(Amsterdam 1879) wel een van de voornaamste is, bevatten slechts losse platen, met geen of te weinig beschrijvenden text. De voorstellingen uit den tijd vóór dat de photographie in dienst van deze wetenschappelijke onderzoekingen werd gesteld, zijn allen te "artistiek", geven te kennelijk slechts den persoonlijken indruk van den lithograaph of teekenaar weer. De meeste van deze voorstellingen zijn dan ook geen objectieve afbeeldingen van bepaalde costumes, het zijn slechts "tafreelen": "een boer", "een dienstmeid", zonder verder te praeciseeren.
De geschiedenis van de nationale kleederdrachten, die uit dit materiaal alléén zou moeten worden samengesteld, zou derhalve een zeer twijfelachtige wetenschappelijke waarde krijgen.
Later begon men echter juister beschrijvingen van de nationale drachten te geven, toen ook de photographische afbeelding bespreking van dit onderwerp in verschillende tijdschriften toeliet.
Een van de eersten die stelsel-matig in dezen te werk ging, was Mr. J. E. van Someren Brand. Reeds in 1893 verschenen opstellen van zijn hand over speciale détails van dit omvangrijke studie-vak, in Elseviers maandschrift. Bijzonder mooi ge?llustreerde opstellen verschenen later in ditzelfde tijdschrift, in Buiten, en andere periodieken. Het meest complete en het meest als een wetenschappelijke verhandeling bedoelde werk, is echter de reeds hierboven genoemde standaard-uitgave van Professor J. H. Gallée, over "het Boerenhuis in Nederland en zijn bewoners."
Een geheel zelfstandige serie platen en een opstel van Professor Gallée zelve, en een over de Anthropologische samenstelling van de bevolking van Nederland, van de hand van Prof. L. Bolk, is aan deze uitgave--die eigenlijk in hoofdzaak over de boerenwoningen gaat--toegevoegd.
Hoe voortreffelijk dit werk echter ook moge zijn, moet toch betreurd, dat Professor Gallée waarschijnlijk niet over de noodige bladzijden voor text en illustratie kon beschikken, om niet alleen het uiterlijk aspect van enkele onzer nationale drachten af te beelden en tè globaal te beschrijven, maar om ook de onderkleeding te hebben kunnen behandelen. Bovendien missen deze prenten, die alle naar photographie genomen zijn, de kleur. En, die kleur is een zoo belangrijke factor in die kleurvolle en kleurige volks-kleedij, dat ze, zonder deze, niet in afbeeldingen in zwart te begrijpen is.
Voor Zeeland publiceerden Dr. J. C. de Man en J. A. Frederiks in 1894 een beschrijving van de Zeeuwsche drachten. Ook verscheen een plaat in kleuren waarop alle Zeeuwsche kleederdrachten, tot een schilderachtige groep vereenigd, staan afgebeeld. Deze plaat werd uitgegeven onder leiding van Mr. J. E. van Someren Brand, den bijeenbrenger van een hoogst belangrijke collectie costumepoppen. Ofschoon deze prent, naar omstandigheden, (lithographie in kleuren naar een kleurlooze photo) zeer belangrijk is, is ze niet voldoende. Het is ondertusschen te bejammeren, dat van de andere provincies niet dergelijke prent-verbeeldingen zijn gemaakt. Deze plaat werd uitgegeven door de Uitgevers Mij. Elsevier, in 1894.
Een nog altijd niet geschreven standaardwerk over onze nationale kleederdrachten zal niet alléén de boven, maar ook de onderkleeren in al haar détails moeten beschrijven en afbeelden, niet alléén in zwart, maar ook (en vooral) in kleur. En niet alléén zal het "effect" dat deze drachten op den beschouwer maken, moeten worden weergegeven, maar vóór alles het wezen, de ware vorm, de constructie van die kleedij in schematische verbeeldingen moeten worden vastgelegd, ondersteund door photo's naar de dragers en draagsters zelf, opdat ook de wijze van dragen, de habitus der bevolking, hun uiterlijke ras-eigenaardigheden voor het nageslacht duidelijk bewaard mogen blijven.
Tot zoover over de goed-bedoelde en goede publicaties over onze nationale drachten. Thans over de slechte, de verkeerde, zelfs de leugenachtige. En tot deze laatste moeten vooral de duizende prentbriefkaarten gerekend worden die in de laatste tien jaren, in den handel zijn gebracht. Behalve dat deze prentjes slechts "kiekjes", "plaatjes" te zien geven, zijn de gekleurde uitgaven, die in deze bestaan, meestal in het buitenland vervaardigd, en daardoor in den regel hopeloos verkeerd. Ze accentueeren het bonte, boersche, onbeschaafde, door foutieve op-kleuring nog meer, zoodat deze verkeerde series veel misverstand omtrent onze nationale kleedij in de wereld gebracht hebben.
Maar niet minder zijn daar de vele reclameplaten schuld aan, en de wijze, waarop zich (vooral de Amerikaansche) reclame van een zoo dankbaar en "dutchy" (lees: mal) motief heeft meester gemaakt als de Hollandsche nationale drachten den niet begrijpenden boodt.
Die verkeerde, en dikwijls opzettelijk verkeerdelijk aangedikte voorstellingen hebben onze nationale kleederdrachten in het oog van den buitenlander (en--terugwerkend, in het oog van vele Hollanders) een zeer slechten roep bezorgd. Zelfs ging een deel van deze verkeerde gedachten op Holland en de Hollanders over.
Dit kon des te makkelijker, omdat de kennis van de algemeene aardrijkskunde, en speciaal van het kleine Nederland, in de groote landen (vooral Amerika, Engeland, Frankrijk) onder het "beschaafde publiek" niet bijzonder ontwikkeld is.
Men is toen, in dat groote buitenland, die boerschheid, onbeschaafdheid en lachwekkende logheid, die men, door die verkeerde voorstellingen, gedwongen werd te zien, voor den geest van Holland en zijn bewoners gaan houden. En dit heeft een juist begrip omtrent en kennis van het ware Holland in de wereld
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.