Door Holland met pen en camera | Page 3

Lud. Georges Hamön
water zich eigen gemaakt, dat geluidloos nadert en
onder zijn kleurrijke oppervlakte vreemde werelden verbergt.
Met zijn glad rond gezicht, zijn naar de mode van Lodewijk XI
geknipte haren, zijn dikke handen en zijn beenen in een wijde broek,
lacht de Hollander zelden of nooit, schreeuwt nimmer, vecht niet met
woorden en schijnt in zijn ernstigen blik een wereld van gedachten of
van nevelachtig gepeins te weerspiegelen.
Rossig in de rossige omgeving, rookte de symbolische brugwachter zijn
pijpje, onbekommerd om de overdenkingen, waarin zijn beeld mij
dompelde. Toen het schip voorbij was, draaide hij een ijzeren kruk om,
en de toegang was weer open.
Dit hoekje van de stad was nog stiller dan het overige. Een peinzende
moeder liep er met haar kleinen jongen, die in een doek gewikkeld was,
en geen ander levend wezen was er te zien, geen geluid te hooren dan
het geklepper van den nabijzijnden molen.

De volgende dag was een Donderdag, marktdag te Middelburg. De zon
weigerde mij niet alles op mijn smeekingen en tintte rose de jagende
wolken, die uit den Oceaan gekomen waren. Ik ontbeet vlug met eieren
en ham, verkwikte mij met thee en bereikte de Groote Markt, het
tooneel van den handel.
Drie of vier verplaatsbare winkels, een stroom van boeren en boerinnen
en wagens met witte kappen bewees, dat er wel lust was om zaken te
doen; maar ik zocht overal tevergeefs naar de menigte, die er moet
wezen om aan den straathandel levendigheid te schenken.
In Zeeland is er om zoo te spreken noch landbouw noch industrie. Bij
gevolg kan men er niet uitstallen, als bij ons, die hoopen groenten,
eieren, vruchten of bloemen, waar omheen de huisvrouwen zich
verdringen.
In Zeeland produceert de boer niet veel anders dan melk, boter,
beetwortels en aardappels. De melk en de boter worden bij de klanten
thuis gebracht door de boerinnen, zooals wij reeds hebben gezegd. De
beetwortels gaan per schip naar de fabrieken.
Te spreken van een "markt" voor die wekelijksche bijeenkomst die ik
bijwoonde en die nog voortdurend blijft bestaan, zou eigenlijk minder
geschikt zijn. Onder voorwendsel een paar kilogrammetjes boter te
verkoopen, komen de brave luidjes in de stad hun wekelijksch uitstapje
maken, om er kennissen te ontmoeten, enkele inkoopen te doen, pijpjes
te rooken vóór het stadhuis en met de handen in de zakken te droomen
in een herberg, waar een biljard staat, zittend achter een groot glas bier
en luisterend naar het droge geluid der ballen, door zwijgende spelers
bewogen.
Welk een kalmte! Dit volk, met meel en vet gevoed, heeft geen
zenuwen. Breed, zwaar, gezet zonder dik te zijn, herinneren die
mannen, die geen begrip van gebrek en ellende hebben aan chineesche
bonzen, in rieten stoelen gezeten, die langzaam onder hun bolle oogen
hun duimen draaien boven hun buik in stille overpeinzing, zonder op
den voortgang van den tijd te letten.

De mannen voegen zich te zamen op een hoek van de markt, om
elkander hun indrukken mee te deelen over den stand van beesten of
beetwortelen en over de gezondheid van hun kinderen. Op enkele
vierkante meters staan daar een heele menigte typen, die van vreugde
kunnen doen beven de afstammelingen van Teniers, Ostade en Potter,
al die goede, overleden schilders.
Groepen oude boeren met korte broeken, gebloemde kousen en hooge
ketelhoeden, wier kaalgeschoren gelaat door losse haarvlokken
omgeven is, voeren den geest naar voorbijgegane eeuwen.
Die oudjes zien er voor 't meerendeel gezond, maar zeer mager uit, in
tegenstelling met de dikke jongelui en aantoonend, dat juist zij het
oudst worden, die wat droog van spieren zijn.
Uit die algemeene zwaarwichtigheid moet niet worden afgeleid, dat de
intellectueele vermogens beperkt zijn. De Hollander is goed
onderwezen; hij leest wel niet veel, maar onthoudt, wat hij leest. Zijn
goedaardigheid en stugge, massieve manieren zijn dikwijls slechts iets
uiterlijks; men zou, eer men er te vast op bouwde, den onmerkbaren
glimlach moeten kunnen verklaren, die soms rimpels om de ronde,
blauwe oogen doet verschijnen en om de zachte, ongerimpelde monden.
Hij heeft, wat men noemt, den moed om tegen de dingen in te gaan,
voortkomend uit gezond verstand en uit berekening. De eeuwenlange
strijd, ondernomen tegen de zee en de vernielende rivieren, heeft hem
groote volharding geschonken en een onbegrensd geduld, een echte
kracht van inertie. Hij is werkzaam, maar die activiteit is niet onstuimig
en wordt aan den dag gelegd in stillen, geregelden, volhardenden
arbeid.
Spaarzaam is hij ook, en in dagen van overvloed blijft hij zuinig;
grootheid en ijdelheid toont hij alleen bij groote gelegenheden,
openbare inschrijvingen, bruiloften of kermissen.
Als een hollandsche boer zijn dochter uithuwelijkt, geeft hij een
gastmaal van stavast. Oudtijds waren de feesten bij bruiloften zoo
algemeen in de zeden doorgedrongen, dat een wet tusschenbeide moest
komen, om te bepalen hoeveel violen er mochten zijn, hoe groot de

waarde der geschenken mocht wezen,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 27
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.