en wat de prijs per couvert moest
zijn.
Bij tweeën en drieën staan de melkboeren te praten over allerlei
kleinigheden, op neutralen toon gezegd, terwijl de rook der sigaren hun
oogen in een zilverachtig schijnsel hult, of wel, ze gaan met langzame
schreden naar de herberg en zetten hun vertrouwelijk praatje voort op
de banken langs den muur.
De herbergzaal, of liever de biljardkamer, heeft veel overeenkomst met
onze herbergen en café's. Al de ruimte wordt ingenomen door het
enorme biljard met zakken aan de vier hoeken. Verder staat er een
ronde tafel met een gestreept kleed er over, en alles, wat er noodig is,
om te schrijven; stoelen, netjes in rijen geschaard, voltooien het
eenvoudig ameublement voor de wijze klanten.
Men zou, als men daar binnentreedt, kunnen meenen, dat men in het
huis van een particulier is, die u vriendschappelijk, met de ellebogen op
de tafel geleund, een lekker glaasje zal aanbieden.
Op het marktplein ziet men beslist alleen mannen. Waar gaan wel de
vrouwen heen? Ik krijg een drietal huisvrouwen in het oog, die
voortloopen met manden aan den arm, en ik volg ze. Zij brengen mij
weldra op een groote binnenplaats, omringd door een klooster, en in het
midden geeft een oude iep koele schaduw.
Dit is het heiligdom der huisvrouwen. Zij staan er kalm en langzaam en
nauwkeurig zaken te doen in haar wijde rokken, groote boezelaars en
helder gekleurde doeken, de witte mutsen versierd met goud en zilver.
Enkele hebben hun manden neergezet op schragen, die ervoor klaar
staan, of op den grond naast de afgevallen bladeren en wachten met
eindeloos geduld, tot er een koopster opdaagt, om haar te ontlasten van
de vette koopwaar. Anderen staan stil, draaien wat heen en weer,
loopen rond en staan weer stil, zwijgend met onbeslisten blik en
dwalend oog, alsof ze er niet heel zeker van waren, dat zij den vasten
grond betreden.
Verlangt u boter?
Wij wenschen boter.
Hebt u kaas?
Wij hebben kaas; zie, hoe zacht ze is.
Die vragen, die antwoorden, suizen zachtjes met het geluid van den
wind door de takken van den grooten boom, en enkele vrouwen
vertellen elkaâr kalm, op welke wijze zij het smakelijke product bereid
hebben met de melk van dien en dien dag, afkomstig van een bepaalde
koe.
Onbeduidend en bolbleek zouden die hollandsche dames zijn zonder
haar bijzondere kleeding, juist als die anderen in moderne toiletten, die
alle bekoorlijkheid missen. Met de eigenaardigheden van het land
passen zij op het archaïsche fond en blijven in haar rechte, statige
houding, alsof ze altijd en overal op doek vereeuwigd moesten worden.
Haar bloote armen, hard geworden door den wind, dragen manden, die
met roode, blauwe of gele doeken toegedekt zijn, en daar het nog
zomer is, dragen zij hoeden op het hoofd in den vorm van omgekeerde
bloempotten met groote pompons versierd.
Onder den olm met bruine takken komen haar gestreepte sjaals flink uit,
zooals zij zich buigen naar de geopende manden der boerinnen, die
mooi zijn als ze nog niet veel jaren tellen, zooals al wat jong is,
ondanks de stijve kleeding, die de buste in rechte hoeken omspant.
Haar voeten, die niet weten wat haast is, drukken de steenen van het
oude plaveisel, en dat is het eenige geluid, dat men verneemt, gedempt
nog in de algemeene stilte.... De zeeuwsche vrouwen schijnen, zou men
zoo zeggen, aanhoudend kostbare geheimen met zich rond te dragen,
die zij enkel aan elkander kunnen openbaren achter een muur,
beschilderd met lichte en donkere strepen en achter de groene
zonneblinden vóór de vensters. Haar vochtige oogen weerspiegelen de
groote weiden, waar de jonge koeien grazen, die dikwijls worden
gemolken; haar smalle voorhoofden, stijf geknepen in het kanten
omhulsel, zijn blijkbaar nog onder den indruk van het liedje van 't
melken, dat tweemaal per dag wordt afgespeeld, dat liedje van de melk,
die druppel na druppel met bobbels in den emmer valt, en haar handen
zetten nog de bewegingen als van een harpspeelster voort, waarmee zij
de blanke uiers streelen.
Zouden ze zoo zacht zijn als dat voedend vocht?... Laat ons geen te
haastig oordeel vellen! In Zeeland, in Friesland en in Groningen zijn er
brunetten en blondines, rossigen en anderen met kastanjebruine haren,
en zoo de overdaad van zachte spijzen haar aderen heeft gevuld met
een flauw en waterachtig vocht, zij zullen zonder eenigen twijfel in
haar gevoelens niet verschillen van de andere dochteren Eva's.
Dat zijn overdenkingen, waartoe de marktdag in Middelburg iemand
brengt. Zonderlinge markt voorwaar, waar men op de teenen loopt in
eeuwigdurend geflaneer.
Een zeventigjarige, steunend op zijn kleinzoon, lacht mij vriendelijk
toe. Hij is het verleden, hij met zijn costuum van een vlaamsche
schilderij; het kind is het tegenwoordige, de toekomst met zijn knellend
petje en vierkant afgesneden buisje. Ik wenk en wijs op mijn camera.
De kleine wil den
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.