Door Oost-Perza | Page 5

Percy Molesworth Sykes
tusschen beide steden. De
straat is vol winkels, waar men russische samovars en manchestersch
katoen ziet. Ik kocht er drie turkmeensche tapijten voor ongeveer zeven
pond. Een goed gesternte had mij bij den koop geleid, want ze waren in
Engeland vier- of vijfmaal die som waard.
Daar drie dagen voldoende bleken, om alle merkwaardigheden van
Boesjnoert te bekijken, huurden wij versche muildieren en gingen op
weg naar Koetsjan. Door de Mesjedpoort vertrokken, reisden wij langs
de oude stad, waar nog slechts ruïnen van over zijn en daalden af naar
de Atrek. Onder de vele dorpen, waar wij doorheen trokken, hadden
enkele vierkante torens, gelijkend op die van engelsche kerken; overal
was welvaart te bespeuren, veel meer dan wij hadden gevonden in het

door de natuur rijker bedeelde district Astrabad. Den volgenden dag
gingen wij over een in goeden staat zijnde brug, en bij Sissah betraden
wij het gebied van Koetsjan. Het dal wordt breeder; de grond is zeer
vruchtbaar, en de dorpen zijn even talrijk als in sommige deelen van
Pendsjab.
Op onzen tocht waren wij getuigen van een nog in wezen zijnd oud
gebruik, het huwelijk bij roof. Wij ontmoetten eerst het geleide van een
bruid te paard; zij was gekleed in een rijk wit met rood gewaad. Iets
verder vonden wij andere ruiters, die bij de nadering der dame een soort
van gevecht nabootsten, tot zij een teeken had gegeven, dat zij zich
overgaf.
Te Sjirwan kwam ik weer in bekende streken en wel op den weg naar
Koetsjan daar, waar een levendige handel wordt gedreven met Geok
Tepe, het punt, dat het dichtst bij den transkaspischen spoorweg is
gelegen. De Atrek was hier niet veel meer dan een groote beek. Een
tocht van 35,000 mijlen door een der vruchtbaarste dalen van Perzië
bracht ons te Koetsjan. Het district, waar die plaats de hoofdstad van is,
moet als het belangrijkste der drie koerdische districten worden
beschouwd; tot in den jongsten tijd was het half onafhankelijk. Nadir
Shah werd vermoord in 1747, toen hij een poging deed, het te
onderwerpen. De ilkhani is reeds door lord Curzon op amusante manier
beschreven; hij is gewoonlijk in een toestand van ontoerekenbaarheid
door de uitwerking van opium of alcohol, en men moet hem altijd drie
dagen van te voren, een bezoek aankondigen. Ik onthield mij van een
visite, daar ik geen tijd wilde verliezen.
Ik vond te Koetsjan een brief van den engelschen consul-generaal te
Mesjed, den heer Elias, die zoo vriendelijk was, mij te melden, dat hij
mij op een dagreis afstands van de stad een sowar en twee paarden had
tegemoet gezonden. Wij namen een wagen, om ons met onze bagage
naar de stad te brengen.
Het land was vruchtbaar maar eentonig. Door de strenge vorst was de
weg hard en vlak. In den namiddag van den derden dag ontdekte ik een
man in de verte, die de sowar bleek te zijn, en in minder dan vijf
minuten draafde ik in de richting van Mesjed, terwijl Joessoef in het

rijtuig volgde. Vóór ons schitterde op vele mijlen afstands de prachtige
vergulde koepel als een vuurzee in de stralen van de ondergaande zon.
Een nieuwsgierige menigte wachtte ons af op de pleinen der stad. Door
de Khiaban, de hoofdstraat, iets als het Unter den Linden der plaats,
daarna door de kronkelende straatjes, kwamen wij aan het
Consulaat-generaal, waar wij hartelijk werden ontvangen. Nu ik twee
maanden lang buiten de beschaafde wereld had verkeerd, was ik
onuitsprekelijk gelukkig, mij weer in een bevriende omgeving te
bevinden.
Mesjed, welks naam beteekent "Graf eens Martelaars", heet zoo, omdat
men er het graf vindt van een heilige Reza, den achtsten iman. Zijn
monument behoort tot de rijkste en meest bezochte van Azië. De
schatten, die er bewaard worden, bestaan niet alleen uit ruime
jaarlijksche schenkingen van geld en kostbaarheden, maar het graf
ontvangt ook giften en legaten in grond en tuinen, en wel van alle
klassen der bevolking. Het is niet toegankelijk voor christelijke
bezoekers, een regel, waaraan men zich in Perzië bij vele instellingen
houdt. Toch is hij niet steeds in acht genomen, en de spaansche gezant
aan het hof van Timoer, Ruy Gonzalez de Clavyo, vertelt, dat hij de
moskee te Mesjed heeft bezocht.
Het tegenwoordige heiligdom ligt, naar ik hoor, in het midden tusschen
drie groote pleinen. De bouwtrant, de opengewerkte lantaarn en het
gouden traliewerk geven er van buiten een ernstige schoonheid aan,
geschikt om een diepen indruk op vrome gemoederen te maken.
Mesjed is tegenwoordig een belangrijke stad uit het oogpunt van den
handel en de politiek. Van engelsch standpunt gezien, zou het een
goede post zijn ter bewaking van westelijk Afghanistan en een
bruikbaar entrepôt voor den engelsch-indischen handel. Maar voor
Rusland is de post van nog veel grooter beteekenis, daar Mesjed de
hoofdstad is van de provincie Khorassan, waarvan Askhabad
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 33
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.