De Nederlandsche Nationale Kleederdrachten | Page 2

Th. Molkenboer
in soort is.
Een deel van de bevolking onzer voornaamste centra van moderne beschaving, beschouwt die merkwaardige costumes niet anders dan als verachtelijke overblijfsels van een verouderde, achterlijke cultuur. Zij ergeren er zich aan, en meenen dat die blijken van boerschheid en onbeschaafdheid nu maar zoo spoedig mogelijk moeten verdwijnen, omdat zij landgenoot en vreemdeling niet anders dan het levende bewijs geven van de inertie van onzen volksgeest. Andere Nederlanders, die meer gevoel voor het eigendommelijke en pitoresque hebben, en nog iets eigens weten te waardeeren, en die, ondanks de alles verpletterende niveleeringswoede van wat men de hooggeroemde moderne beschaving noemt, nog eenige zelfbewustheid hebben overgehouden, zien in die nationale kleedij nog de laatste resten van onze eenmaal zoo groote en eigen Nederlandsche cultuur, en waarvan zij de laatste manifestatie in deze volks-drachten erkennen.
Voor hen zijn die drachten dan ook een bewijs dat ons volk nog "iets" eigen Hollandsch heeft.
Maar voor vele buitenlanders, die ons land vliegensvlug doorreisden, en niet anders dan naar oppervlakkige indrukken oordeelen, en dus niet het "wezen" van ons volk, noch van onze nationale kleederdrachten gezien hebben, zijn die costumes een middel geworden om heel ons volk belachelijk voor te stellen. Zij verbinden de idee van de Hollandschheid aan het logge uiterlijk van een grove, wijdgebroekte visscherskerel, die zij op zijn breede klompen over het asphalt onzer hoofdsteden zagen stappen, als één logge klos-klomp van levensdomheid. En veel Hollanders meenen "beschaafd" te zijn door die buitenlandsche miskenning uit domheid te billijken en na te volgen.
Die verkeerde beoordeeling bij landgenoot en vreemdeling, vindt echter in hoofdzaak zijn grond in gebrek aan kennis van het wezen zoowel als van de verschillende vormen van onze nationale kleedij. Bovendien hebben de verkeerde afbeeldingen en beschrijvingen de waardeering nog meer geschaadt.
En ... dat is tot op zekere hoogte de schuld van de Hollanders zelf. Zij hebben de afbeelding en de beschrijving van het nationale monument dat in hun inheemsche kleederdracht bestaat, voor het allergrootste deel aan buitenlanders overgelaten, die er niets anders dan het vreemde, het "rare", dikwijls slechts het belachelijke in zagen.
Meer en beter kennis van het wezen, van de bedoeling en van den vorm van onze nationale kleederdrachten zal in het binnen- en buitenland niet alléén die costumes, maar ook heel Nederland ten goede komen. Die meerdere en betere kennis is meer dan noodzakelijk.
In deze het mijne bij te dragen is het doel van dit handboekje, dat, het zij nog eens herhaald, geenszins aanspraak maakt op volledigheid, maar slechts met de mij hier ten dienste staande middelen een algemeen en kort overzicht over deze nationale drachten geven wil, maar met juiste mededeelingen aan de hand van echte en ware afbeeldingen.
Th. MOLKENBOER.
Amsterdam, Juli 1916.

I. INLEIDING.

A. OVER KLEEDERDRACHTEN IN HET ALGEMEEN.
Het moet als een door de anthropologie en de cultuurgeschiedenis bewezen waarheid gelden dat de redenen, waarom zich den mensch kleedt, niet gevonden moeten worden in climatologische of zedekundige gronden, maar in den wil om zich te onderscheiden. Versiering is de eerste grondgedachte van de primitieve menschelijke kleedij geweest, versiering van zijn eigen lijfelijke persoonlijkheid om zich van zijn mede-menschen te onderscheiden, versiering als middel om zijn eigen plaats onder de menschen in te nemen, als middel dus tot zelfbestaan. De koningsmantel is de uiterste consequentie van deze eenvoudige grondgedachte.
Later, toen den mensch zich meer en meer van de natuurstaat verwijderde en de geheele aardbol ging bewonen, hebben zich de wisseling in temperatuur, de bodemgesteldheid en allerlei andere omstandigheden, die met de geologie en geographie in verband stonden, den aard van de kleeding in de verschillende landen bepaald. Rassen-eigenaardigheden, godsdienstige opvattingen en ten slotte nationale en politieke oorzaken hebben daarna invloed op den vorm, de kleur en het algemeen aspect van de kleeding gehad. En zoo ontstonden de nationale kleederdrachten, die in hun grondgedachte niet anders bedoelen dan de dragers reeds dadelijk, door hun kleeding, als uit dit of dat land afkomstig, als bij dit of dat volk behoorende, te doen kennen .... door onderscheiding.
Opmerkelijk is daarbij, dat eenzelfde soort kleedingstuk in verschillende landen, in bijna gelijken vorm voorkomt, omdat het zijn reden in dezelfde climatologische of gebruiks-gronden vindt. Waar dan de hoofdvorm overal dezelfde is, zelfs de stof waaruit zoo'n kleedingstuk in de verschillende landen is gemaakt, dezelfde blijft, is de kleur en vooral de versiering voor ieder land of streek verschillend, zoodat het nationale, het eigene, het onderscheidende nog zeer duidelijk op den voorgrond treedt, ondanks de algeheele overeenkomst in het wezen en den vorm van zoo'n stuk kleedij.
Als voorbeeld moge de veel gesmade, veel uitgelachen wijde broek van onze Volendammers gelden, welk oer-type van beenbekleeding voor mannen in bijna iedere Europeesche, West-Aziatische en Noord-Afrikaansche volksdracht--ja zelfs in de Chineesche--terug te vinden is. Toch zal in ieder land dit kleedingstuk, om de eigenaardige kleur of bijzondere versiering, zijn zeer eigen cachet hebben en den drager al dadelijk van zijn mede-menschen
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 43
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.