Eens Engelschmans eerste indrukken van New-York | Page 5

Stuart Martin
inhoud van doozen en zakken, die
geledigd achterblijven, en als klein Duimpje's broodbrokjes, het spoor
aanwijzen van geheele families, op een van hun feestelijke uitstapjes
dwars over 't eiland Manhattan, van de Bronx naar Battery Park, of van
Brooklyn naar Jersey.
Ik herinner mij een Zondagmiddag in Central Park, waarop ik gepoogd
heb, het aantal personen te tellen, dat bezig was peanuts en cracker jack
te kauwen. Joden, Duitschers, russische Polen, Zweden, Italianen, alle
naties, waren hier vertegenwoordigd, en allen waren in dat ééne opzicht
amerikaanscher dan de amerikanen zelf, ja dan de onvervalschte
Yankee politie-agent, die in de brandende hitte, met zijn rug tegen een
hek geleund, onverstoorbaar te--kauwen stond. Toen ik met mijn telling
een goed eind op weg was naar de duizend, gaf ik het op; ik werd
trouwens in de war gebracht door een kauwende negerfamilie, waarvan
de zwarte paterfamilias mij zijn leege cracker jack-doos voor de voeten
smeet. Central Park is voor den New-Yorker, wat Regent's Park is voor
den Londenaar. En toch is er een groot verschil tusschen die beide
"speeltuinen" en hun respectieve "Zoo's". De londensche dierentuin is
een particuliere onderneming, en het kijklustig londensch publiek
betaalt er voor de pret. In New-York heeft het publiek vrijen toegang,

zoowel tot de Zoo, als op het meer, waar de pleizierbootjes varen. Mij
beviel die inrichting heel wat beter; maar jammer vond ik het, dat de
menschen niet mochten wandelen of zitten op het gras, zooals dat
overal in de londensche parken gewoonte is. 't Was niet om aan te zien,
dat gedrentel in de brandende zon van menschen met kinderen, terwijl
alle banken natuurlijk steeds waren bezet. Van het groote geplaveide
terras rondom de fontein was 't een mooi gezicht op het meer met de
vlugge bootjes, en daarachter het golvend terrein van het dicht
belommerde park, waar de kale rots zich vertoont tusschen met gras
begroeide hoogten, alsof er gaten waren gesleten in een wollig tapijt.
Een echte long van New-York is dat Central-Park, met zijn frissche,
opwekkende lucht, die het brein verheldert en nieuwe levenskracht
schenkt.
Die New-Yorkers! Even fel en intens in hun pleizier als in hun werk,
bij hun uitspanning als bij hun inspanning. 't Kon hen niets schelen, wie
er naar hen keek. Ze hingen over de zijden van de wit geschilderde
motor-bootjes, en plasten in 't water en gooiden elkaar kletsnat, ze aten
hun lunch daar in 't publiek en stoorden zich aan geen sterveling. De
vlag die er fladderde aan den achtersteven van de boot en op het
torentje aan de landingsplaats was de vrijheidsvlag, en vrij wàren ze,
vrij om te doen wat hun beliefde. Dàt antwoord, schoon onuitgesproken,
leest hier de verwonderd vragende blik van den vreemdeling in het oog
van elken burger, iedere burgeres.
Ik woonde er ook een baseball-match bij. Dat ik de finesses van 't spel
begreep, kan ik niet zeggen; 't leek mij een veredelde vorm van een
onschuldig spelletje, dat wij op school "rounders" noemden. Maar de
dichte menschenmassa's die zich verdringen voor de bulletins aan de
kantoren der nieuwsbladen, bewezen 't mij wel, als ik het nog niet wist,
dat het den Amerikanen ook met dit spel ernst is, zooals met al wat ze
doen.
Meer nog dan dat verschil tusschen amerikaansche en engelsche sport
trof mij 't opvallend onderscheid tusschen het "home" van den
Amerikaan en dat van den gemiddelden Engelschman. New-York is
geen stad van "homes". 't Is een stad van flats en "roomers". 't Duurde

lang, eer ik een equivalent had ontdekt van wat wij onder een gezellig
interieur verstaan, en dat was ten slotte nòg het ware niet. De echte
genoeglijke behagelijkheid schuilt op plekjes den kant van Jersey uit,
of aan de Hudson, of verstopt zich in afgelegen hoekjes aan den
buitenkant van Brooklyn. Talrijk zijn die plekjes niet, in elk geval. De
New-Yorker heeft er geen tijd voor, zich op zijn gemak in te richten.
De jonge man, die er is aangekomen uit "the old country" met zijn
solide kist of koffer, die voor hem den grondslag van alle bezit
vertegenwoordigt, verkoopt dat aartsvaderlijke ding al gauw, en schaft
zich een reistasch aan. Hij weet het al; men vestigt zich hier niet, men
glijdt mee met den stroom. Zelfs de rijke lieden koopen hier geen
huizen; ze huren ze alleen. Toen Roosevelt van zijn reis door Z.
Amerika terugkwam, beweerde hij een paar dagen rust te willen nemen
"om zijn familie te leeren kennen" eer hij weer aan 't werk ging.
Niemand vond daar iets bijzonders in. Aanhoudend in beweging zijn is
de normale toestand van den Amerikaan. Waar hij zich voldoende
veilig en op zijn gemak heeft geacht, om een permanent verblijf in te
richten, levert ook dat verblijf voor den Engelschman steeds nieuwe
verrassingen op. De centrale verwarming biedt ontegenzeggelijk
voordeelen, die ons
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.