De Zoon van Dik Trom | Page 8

C. Joh. Kieviet
op de
verwoesting attent maakte, keek hij die eenigen tijd in verbazing aan,
tot hij eindelijk mompelde:
"Zie je wel, Anneke, dat Jantje een bizonder kind is?--En dat is-ie."
Dat bleek ook uit het feit, dat Jantje het geweldig op een schreeuwen
zette, toen Anneke hem den hamer had afgenomen. Hij kon echter zoo
hard niet schreeuwen, dat zijne Moeder hem dien teruggaf. Grootvader
was bezig de stijfsellade te herstellen, die niet meer goed heen en weer

kon schuiven. Jantje zat schreeuwend achter hem op den vloer, tot het
twaalf uur werd en Grootvader naar huis moest om te eten. Grootvader
legde den hamer in den spijkerbak en vertrok. Nauwelijks was hij
verdwenen, of Jantje greep den hamer en zette de werkzaamheden
voort. Hij sloeg draadnagels in de verschillende winkelladen, waar zij
schots en scheef in terecht kwamen, timmerde Grootvaders rooden,
katoenen zakdoek, dien hij vergeten had mede te nemen, als een vlag
aan de toonbank vast, en ging naar het petroleumvat, om ook daar een
paar draadnagels in te slaan. Maar toen viel zijn aandacht op de kraan,
die in het vat zat, en Jantje sloeg er net zoo lang op met zijn hamer, tot
de kraan uit het vat vloog en de petroleum in een breeden stroom op
den vloer en op Jantjes beenen terecht kwam. Ha, dat vond Jantje pas
mooi. Hij hield er den hamer onder, waardoor de stroom een bizonder
mooien vorm kreeg en de droppels hem om de ooren spatten, en hij
keek met innig welbehagen de gevolgen van zijn bemoeiingen aan. De
petroleum bedekte weldra den geheelen vloer, en Jantje was zoo nat als
een gedrenkte spons. Zijne Moeder had er geen erg in, want zij was in
de keuken, tot zij opeens een geweldig geschreeuw vernam, zoo hevig,
dat zij van schrik opsprong en naar den winkel ijlde. Maar nauwelijks
had zij de deur geopend, of zij bleef als verstomd staan en keek met
open mond naar de petroleum, die den geheelen vloer bedekte tot aan
den drempel toe, waarop hare voeten stonden, en naar Jantje, die uit
alle macht schreeuwde en met zijn hamer op het vat sloeg.
De tranen sprongen Anneke in de oogen, en zij was in een woord
radeloos. Zij wist niet, wat ze beginnen moest. Ze kon niet eens bij haar
zoontje komen, zonder door de petroleum te plassen, wat ze op hare
pantoffeltjes onmogelijk doen kon.
En Jantje schreeuwde uit alle macht, niet om hetgeen hij gedaan had,
ook niet omdat hij met de beentjes rechtuit in de petroleum zat, maar
eenvoudig om. het feit, dat er geen petroleum meer uit het vat stroomde.
Hij was er meer dan kwaad om, dat de stroom opgehouden had te
vloeien, en hij meende net zoo lang te schreeuwen, tot het weer begon.
Bedroefd en niet wetende wat zij beginnen moest, snelde Anneke de
achterdeur uit, om Grootvaders hulp in te roepen. Schreiende kwam zij

daar binnen, en zij vertelde onder snikken en tranen, wat Jantje gedaan
had.
"Wat is er?" vroeg Grootmoeder, toen zij Anneke zoo bedroefd zag
staan. Grootvader stond ook van zijn stoel op en vroeg:
"Wat is er, Anneke? Wat scheelt er aan?"
De goede man voelde al naar zijn zakdoek, om haar de tranen van de
wangen te vegen, want hij hield veel van Anneke. Maar hij vond zijn
zakdoek nergens. Hij kon ook niet vermoeden, dat die als een vlag aan
de toonbank wapperde.
"O, o," zei Anneke, "daar heeft Jantje me de kraan uit het petroleumvat
geslagen...."
"Den haan uit het kippenhok doodgeslagen?" vroeg Grootvader
ontsteld. "Hoe komt het kind er bij."
"Neen, neen," zei Anneke met haar mond aan Grootvaders oor, "de
kraan uit het petroleumvat geslagen, en nu is alle petroleum uit het vat
geloopen, en Jantje zit er midden in. Ik weet niet, wat ik beginnen
moet...."
Grootvader had nu goed verstaan. Hij trok zijn klompen aan en stapte
den winkel binnen, waar Jantje nog zijn uiterste best deed, om
petroleum uit het leege vat te laten vloeien. Hij schreeuwde als 't ware
moord en brand.
Grootvader keek ook niet weinig verschrikt, evenals een paar vrouwtjes,
die juist kwamen aanloopen om boodschappen te halen.
Trom plaste op zijn klompen door de petroleum en pakte Jantje op,
dien hij regelrecht naar de keuken bracht.
"Hier Griet, kleed hem maar dadelijk uit en stop hem in de tobbe," zei
hij tegen zijn vrouw, die van schrik bijna niet spreken kon, toen zij de
ramp in oogenschouw nam.

Daarna haalde Grootvader eene tobbe uit het schuurtje, benevens een
paar dweilen, en begon den vloer op te dweilen.
Hij schudde daarbij echter bedenkelijk met het hoofd, want hij begreep
zeer goed, dat de zaak zoo gemakkelijk niet in orde kwam. Jantje
schreeuwde intusschen honderd-uit, want hij werd door Moeder en
Grootmoeder naakt uitgekleed en in een
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 66
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.