De Nederlandse kerken en de joden | Page 5

J. M. Snoek
gedocumenteerd en overtuigend aangetoond. [1.3] Maar dat gold vooral Hervormde en in veel mindere mate Gereformeerde predikanten. Bij de Gereformeerden wogen de bezwaren tegen de theoloog Karl Barth zwaar, en juist hij speelde in de Duitse kerkstrijd een grote rol. Maar krant en radio brachten de berichten over ds. Niem?ller die, omdat hij het Nationaal-Socialisme openlijk bestreed, in een concentratiekamp opgesloten werd; en er kwamen berichten over de Jodenvervolgingen. Daar kon niemand omheen.
Er woonden drie Joodse gezinnen in ons dorp, alle drie met een zaak: Manasse de drogist, zijn broer de huisschilder, en de dames Cohen die een zaak in boter, kaas en eieren hadden. Zij waren geen klant bij ons en wij niet bij hen, dus was er zelden contact. Wel was er een aantal Joodse "reizigers", vertegenwoordigers van een textiel-fabriek of -groothandel, die ons regelmatig bezochten. Met sommigen hunner werd de relatie vriendschappelijk. Of er in onze kerk ooit gepreekt werd op een manier die het antisemitisme bevorderde? Ik kan het me niet herinneren. Wel weet ik, dat bij ons thuis de Joodse zakenrelaties niet als onbetrouwbaar werden beschouwd; al waarschuwde mijn moeder ons nadrukkelijk voor de onbetrouwbaarheid van een groothandelaar in textiel die Gereformeerd was.
b. De zending onder de Joden
Er waren twee Hervormde verenigingen voor zending onder de Joden (Elim en de Nederlandse Vereniging voor Isra?l), maar hier ging het om particulier initiatief. De Gereformeerde zending onder de Joden evenwel was een direct-kerkelijke zaak en stond onder de uiteindelijke verantwoordelijkheid van de generale (landelijke) synode. Er waren commissies (deputaatschappen) ingesteld, die verantwoordelijk waren voor een bepaalde activiteit en aan de volgende synode verantwoording moesten afleggen. Er was ook een deputaatschap voor de zending onder de Joden. Om te weten hoe men in het algemeen als Gereformeerden de Joden beschouwde, is het van belang om stil te staan bij de Gereformeerde zending onder de Joden. Dank zij Peter Treep's onderzoek hebben we daar een duidelijk overzicht van. [1.4] Het deputaatschap voor de zending onder de Joden had de supervisie over drie predikanten: Jac. van Nes te Den Haag (vanaf 1916), C. Kapteyn te Amsterdam (vanaf 1929) en R. Bakker te Rotterdam (vanaf 1935). Deze predikanten leverden elk kwartaal een schriftelijk rapport van hun werkzaamheden in bij hun deputaten. De manier waarop men werkte, riep van Joodse zijde veel weerstand op en dat zal ons nu nauwelijks verwonderen. In Den Haag waren clubs voor Joodse kinderen. In een oplaag van 30.000 (1940) werd maandelijks "De Messias-bode" gratis en ongevraagd aan Joodse adressen gezonden. Jaren later, toen we in Isra?l woonden, vertelde ons een vriend van Nederlandse afkomst hoe hij indertijd in Nederland enkele malen verzocht had, de Messias-bode niet meer te sturen. Dat hielp niet, totdat hij opnieuw een brief naar de redactie schreef met het verzoek voortaan twee exemplaren te sturen want, zo schreef hij, "het papier van dit geschrift is uitermate geschikt om op de w.c. gebruikt te worden". Pas toen zag men van verdere toezending af, aldus mijn vriend.
<23>
Veel huisbezoeken werden door de drie predikanten afgelegd. Slechts weinigen uit de Joodse gemeenschap lieten zich dopen. Ds. Van Nes waarschuwde de kerkeraden overigens tegen het te spoedig bedienen van de doop. Hij vond dat er in het algemeen drie tot vier jaar catechetisch onderwijs nodig was voor men tot dopen kon overgaan. [1.5] In 1929 bezocht ds. Van Nes een Joden-zendingsconferentie te Neurenberg. Hier werd hij geconfronteerd met de groei van het antisemitisme in Duitsland. Sindsdien kozen hij en zijn twee collega's ondubbelzinnig partij ertegen. Op de eerste conferentie van plaatselijke commissies voor zending onder de Joden, in 1932, nam men met algemene stemmen een aantal resoluties aan waarvan de eerste luidde:
"De conferentie brandmerkt het antisemitisme als grove zonde en zij roept alle Christenen op tot betoon van hartelijke liefde tot de Joden om Christus' wil". [1.6]
Ook de Messias-bode keerde zich fel tegen het antisemitisme, de eerste keer in een artikel van de hand van ds. Kapteyn, november 1930. Als ds. Van Nes over dit onderwerp een lezing hield, kwam men nu ook van Joodse kant luisteren. Toen hij in Aalten over het antisemitisme sprak, werd zelfs de synagogedienst een kwartiertje vervroegd, opdat men nog naar deze bijeenkomst zou kunnen gaan. [1.7] Maar toen deputaten op de synode van 1933 verslag uitbrachten, deelden zij mee: "Thans volgen de rapporten, zoals die bij deputaten ingebracht werden door de drie missionarissen, met weglating van de algemene opmerkingen waarin de missionarissen over het lijden van het Jodendom en de reactie daarop in Joodse en Christelijke kring praten." [1.8]
c. Over synodes en deputaatschappen
De Hervormde geschiedschrijver H.C. Touw schrijft Synode, met een hoofdletter; de Gereformeerde Th. Delleman daarentegen schrijft synode zonder hoofdletter. Dat is niet toevallig. De inrichting van de diverse kerkgenootschappen vertoont op bepaalde punten onderling verschillen, bij voorbeeld wat betreft de taak van de synode. De besluitvorming komt op verschillende
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 77
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.