De Verdelgingsoorlog der Yankees tegen de Apachen-indianen | Page 7

Not Available
in Los Ures genesteld. In het oosten verschenen de ruiterbenden der Comanchen in de stad Austin in Texas, en zetten hunne strooptochten voort tot aan de kusten der golf van Mexiko, overal plunderend, blakend en moordend; terwijl gelijktijdig de woeste krijgskreet van andere indiaansche benden over de prairi?n ten noorden van de Arkansasrivier weergalmde.
De uitroeiing van deze wilden is geene gemakkelijke taak; de ondervinding heeft dit nu pas nog geleerd ten aanzien van den kleinen stam der Modocs, die door de Yankees even verraderlijk en slecht waren behandeld geworden. Vijanden, die duizende ruiters in het veld kunnen brengen en, op hunne vlugge paarden gezeten, in vliegenden ren vijftig mijlen per dag over de grazige vlakte der prairie of de dorre steppe afleggen, zijn niet gemakkelijk te bereiken en nog moeilijker te verslaan. De aangevangen verdelgingsoorlog zal nog menig offer vorderen en stroomen bloeds doen vloeien, zal tot ongehoorde gruwelen en hemeltergende boosheden aanleiding geven; de amerikaansche republiek, door velen, die haar niet kennen, zoo onverstandig geprezen, zal een nieuwe, zware bloedschuld op zich laden;--toch kan de uitslag niet twijfelachtig zijn. De Indianen kunnen zich in de nieuwe toestanden, door het voortdringen der beschaving, of althans van hetgeen daarvoor doorgaat, onvermijdelijk geworden, niet schikken; zij kunnen hunne natuur niet veranderen:--daarom zullen ook zij, als reeds zoovelen van hunne broeders en stamgenooten, reddeloos te gronde gaan.

EEN BIJSCHRIFT BIJ DE PLATEN
Onlangs gaven wij eene afbeelding van de oude, vooral uit een architektonisch oogpunt, zoo merkwaardige kathedraal van Puy. De plaat op bladz. 173 toont u een ander monument van diezelfde stad, maar uit den laatsten tijd dagteekenende: het kolossale beeld der Heilige-Maagd, op den top der rots, die zich boven Puy verheft.--Tweehonderd-dertien kanonnen, van de vestingwerken van Sebastopol afkomstig, hebben het metaal moeten leveren voor dit reuzenbeeld van Onze-Lieve-Vrouwe, dat, sedert het jaar 1860 de hooge bergspits kroont. Ondanks de ontzaglijke afmetingen, heeft het beeld toch, zelfs van nabij gezien, in houding en gelaat iets zachts en teeders, en herinnert het onwillekeurig aan de liefelijke, bekoorlijke gestalte der Moedermaagd, zooals de echt-dichterlijke kunst der middeleeuwen zich de Gezegende onder de vrouwen dacht.--Het denkbeeld om, op deze bergspits, zulk een beeld van de Beschermvrouwe van Frankrijk op te richten, heeft zeker iets zonderlings; toch kunt ge niet ontkennen, dat het monument in harmonie is met de grootsche natuur, die u hier omringt, met het heerlijk panorama, dat zich van deze hoogte voor uwe blikken ontvouwt, en dat, ruim zoozeer als het beeld zelf, de moeite der bestijging loont.

De schilderachtige slotru?ne, op bladz. 176, doet misschien menigeen onzer lezers denken aan de bekoorlijke bouwvallen van het kasteel van Brederode, aan dien "steenen reus in 't groene dal", zooals Hofdijk hem zoo juist en teekenachtig noemt. Toch verplaatst deze ru?ne ons naar het noorden van Engeland. Het zijn de bouwvallen van het kasteel van Titbury, waarvan ik niets anders weet te zeggen dan dat het voor een poos ten verblijve heeft gestrekt aan de rampspoedige koningin van Schotland, Maria Stuart, die hier als gevangene toefde. Meer weet ik van dien ouden burcht niet: maar dit weinige is genoeg om een oogenblik voor zijne overblijfselen, waaraan deze herinnering verbonden is, uwe aandacht te vragen.

TWEE KASTEELEN
(Zie bladz. 201 en 205.)
Zoo ge te Parijs zijt, en tijd en lust hebt om nog iets meer, iets anders te zien dan de wonderen der groote stad, en de uitingen te bespieden van het onrustige, fel bewogen leven harer uit allerlei heterogene elementen saamgestelde, door allerlei stroomingen in de tegenstrijdigste richtingen geslingerde bevolking; zoo uw hart u bijwijlen naar het land trekt en uw heimwee uitgaat naar de herinneringen van het verleden:--neem dan plaats op den spoortrein, die over Versailles naar Chartres en verder naar het zuidwesten loopt. Zoo ver behoeft ge evenwel niet te gaan: ge kunt uitstappen aan het station La Verri��re, een onbeteekenend gehucht, dat zijn naam ontleent aan een tusschen sierlijke boomgroepen verscholen kasteel, hetwelk in der tijd heeft behoord aan den tijdens de restauratie, door zijn ijver voor Napoleon en door de toewijding zijner vrouw, zoo bekend geworden graaf de La Valette. Hier, aan dit station, staan omnibussen gereed, die u naar verschillende plaatsen in den omtrek, en ook naar de plaats, waar ik u voeren wil, brengen; maar zoo ge niet opziet tegen eene fiksche wandeling door eene liefelijke, vruchtbare, schoone streek, dan zullen wij liever te voet gaan.
Wij hebben nog niet lang gewandeld, of wij ontmoeten het dorp Maurepas op onzen weg; Maurepas, met de ru?ne van zijn alouden ridderlijken burgt, die maar al te dikwijls, in de middeleeuwen, de schrik was van den vreedzamen handelaar en eenzamen reiziger, op weg naar of terugkeerende van de groote hoofdstad. Doch de naam van het vlek wekt waarschijnlijk alleen de herinnering bij u op aan dien graaf de Maurepas, den minister van Lodewijk XV en Lodewijk XVI,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 14
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.