De Leeuw van Vlaanderen | Page 4

Hendrik Conscience
aanwijzen, maar het dunkt mij dat dit ruim genoeg is.
Zo wil men ons, Vlamingen, allen tot Walen of liever tot Fransen maken om de smelting, welke het Bestuur zich voorstelt, te bereiken.--Dit doel is verachtelijk en onrechtvaardig. Wij Vlamingen hebben een geschiedenis, een voorleden tijd als Land en als volk terwijl de Walen (Luik alleen) slechts een geschiedenis van afzonderlijke Steden hebben.--Men zie hier de opgave der Vlaamssprekende en Waalssprekende Belgen, door de Edelheer Blommaert van Gent, in zijn werk over de moedertaal uitgegeven.
Provinci?n, waar de volkstaal Vlaams is Bevolking West-Vlaanderen 542.000 Oost-Vlaanderen 661.000 Antwerpen 380.000 Brabant (Nijvel uitgezonderd) 377.000 307.000 Een gedeelte van Luxemburg 127.500 2.394.500
Provinci?n waar de volkstaal Frans is Bevolking: Arrondissement Nijvel 97.000 Henegouwen 530.000 Namen 180.000 Luik 314.000 Gedeelte van Luxemburg 127.500 1.248.500
Er zijn tweemaal zoveel Vlamingen als Walen; wij betalen in de lasten meer dan tweemaal zoveel als zij! En men zou ons Walen maken, ons opofferen met onze oude roem, onze taal,--onze luisterrijke geschiedenis, en alles wat wij van onze vaderen ge?rfd hebben? Neen, er is nog te veel echt Vlaams bloed in de wereld opdat dit mogelijk zij, wat boze staatkunde men ook gebruike.--Dit zal, dit kan niet zijn.--Ik bezweer u, mijn landgenoten, legt de hand op uw hart en vraagt uzelf:--Zal ik de naam mijner Vaderen verloochenen, de naam van Vlaming voor een andere verwisselen? En als een nieuw aangekomene mij laten herdopen alsof mijn stam geen wortelen in de wieg der volken had?--
Ho! Ik gevoel het, uw boezem klopt voor het Vaderland, en de ontkenning:--Neen! rolt met verontwaardiging van uw lippen. Ja gij zijt Vlaming en zult Vlaming blijven.--En zo worde de roemrijke naam tot het einde der wereld voortgezet, ondanks de aanslagen der volkbedervers.
Indien het Staatsbestuur een smelting wil pogen, dat men dan de meerderheid der Natie ten grondslag neme of dat men elk het zijne late, en dat is billijk en rechtvaardig; de Walen welke in ons Vlaams Land geen ambten bezitten, zullen dit niet ontkennen. Ik vraag het de Luikenaars: indien men hun kwam voorstellen hun oude en beruchte naam voor een andere te verlaten, indien zij gewaar werden dat men het kenmerk dat hen onderscheidt, wilde tenietdoen, of zij dit gedogen zouden? Ik ken het karakter der Luikenaars, daar ik lang genoeg in hun stad gewoond heb, en weet dat zij zich uit al hun macht daartegen verzetten zouden, want zij zijn met een vurige volksgeest bezield. Als broeders dan zullen zij de stem eens Vlamings niet miskennen, en in hun eigen hart de verrechtvaardiging zijner woorden vinden.
Voor de welvaart mijns Vaderlands, voor de bloei des koophandels en der nijverheid is mij niets duurbarer dan de staatkundige rust; daarom heb ik het op mij genomen, voor zoveel het in mijn macht is, de ogen van het Staatsbestuur te openen over de onmogelijkheid van het willekeurig doel dat het zich voorstelt te bereiken, ik heb willen bewijzen dat het veel beter ware dit zaad van onenigheid en van haat onder het volk niet te storten, opdat het tegenwoordig Bestuur zich de verantwoordelijkheid van een kwaadvoorspellende toekomst niet op de hals hale. Het is nog tijd om recht te doen aan wie het behoort; later wordt toegeving, zwakheid en vrees; men weet bij ondervinding hoe snel de gramschap des volks groeit en wat gevolgen dezelve altijd heeft.
Men merke hier aan dat ik door Staatsbestuur geenszins de doorluchtige persoon ZIJNER MAJESTEIT, DE KONING, versta, reeds menigmaal heeft onze Vorst betoond dat het hem meer behaagt over een Volk dat zich eerbiedigt, dan over een weifelende Natie te heersen. Terzelfder tijd wete men dat ik de Walen, als volksgedeelte beschouwd, niet wil te na spreken; zij hebben hun waarde als wij en zijn onze staatkundige broeders, maar mogen in geen geval onze beheersers worden. Dit recht hebben zij nooit gehad en zullen het nooit verkrijgen.
Het moet zijn dat veel Vlamingen deze aanmerkingen met mij gedaan hebben want uit alle steden, uit alle gemeenten hoort men heden de roep om onze schone moedertaal weder te krijgen aanheffen; veel letterkundigen, aan het hoofd der welke de heer Willems met zijn hoge verdiensten prijkt, spannen te saam om het volk uit de slaap te wekken en hebben hun pogingen ten dele reeds zien gelukken. Alle dagen komen nieuwe kampers zich bij de vaderlandse schaar voegen en men hoort raar of zelden nog een bastaard het Vlaams, zijn moedertaal, verachten, hetzij hij, door staatzucht of om ergens van een hooggezeten Waal een ambt te verkrijgen, zijn naam en zijn oorsprong verloochent.--Maar zulken maken het volk niet uit en zijn slechts bedorven takken van de grote boom.
Ziehier tot proef van de vermeerdering der taalminnaren het getal der inschrijvers welke ik voor mijn drie werken bekwam: Het Wonderjaar 241, de Fantazij 279, en De Leeuw van Vlaanderen, alhoewel op een hoge prijs gesteld, 480. In twee jaar
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 179
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.