Broadway golft, en die alle bekende naties vertegenwoordigt, ����n saamgesmolten, gesloten geheel vormt, verscheiden in zijn elementen, ����n in zijn volheid en levenskracht. Merkwaardige dingen ziet men hier. Een bezoek aan een der groote lunchrooms op het drukke middaguur schijnt u op het eerste gezicht de belichaming van den chaos, het is dat niet. In zulk een restauratie wordt meer voedsel verbruikt, in korteren tijd, dan op eenige plek ter wereld bij mogelijkheid k��n geschieden. En hier bestaan gelegenheden waar de klanten zichzelf bedienen en zelf de waarde van het door hen gebruikte opgeven. Iets dergelijks kan ik mij in Londen niet voorstellen. Daartoe zijn wij Engelschen nog niet opgevoed; en ik blijf dat altijd beschouwen als een der eervolste onderscheidingen van New-York. Het succes van die restauraties heeft het bewijs geleverd dat New-Yorks stoere werkers een fijn eergevoel bezitten.
Mijn blijvende, vastomgrensde indruk van de stad? Vraagt ge een man naar indrukken, die pas een razenden storm op zee heeft doorstaan? New-York is de stad van het onverwachte, het grillige, het uiterst verbazingwekkende. Ik leerde een volk kennen, dat weelde tot noodzaak maakt, en gewoonten vormt uit toevallige omstandigheden. Een volk dat tabak pruimen onbehoorlijk vindt, maar "spittoons" plaatst in alle kantoren, banken en openbare gebouwen. Een volk dat spot met "evening dress"; maar zich daar zonder niet meer verkiest te vertoonen. Een krachtig, jeugdig, energiek volk, dat een stad bouwt naar zijn eigen welbehagen, en met de luimigheid, der jeugd eigen, nu en dan zijn eigen maaksel aan stukken smijt, om van voren af aan te beginnen. En wellicht vinden wij het raadsel van New-York's wezen eerst opgelost bij een nadere beschouwing van den New-Yorker in zijn huiselijke omgeving en zijn vermaken.
Als ik een bewoner der Vereenigde Staten was, en hoopte op een vlugge manier mijn schaapjes op het droge te krijgen, dan zette ik een zaakje op in "pea nuts" en "cracker jack". Zelf heb ik die delicatessen niet geproefd; maar ik heb ze zien consumeeren, bij de ton, durf ik wel zeggen, door amerikaansche burgers, voor wie het leven geen leven meer zou zijn, zonder dat onophoudelijk gekauw en geknabbel. Toen ik naar Amerika ging, had ik van peanuts en cracker jack zelfs nooit gehoord. Thans kan ik mij geen plaats van openbare vermakelijkheid meer voor den geest roepen, in New-York niet alleen; maar in heel Amerika, of de herinnering aan dat goedje dringt zich met geweld aan mij op. W����r de New-Yorker ook gaat, die heerlijkheden gaan mee. In de parken, op de booten, op straat, in den trein, zijn duizenden paren kaken aan 't knabbelen op den zoeten inhoud van doozen en zakken, die geledigd achterblijven, en als klein Duimpje's broodbrokjes, het spoor aanwijzen van geheele families, op een
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.