een toren, waar de dooden
worden neergelegd. Het bezoek aan het kerkhof wekte mijn levendige
belangstelling, want het was het eerste, dat ik in Indië zag; enkele met
koepels gekroonde gebouwen wezen de plaats van verscheiden graven
aan.
Na een gezellige lunch bij de heeren Kincaid en Seddon gingen we naar
Rajkumar College, het mooiste gebouw uit het kamp, groot en met
twee vleugels, ieder met twintig kamers voor de leerlingen, en de villa
voor den directeur en den onderdirecteur.
Alles was omringd door een muur van zes voet hoog. Achter de
vleugels zijn de keukens, de stallen voor de paarden der leerlingen, de
tuinen en de bijgebouwen.
De engelsche vlag, teeken van Engelands suzereiniteit over de kleine
staten van Kathiawar, staat op het centrale paviljoen. Feitelijk gelijkt de
school zoowel op een kasteel als op een kazerne. Deze stichting
beantwoordt aan een ernstige behoefte, zooals de geschiedenis leert.
Omstreeks 1842 was de onwetendheid in Kathiawar nog ontzettend
groot. Weinig hoofden konden schrijven; hun agenten en secretarissen
kenden er juist zooveel van, om de zaken slecht te leiden. De regeering
besloot toen, pandits of geletterden te beloonen voor onderwijs, dat zij
aan het volk zouden geven. De zendelingen van hun kant openden
enkele klassen voor jongere en oudere leerlingen, en toen de
belangstelling eenmaal gewekt was, werden de vorsten er toe gebracht,
scholen te stichten, waar zoowel Engelsch als de landstalen werden
onderwezen.
Het kostte moeite, de vorsten over te halen, hun paleizen te verlaten en
aan het openbare leven deel te nemen. Toen de eerste universiteiten
werden geopend, sprak Lord Canning zijn hoop uit, dat de adel en de
hoogere standen hun plicht zouden inzien, om hun kinderen hooger
onderwijs te verstrekken. Maar de hoofden en de leiders hechtten in het
geheel geen waarde aan het onderwijs; zij wenschten dat niet voor hun
kroost en weigerden, de kinderen naar scholen te zenden in sociale
besmetting. Dus werd het dringend noodig, eigen scholen op te richten
voor de zoons van den adel. Kolonel Keatinge begon zich daarmee
ernstig bezig te houden en beproefde de hoofden te overtuigen van het
belang, dat in de zaak gelegen was, maar hem viel niet de eer te beurt
der oprichting. Kolonel Anderson vatte de taak op en had succes.
In 1670 werd het College gesticht door de hoofden in de provincie,
onder de auspiciën van de regeering. Charles Macnaghten was de eerste
leider en bleef 26 jaar directeur der onderneming. De eerste leerling
was Takore Sahib uit Bhaunagar, en de anderen volgden spoedig. Het
was nog een veelbewogen tijd, en elken avond werd de wacht
betrokken vóór de vertrekken der prinsen.
De ouders konden niet meer protesteeren, nu de leiding der zaak in hun
handen was en de kinderen met huns gelijken samen waren.
Op Rajkumar College worden inderdaad alleen toegelaten Patvi kumars,
Fantaya kumars en Bhayats. De eerste zijn vermoedelijke erfgenamen,
die altijd verwend worden door de ministers van hun vaders, omdat ze
in hen de toekomstige heerschers zien, die gevleid moeten worden als
uitdeelers van gunsten en gaven. De tweede, een jongere zoon, is
minder in aanzien, want voor hem is slechts een saghir weggelegd, dat
is het inkomen van bepaalde goederen, al heeft hij uit materiëel
oogpunt genoeg, om te studeeren en te reizen. De Bhayat behoort tot de
zijlinies der familie en heeft een niet juist benijbare positie, en men kan
gerust zeggen, dat het in Indië niet altijd een voordeel is, tot een
vorstelijke familie te behooren.
Dat waren en dat zijn nog de jongelieden, die door de edelmoedige
mannen, onder wier leiding ze zijn gesteld, moeten worden opgevoed,
verzacht en onder tucht gebracht, opdat ze zullen worden tot mannen,
die geen geleerden zijn, maar energieke hoofden, verlicht en goed in
staat, hun gebied te administreeren.
Voor den jeugdigen prins is er een groot verschil tusschen het leven,
dat hij thuis in het vaderlijk paleis leidde en dat, hetwelk hij leidt in het
College, waar hij niet langer meester en gebieder is, maar moet
gehoorzamen en een soldaat is onder velen.
Reeds om zes uur in den morgen stijgt hij te paard, om aan de
oefeningen deel te nemen en daarna volgen de lessen, die behalve
Engelsch, de wiskunde, de algebra, aardrijkskunde, geschiedenis en de
taal van Goedsjerat, het Goedsjeratti, omvatten. Onder de leeraren zijn
evenveel Engelschen als inlanders. Tusschen de lessen worden ijverig
spelen beoefend, tennis, cricket, voetbal en golf.
De hall, waar de directeur, de heer Waddington, ons ontving, werd door
groote vensters verlicht en aan de wanden hingen de portretten van
indische vorsten naast die van koningin Victoria en de hertog en
hertogin van Connaught. Wij bezochten de klassen, waar op dat
oogenblik geen leerlingen in waren, maar op de zwarte borden stonden
nog de sporen van het pas gedane werk. Op ons verzoek liet de
directeur den
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.