die magere,
stoffige buffels, die niet van hetzelfde ras lijken als onze glanzige en
vette dieren der hoeven in Bandora! Nergens heeft de hongersnood
wreeder sporen achtergelaten dan in Kathiawar. In 1899/1900 waren de
beide oogsten, die van den herfst en die van het voorjaar mislukt, op
een enkele uitzondering na, die van Palitana, en God weet, hoeveel de
arme drommels, gewend om van den eenen dag op den anderen te leven,
hadden geleden, te meer daar er ook gebrek aan water bij kwam,
waardoor een deel der kudden verloren was gegaan. De dorpshoofden
konden niet helpen. Wel stond de regeering hun aanzienlijke sommen
toe, waarmee in verscheiden staten in den dadelijk en nood werd
voorzien; maar tijdens de hitte brak de cholera uit en deed de sterfte op
onrustbarende wijze toenemen. Volgens de statistieken verloor het
schiereiland in tien jaren meer dan een zevende zijner bevolking.
Toen kwam de tweede hongersnood van 1900/1901. De moesson was
slechts met veel moeite doorgekomen, en eerst in Juli was er regen
gevallen, maar toen zoo hevig, dat hij in plaats van zachtkens in den
grond te dringen, het gezaaide had vernield, terwijl de regen in het
najaar totaal was weggebleven, en er tot overmaat van ramp een
koortsepidemie uitbrak. Zulk een staat van zaken heeft intusschen niets
abnormaals; de lijst der hongersnooden is lang in Kathiawar, vanaf dien
van 1559, den eersten, waaraan de herinnering is bewaard gebleven.
Te Wadhwan moesten we van trein veranderen voor Rajkot; reizigers,
ossen, karren, bagage, alle krioelen in vreeselijke wanorde dooreen.
Daar ontdekte ik het vriendelijke gezicht van Dr. Thakordass
Kikhabhai Dalal. Nu behoefde ik mij niet meer om de dingen te
bekommeren, want nu was alles geregeld en in orde.
Ik ben tweemaal te Wadhwan geweest; de eerste maal slechts enkele
uren; maar de indrukken van die bezoeken vat ik hier samen. Allereerst
die van het zoogenaamde kamp, waar de engelsche dienst is
georganiseerd. Er wordt daar een belangrijke markt gehouden, en men
vindt er kantoren van de regeering, een hospitaal, een gevangenis en
een mooien klokketoren. Ook dient gelet op de interessante school,
waar de zoons van de kleine grondeigenaars worden opgevoed. Die
bezitters of girasia's vormen een talrijke en weinig ontwikkelde klasse
en zij is vaak overgeleverd aan inhalige en onwetende intendanten. In
hun belang werd in 1881 door kolonel Stace deze school gesticht, waar
het onderwijs de leerlingen brengt tot het toelatingsexamen voor de
universiteit van Bombay en waar veel tijd aan lichaamsoefeningen
wordt besteed. De jongelui hebben er ieder een eigen kamer en worden
door hun eigen bedienden bediend; ze mogen paarden houden, als ze
willen. De school staat onder rechtstreeksch engelsch toezicht. De
resultaten waren in het begin gering, want er kwamen haast geen
leerlingen, en eerst op den duur leerden de ouders inzien, dat de
stichters gelijk hadden en dat het veel waard was, in het land
grondbezitters te krijgen die hun land tot zijn recht konden doen
komen.
Het ernstigste bezwaar leverde het vrouwelijke element der gezinnen
op, dat er zich tegen verzette dat de jongens het ouderlijk huis zouden
verlaten, om door Westerlingen te worden opgevoed. De tegenstand is
van dien kant nu nog zoo sterk, dat ik girasia's ken, die liever hun land
hebben willen verlaten, om hun zoons te kunnen opvoeden naar hun
eigen smaak.
Maar veel girasia's blijven niet wonen op hun goederen, maar
bekleeden bestuursambten. Wij zullen weldra te Rajkot bemerken, dat
die scholen deel uitmaken van een uitgebreid stelsel van onderwijs, dat
alle standen omvat.
De stad ligt drie mijlen van het engelsche "kamp", en is omringd door
versterkingen bij het paleis van het hoofd.
De enkele oogenblikken, die ik met Dr. Thakordass doorbracht, werden
prettig gevuld met het bespreken van onze reis door Kathiawar en met
eer te doen aan een lunch van uitgelezen Hindoesche gerechten, dat ons
in een wachtkamer werd voorgezet.
Weer zaten we in den trein, nu niet meer aan de groote lijn, hetgeen we
gauw genoeg bespeurden aan het langzame rijden. Het land zag er nog
even verlaten uit. Hier en daar zagen beesten den trein met verbazing
passeeren. Plotseling werd er tusschen Mull en Dholia gestopt; er was
iets niet in orde met de machine en er moest een andere worden gehaald
van het naburig station. De tijd verliep; de zon daalde langzaam achter
den horizon met roode tinten de lucht en de vlakte overgietend; binnen
enkele oogenblikken zal het donker wezen en reeds verschijnen de
sterren. Zal men nu eindelijk weggaan? Ja, daar is de locomotief, en we
rijden snel om den verloren tijd in te halen.... Toen ik te Rajkot
uitstapte, waaide er een ijskoude wind. Het station was slecht verlicht,
en bijna kon ik in de schemering de groep personen niet herkennen, bij
wie ik was aanbevolen en die tot de notabele Parsi's uit de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.