Abdallah, die door zijn' vader
het meest werd bemind. Het offer stond op het punt volbracht te
worden, op eene plaats die gewoonlijk bestemd was voor het slachten
der offers, toen de Koreïshieten toesnelden, den arm van Abdelmottalib
tegenhielden en hem rieden, eene waarzegster te raadplegen die zich te
Kaïbar bevond, dat eene versterkte en door Israëlieten bewoonde Stad
was. De waarzegster vroeg, wat de boete was, die voor een' manslag
werd betaald, en toen men haar antwoordde, dat de boete tien kameelen
bedroeg, ried zij, Abdallah aan de eene zijde, en aan de andere tien
kameelen te plaatsen; dat men daarna het lot zou raadplegen, en
verklaarde zich dit tegen Abdallah, dat men wederom tien kameelen bij
de eerste voegen en daarmede telkens voortgaan zou, tot het lot op de
kameelen viel. Abdelmottalib onderwierp zich aan de uitspraak der
waarzegster, en nademaal het lot tienmalen achtereen ten nadeel van
Abdallah uitviel, kocht de vader zijn' eed eerst tegen honderd kameelen
los. Sedert dien tijd werd de bloedprijs onder de Arabieren op honderd
kameelen bepaald. Dadelijk na deze gebeurtenis huwde Abdelbottalib
zijnen zoon Abdallah uit aan Amina, de dochter van Wahb, een' der
afstammelingen van Abdmenaf. Uit dit huwelijk werd Mahomet
geboren. [6]
Mahomets geboortejaar kan niet gemakkelijk worden vastgesteld. Er
zijn echter drie gegevens, die dienen kunnen om het ten minste bij
benadering te bepalen. Volgens de overlevering zou Mahomet gezegd
hebben: "Ik ben geboren onder de regeering van den rechtvaardigen
koning." Die rechtvaardige koning was Kesra Anoechirvan (Kosroës de
Groote), die zevenenveertig jaren en acht maanden heeft geregeerd.
Neemt men nu met een' Arabischen geschiedschrijver (Ibn El-athir) aan,
dat Mahomet zeven jaren en acht maanden voor Anoechirvans dood ter
wereld kwam, dan zou zijn geboortejaar in het jaar 570 n. Chr. vallen.
Ten andere valt Mahomets geboorte, volgens de overlevering, in het
jaar van den krijgstocht van den Æthiopischen koning Abraha tegen
Mekka (zie de noot op hoofdstuk CV van den Koran). Deze krijgstocht
eindigde door de volkomene vernieling van Abrahas leger; maar de
Arabische geschiedschrijvers stemmen zoo weinig ten aanzien van dien
krijgstocht overeen, dat Mahomets geboorte in het 34e of in het 40e of
in het 41e, of in het 42e jaar der regeering van Kesra Anoechirvan zou
vallen. Ook is algemeen de meening aangenomen, dat Mahomet, in 632,
in den ouderdom van drie en zestig jaren gestorven zij, waardoor zijne
geboorte in het jaar 569 zou vallen. Hierdoor ontstaat een nieuw
vraagpunt, en wel dat, of het cijfer van die drie en zestig jaren, bij
benadering, is opgegeven in maanjaren, gelijk die bij de Arabieren in
gebruik zijn, of dat daarbij gerekend zij op de tusschenvoeging welke
in 413 geschied is [7].
De Muzelmansche godvruchtigheid bleef niet ten achter bij de
ingeschapen neiging, die de wieg van buitengewone menschen door
den glans van mirakelen en merkwaardige natuurverschijnsels doet
omringen. Die godvruchtigheid is oorzaak, dat de verhalen daarvan
volgaarne worden aangenomen, zonder bron of grondslag te
onderzoeken; door diezelfde beweegoorzaak worden zij voortgeplant
en als geloofspunt vastgesteld. Volgens die verhalen, welke wij niet
met stilzwijgen zouden kunnen voorbijgaan, omdat zij den Muzelman
altijd voor den geest zijn, zoude, op het oogenblik waarop de
toekomstige profeet der Arabieren geboren werd, de geheele wereld in
beweging geweest zijn. Het paleis van Cosroë te Clesiphon schudde, en
veertien van zijne torens stortten in: het heilige vuur der pyreen ging uit,
in weerwil van het onafgebroken toezicht der magiërs; het meer van
Sawa droogde uit, de groot-moubed der Perzianen droomde, dat Perzië
door de Arabische kameelen en paarden bezet zou worden, en Amina
verhaalde haren schoonvader, dat zij gedurende hare zwangerschap had
gedroomd, dat een buitengewoon licht zich uit haren boezem
verspreidde om de wereld te verlichten; Abdelmottalib, eindelijk, die
op zekeren dag zijn kleinzoon was komen zien, bemerkte tot zijne
verwondering, dat hij besneden geboren was. Het kind, dat door zijnen
grootvader Mahomet genaamd werd (en hij was de eerste die dezen
naam onder de Arabieren droeg), werd door zijne moeder toevertrouwd
aan eene Bedouinsche min, die Halima heette, en welke het naar heuren
stam in de woestijn medenam. Na twee jaren werd hij gespeend, maar
zijne aanwezigheid in Halimas gezin, had daar zoo veel geluk en
overvloed in schijnen te brengen, dat zij Amina verzocht haar het kind
te laten opvoeden. De overlevering verhaalt, dat het kind aan eene
ziekte onderhevig was, waarvan men zich geene rekenschap wist te
geven, maar welke men aan de werking des duivels toeschreef [8].
Toen Mahomet later een voorval verhaalde, dat grooten schrik aan zijne
min had gebaard, zeide hij, dat, in zijne kinderjaren, toen hij met zijne
jeugdige makkers in de vlakte speelde, twee in het wit gekleede
mannen, dat engelen waren, hem op den grond geworpen, de borst
geopend en het hart er uitgenomen hadden, om het te wasschen en te
zuiveren.
Een
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.