Den Waaragtigen Omloop des Bloeds | Page 9

Antoni van Leeuwenhoek
van de Vis; te weten, niet na de bovenste ofte rugge sijde van het
graat-beentje, maar na het onderste gedeelte van het graat-beentje, sonder dat ik na de
rugge sijde van het graat-been, geen het minste groot bloet-vat konde ontdekken. In de
geseide groote Arterie konde ik doorgaans op nieuw de voortstootinge of verheffinge van
een rasser loop, die het bloet van het Hert ontfangt, bekennen: dog in de alder-dunste
Arterien, en konde ik in de loop van het bloet geen veranderinge gewaar werden, want
daar was de loop seer egaal. En gelyk ik geseit hebbe dat in de dunste vaten geen couleur
en was, soo konde ik egter klaar bekennen, dat in de groote Arterie en Vena [die seer na
aan het eynde van de staart lagen] het bloet root was.
Omme nu de hoegrootheid van het geseide Visje daar in ik de circulatie van het bloet
mede hebbe ontdekt, heb ik het selvige laten afteikenen, soo groot als het ons in het
bloote oog te vooren komt, als hier met Fig. 7 is afgeteikent.
Fig. 8. Vertoont mede de hoegrootheid van zoo een Visje dat ik op nieuw hadde wesen
vangen, dog de meeste waren kleinder, en onder agt à thien had ik'er maar een dat wat
grooter was.
Ik hebbe een Visje voor het vergroot glas gestelt, ende geordonneert dat den Teikenaar
alles soude teikenen dat hy quam te sien; het welke hier met Fig. 9. A B C D E F G H I K
L M N. is aangewesen.
B C. verbeelt het oog van de Vis, dat my soo groot en volmaakt doorgaans voorquam, als
of wy met ons bloote oog een schelvisoog beschouden. Dog alsoo het Visje meer dan een
gansche dag hadde doot geweest, ende in die tyd het hooft, ende oog, meer als de andere
deelen van het lighaam was ingedroogt, heeft het den Teikenaar niet beter konnen sien.
Tusschen C D. waren op de rugge verscheide korte uytstekende deelen.
D E. is een vinne digte by de staart gelegen.
F G H I K. is de staart-vinne waar in men telt seventien beentjens, daar van der drie met
G H I. werden aangewesen. Dese beentjens die de styfte of starkte aan de staart-vinne
geven, waren met ledekens verzien, en ik sag ook dat die uyt lange deeltjens [dat na alle
aparentie holle pypjens sijn] waren te samen gestelt.
Ik konde ook te gelyk sien, dat het vlies of vel, dat dese beentjes overdekten, en het
meerendeel van de staart-vinne uytmaakten, mede uyt lange deelen was te samen gestelt,
dog alle dese deelen en heeft den Teikenaar niet konnen sien, om dat deselvige met het
sterven van het Visje, het gesigt ontweken waren.
L M. is mede een vinne digte by de staart aan het onderste deel van het lighaam.

N A. is de mond die in 't droogen seer wyd is open gebleven, daar het Visje anders,
wanneer het leeft, continueel de mond, ende dat seer ras agter den anderen, maar een
weinig op en toe doet.
Ik hebbe hier vooren geseit, hoe dat ik aan yder sijde van het beentje, dat voor een
gedeelte de staartvinne uytmaakt, seer klaar de Circulatie van het bloet konde bekennen;
soo dat tusschen yder beentje twee distincte ommegangen geschieden. Sulx dat dan in de
vinne van de staart geschiede vierendertig bysondere ommegangen, dat is, daar waren in
de vinne van de staart van soo een kleyn Visje, agtensestig bloet-vaten, te weten
vierendertig Arterien, en gelyk getal van venae, ende dat behalven de bloet-vaten die nog
in 't kortste van de selve vinne mogten leggen, als ontrent F. of K. daar op ik geen agtinge
en hebbe gegeven.
Omme nu de circulatie die in de staart-vinne geschiede beter aan te wysen, heb ik een
gedeelte van een vin-beentje grooter laten afteikenen, als hier met Fig. 10. O P Q R. werd
aangewesen.
Aan welk been seer digt aan yder sijde heen loopt een Arterie die hier beyde werden
aangewesen met S T. ende W X. in welke bloed-vaten ik hebbe laten teykenen die
deeltjens bloet die haar als rond vertoonen.
Dit bloet met een vaardige loop van S. na T. volbragt hebbende, keerde met gelijke snelte
van T. weder te rug na V. soo dat S T. een Arterie is, ende T V. een Vena, en nogtans is
het een gecontinueert, ende doorgaande bloet-vat. Soo was het insgelijks gelegen met de
bloet-vaten aan de ander sijde van het beentje als W X Y. Dog dese Arterie en Vena en
lagen soo wyd niet van den anderen, als hier naar advenant is afgebeeld, maar die lagen
op veel plaatsen soo digt nevens den anderen, dat Arterie en Vena malkanderen raakten.
Op andere plaatsen en selfs in de vinne D E. ende L M. heb ik het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 15
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.