zijn gezicht gegeven. Een kwartier later, toen zij bedaard was en inwendig al spijt had van haar handeling, was hij naar haar toe gekomen om haar te vragen of zij nog boos was. Zij had bedeesd van neen geknikt. Hierop hadden zij elkaar afgezoend en was er over niets meer gesproken. Dit voorval maakte, dat zij veel van Jozef begon te houden. Ze vond 't zoo lief van hem, dat hij haar niet af had geranseld, want hij was toch zooveel sterker dan zij. Uren lang kon hij zich dan ook met haar bezighouden, naar haar poppespelen kijken, haar goeden raad geven voor haar borduurwerk en pianospel, en nooit was hij boos, wanneer ze hem met een slecht humeur antwoordde. Zoo als hij haar van haar derde tot haar zesde jaar op zijn schoot nam, haar liefkoosde en sprookjes vertelde, zoo als hij toen eens heur haren had gekamd op de manier zoo als hij zei dat de mooiste jonge jufvrouwtjes in de groote stad Parijs hun kapsel droegen, zoo als hij haar prenteboeken meebracht, met veel prachtiger plaatjes, dan die zij van vader kreeg, en eens zelfs een echt gouden halskettinkje, zoo, met denzelfden goedigen glimlach, met hetzelfde gemak en geduld, met hetzelfde onverstoorbare goede humeur, had hij ook belang gesteld in haar vermaken van toen zij wat ouder werd, en zich naar haar veranderde pleizieren met dezelfde welwillendheid geschikt. Van haar tiende tot haar dertiende bijna veertiende jaar, had hij haar allerlei gezelschapsspelen geleerd, die haar te pas konden komen, wanneer ze met vriendinnetjes was of met groote menschen meespeelde: kien, het ganzebord, het dominospel, van alles maakte hij haar de fijnheden duidelijk en onderwees haar in die handgrepen, die hij zelf had weten te ontdekken om zonder moeite te winnen. Hij had uren achtereen met haar zitten schaken en dammen, want zij hield van zulke spelen, en klapte in haar handen, wanneer hij haar liet winnen, zoo als dikwijls gebeurde, dan omhelsde ze hem en had hem nog liever dan vroeger. Zij herinnerde zich nog als den dag van gisteren, hoe eens, toen Jozef op een avond zoo aandachtig naar haar onbeteekenende eerste pianostudies had geluisterd en hij wel een uur en drie kwartier vlak naast haar was blijven zitten en haar een middeltje had geleerd om gemakkelijk de handen wijd uit te spreiden, waarna zij, toen al een groote meid van twalef jaar, op zijn knie was gesprongen om hem te bedanken,--het schoot haar te binnen, hoe toen haar vader haar had verweten, dat zij meer hield van Jozef van Wilden dan van hemzelf, haar eigen vader, en hoe zij misschien veel liever Jozef tot papa zou hebben gehad. Dit was wel, neen volstrekt niet, in 't geheel niet waar. Zij had er zelfs nooit of nimmer aan gedacht, maar om dat Jozef zich zooveel met haar bemoeide en altijd haar liefhebberijen raadde, en altijd graag deed wat zij ook graag deed, om dat Jozefs leeftijd in alle geval met de hare zooveel meer gelijk stond dan die van haar vader, om dat Jozef nooit knorde, ja haar zelfs nooit ernstig onderhield, kende zij Jozef eigenlijk beter dan zij en haar vader elkaar kenden, waren zij ten minste vanzelf schijnbaar vertrouwelijker met mekaar. Vader las koeranten, waar zij niets van begreep, rookte pijpen, waarvan de tabaksrook haar naar maakte, vader sprak zelden met haar, of 't moest zijn om haar kleine godsdienstige vermaningen te geven, die nog minder indruk op haar maakten, om dat hij ze zelf alleen als opvoedingsmiddel gebruikte en zij niet uit zijn hart kwamen, dat had zij later wel begrepen; vader vond haar gebonk op de piano vervelend en vluchtte naar boven als zij begon. Er kwamen wel eens heeren vader spreken en dan zei hij aan Mathilde van wech te gaan; dit vernederde haar altijd erg, en zoo meer. Jozef daarentegen had ook b.v. belang gesteld in haar eerste zelfgekozen toiletjes, de eerste uitingen van haar aanstaande jonge-meisjes-ijdelheid had hij met ontzaglijk veel plezier begroet en ze aangemoedigd. Hij was verrukt geweest te zien, hoe zij langzamerhand groote-dames-neigingen begon te vertoonen en hoe, met het voller uitkomen van haar lichaamsvormen, waar zij zelve zich toen nog ongerust over maakte, zij ook een beetje nuffiger en eleganter werd. Hij had verteld van zijn reizen, van de groote zalen vol prachtig gekleede dames, die hij had gezien, van de wereld daar buiten, van bals en konserten en komedies. Hij had haar bizonder mooye kostumen van hoogaanzienlijke vrouwen beschreven, die hij in hun heele volledigheid op had genomen. En elken dag waren zij betere vrienden.
Maar toen Mathilde volwassen werd wijzigde zich langzamerhand hun verhouding heelemaal. Mathilde vroeg zich te vergeefs af waar 't 'm aan lag, zij wist geen oplossing te geven. Maar dagelijks verkoelde de vurige vriendschap tusschen haar en Jozef. Hij werd
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.