De legende en de heldhaftige, vroolijke en roemrijke daden | Page 9

Charles de Coster
Uilenspiegel, en de zoete moeder liet hare geveinsde hardheid af, kwam tot hem, streelde hem en vroeg: "Hebt gij genoeg met een denier?" Nu, gij moet weten, dat een denier zes duiten gold.
Zoo beminde zij hem te veel en, als Klaas er niet was, was Uilenspiegel baas in huis.

X.
Op een morgen zag Soetkin haren man met gebogen hoofd in de keuken staan, in gedachten verdiept.
--Wat scheelt er toch, man? vroeg zij. Ge ziet bleek, gij zijt kwaad en verstrooid.
Met eene stem, als een hond die bromt, antwoordde Klaas:
--De wreede plakkaten des keizers gaan ze weer uithalen. Opnieuw gaat de dood over Vlaanderenland heerschen. De aanbrengers krijgen de helft van de have der slachtoffers, als de have de honderd karolusgulden niet te boven gaat.
--Wij zijn arm, sprak zij.
--Arm, zeide hij,... niet arm genoeg. Er zijn lage zielen, gieren en raven, die ons zouden aanklagen, zoowel om een zak kolen als om een zak karolussen met Zijne Majesteit te deelen. Wat bezat het arme Tanneken, de weduw van Sies den kleermaker, die ze te Heist levend begroeven? Een Latijnschen bijbel, drie gouden florijnen en wat potten van Engelsch tin, waarop eene buurvrouw loerde. Wantje Martens werd eerst in 't water geworpen; haar lijf dreef boven, en daarin zag men hekserij, weshalve zij als tooveres verbrand werd. Zij had wat gebroken meubelen, zeven gouden karolussen in een lederen tassche, en de aanklager vroeg er de helft van. Eilaas! nog tot morgen zou ik aldus kunnen spreken: maar wat baat het, vrouw: in Vlaanderen is het leven onhoudbaar om den wille van de plakkaten. Welhaast zal telken nacht de kar van den Dood dof door de straten rijden en wij zullen zijne beenderen hooren rammelen.
Soetkin sprak:
--Jaag me geen schrik aan, Klaas. De keizer is de vader van Vlaanderen en Brabant; als dusdanig is hij braaf en grootmoedig, geduldig en genadig.
--Daarbij zou hij te veel verliezen, antwoordde Klaas, want de verbeurdverklaarde goederen komen hem bij erfenis toe.
Plotseling hoorde men de trompet en de cimbels van den stadsuitroeper. Op dat geluid kwamen Klaas en Soetkin, die beurt om beurt Uilenspiegel op den arm droegen, met de volksmenigte toegeloopen.
Zoo kwamen zij aan het schepenhuis. Voor de pui waren de herauten te peerd, op bazuinen blazend en op cimbels slaande, de provoost met de roede der justitie in de hand en de stadsprocureur, ook te peerd, die eene ordonnantie des keizers in de hand hield en zich gereed maakte ze aan vergaderde volksmenigte voor te lezen.
Klaas vernam, dat het andermaal aan allen in 't algemeen en aan elk in 't bijzonder verboden was, te drukken, te lezen, in bezit te hebben of voor te staan, de boeken, schriften of leerstellingen van Martinus Luther, van Joannes Wycliff, Joannes Huss, Marcilius van Padua, ?colampadius, Ulricus Zwinglius, Philippus Melanchton, Franciscus Lambertus, Joannes Pomeranus, Otto Brunselsius, Justus Jonas, Joannes Pupperis en Gorcianus, de Nieuwe Testamenten gedrukt door Adriaan van Bergen, Christoffel van Roemonde en Joannes Zell, vol Luthersche en andere heresi?n, verworpen en veroordeeld door de Faculteit der godgeleerdheid van de Universiteit van Leuven. Mitsgaders te maken of te doen maken smadelijke konterfeitsels of afbeeldsels van God, van de heilige Maagd Maria of van de santen; te breken, te scheuren of uit te wisschen de beelden of konterfeitsels, vervaardigd tot verheerlijking van en tot aandenken aan God en de Maagd Maria of de heiligen der kerk.
Verder zei het plakkaat, dat het aan niemand toegelaten was, tot welken staat hij ook mocht behooren, zich te vermeten de Heilige Schrifture te bespreken of over haar te twisten, zelfs niet op twijfelachtige punten, tenzij door een godgeleerde van naam, erkend door eene Universiteit, daartoe gemachtigd.
Onder andere straffen besliste Zijne Heilige Majesteit, dat de verdachten nooit of nimmer een eerbaar ambt zouden kunnen bekleeden. En zij, welke in hunne dolingen hervielen of bleven volharden, zouden veroordeeld worden met een zacht of hard vuur, in een strooien huis of gebonden aan een paal te worden verbrand, al naar de sententie van den rechter. De anderen zouden omgebracht worden door het zweerd als zij edelen of goede burgers waren, de gemeene manslieden aan de galg geknoopt en de vrouwlieden levend begraven. Om tot voorbeeld te strekken, zou hun hoofd op een paal worden gestoken. Ten profijte van den keizer was er verbeurte hunner goederen, overal waar verbeurdverklaring geschieden kon.
Zijne Heilige Majesteit schonk den aanbrengers de helft van al hetgene de aflijvigen in eigendom bezeten hadden, zoo die have de somme van honderd pond grooten, Vlaamsche munte, alles in 't alles, niet te boven ging. En wat aanging het deel van den keizer, dit zou hij aanwenden voor werken van godsvrucht en van bermhertigheid, gelijk bij de plundering van Rome was geschied.
En treurig keerde Klaas naar huis, met Soetkin en Uilenspiegel.

XI.
Daar het een jaar van voorspoed geweest was, kocht Klaas voor zeven florijnen een ezel en negen halsters boonen,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 205
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.