met klem:
"Hier is het beest, vrouw,
weg met hem!"
Spar had de slaapmuts in de hand
En liep van d'een'
naar d'anderen kant,
Voldoening was er in zijn blik,
In één woord:
Spar was in zijn schik
Dat hij zoo flink den kampstrijd won.
Hij
trad behoedzaam naar de ton,
Hij nam het deksel, keek eens om,
Als dacht hij, die komt nooit weêrom,
Pof! daar lag, midden in het
vat,
De muis te spartlen in het nat.
Maar Spar, kreeg nog al niet zijn
zin:
Dat vat daar was een gaatje in,
En toen de muis dat gaatjen zag.
Toen kwam zij daadlijk voor den dag,
En Eva sprong wel vijf voet
hoog,
Nu haar de muis op nieuw bedroog:
Zij greep vol angst de
paraplu,
En gilde: "Spar! daar heb je 't nu,
Al hang jij met geheel je
lijf
Daar op die ton een uur of vijf,
De muis is eer jij 't denken kon,
Pardoes gesprongen uit de ton!"
Spar zag het--keek bedremmeld
rond
Of hij ook ergens 't ondier vond,
Hij keek verlegen langs zijn
neus,
En zei alleen: "'t is schandaleus."
IX.
De muis sprong vroolijk heen en weêr,
En Sparrebeen sloeg keer op
keer;
Maar wat onze arme vriend ook deed,
Het muisje lacht wat
om zijn leed.
De dikke Eva schreeuwde luid:
"Och, Sparretje! och
help me er uit!
Och, roep in 's Heeren naam de buurt,
Want zie hoe
't beest toch naar mij gluurt,
Ik sterf nog, Sparretje, kom gauw!
Verlos dan toch je lieve vrouw!
Maar voor je verder voort zult gaan,
Geef me eerst wat Hoffmans druppels aan!"
Spar deed het, maar de
muis, hoe valsch!
Sprong op, pakte Eva in haar hals,
En hing er als
een bloedhond aan.
't Scheen nu met Eva wel gedaan;
Zij
schreeuwde luidkeels: "Sparrebeen,
De muis loopt met je wijfje
heen!"
Maar Sparretje zag 't groot gevaar,
En was tot redding
daadlijk klaar;
Hij zag zijn vrouw vol angst en schrik,
En was vol
moed op 't oogenblik;
Hij schoof, tot 't vangen van zijn buit,
Omzichtig, langzaam aan vooruit
En, schreeuwde Eva moord en
brand,
Spar greep de muis met sterke hand.
X.
"Ik heb de muis! o vreeslijk dier
Nu geldt uw leven ook geen zier!
Kom, vrouwtje lief! nu opgepast,
Ik hou haar in mijn vingers vast."--
De goede vrouw begreep zijn doel
En klom heel handig op een
stoel,
En in de waschkom kwam een plas,
Waar de Oceaan een kind
bij was.
"Zoo hoort het", zeide Sparrebeen,
"Jij bent mijn vrouw en
jij alleen,
Nu raakt mijn vijand toch er aan;
Hij moet tot stof en asch
vergaan."--
De muis keek angstig in het rond
Of zij niet iets ter
redding vond;
Maar Sparretje, tot wraak gestemd,
Hield haar maar
stevig vastgeklemd,
't Verdelgingsmiddel is gereed,
En Eva, bijna
nat van 't zweet,
Zegt: "Spar! ik heb mijn best gedaan,
Stuur vlug
nu 't ondier naar de maan."--
"Verdrink!"--zoo gilde Sparrebeen,
"Verdrink, verga!"--doch zie met een
Beet 't dier den moordnaar in de
hand,
De man verloor bijna 't verstand;
"Help!" schreeuwde hij,
"help spoedig, wijf!
Nu valt het ondier mij te lijf!"--
Nochtans de
muis bekomt haar straf;
Spar schudt haar in de waschkom af.
XI.
Toen 't muisje zich in vrijheid vond
Zwom 't dapper in de waschkom
rond,
En Spar keek met zijn lieve vrouw
Of 't ondier nu verdrinken
zou.
Het was een klucht om aan te zien
Hoe daar die eerzame
echteliên,
Met angst en moordzucht in hun blik,
Verbeidden 't
vreeslijk oogenblik.--
't Scheen dat de muis haar kracht verloor;
Zoo bracht ze mooi ons paar van 't spoor;
Ze sprong in 't eigen
oogenblik
De waschkom uit, tot beider schrik.--
Nu was aan Spar
geen houden meer;
Hij vloekte luid en sloeg al weêr,
Maar wat of
wie hij raken mocht,
Het muisje had zich vrij gekocht.--
't Was
vreeselijk om aan te zien,
Die diep verslagen brave liên.
Zij vonden,
tot hun bitter kruis,
Geen zelfvoldoening met de muis.
"Hou
vast,"--zoo gilde Spar verbaasd,
Maar door zijn overdreven haast,
Viel tafel, stoel en hij meteen,
Met alles over Eva heen.
Daar lag de
boel en Spar zei: "Vrouw!
De muis is waarlijk ons te gauw;
Ik geef
de brui van al die pret,
Vang jij de muis,--ik ga naar bed."
XII.
Zoo had--wie heeft het ooit gehoord?
Een muis de zoete rust gestoord
Van 't vreedzaamst echtpaar dezer aard!
Aurora stookte reeds haar
haard,
En zag met deernis op de vrouw
Die bijna trilde van de koû.
De muis was vrij--keek om en rond,
Of zij nog hinderpalen vond.
Ging naar haar schuilplaats--piepte luid,
En stak toen beî haar
pootjes uit.
"Gij zoekt mijn dood, vervloekt gespuis!
Maar ik bleef
vrij"!--weg was de muis.
End of the Project Gutenberg EBook of De Muis, by Wilhelm Busch
0. END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE MUIS ***
0. This file should be named 17637-8.txt or 17637-8.zip *****
This and all associated files of various formats will be
found in:
. http://www.gutenberg.org/1/7/6/3/17637/
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
Updated editions will replace the previous one--the old editions will be
renamed.
Creating the works from public domain print editions means that no
one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
(and you!) can copy and distribute it in the United States without
permission and without paying copyright royalties. Special rules, set
forth in the General Terms of Use part
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.