De Koran | Page 3

Not Available
626 CIII. De Namiddag. Geopenbaard te Mekka.--3 verzen 626 CIV. De Lasteraar. Geopenbaard te Mekka.--9 verzen 627 CV. De Olifant. Geopenbaard te Mekka.--5 verzen 627 CVI. De Kore?shieten. Geopenbaard te Mekka.--4 verzen 628 CVII. De Aalmoes. Geopenbaard te Mekka of te Medina.--7 verzen 628 CVIII. Al Kauther. Gegeven te Mekka.--3 verzen 629 CIX. De Ongeloovige. Geopenbaard te Mekka.--6 verzen 630 CX. De Hulp. Geopenbaard te Mekka.--3 verzen 630 CXI. Aboe Lahab. Geopenbaard te Mekka.--5 verzen 631 CXII. Gods Eenheid. Geopenbaard te Mekka of te Medina.--4 verzen 631 CXIII. De Dageraad. Geopenbaard te Mekka of te Medina.--5 verzen 632 CXIV. De Menschen. Geopenbaard te Mekka of te Medina.--6 verzen 632

V.
Algemeen Register der voornaamste onderwerpen in den Koran behandeld, en der noten desbetreffende 633
VI.
Kort Overzicht van de Geschiedenis der Turken, voornamelijk in hunne verhouding tot het overige Europa 667
I. Inleiding 667 II. De Opkomst en Bloei der Turksche macht in Europa 675 III. De Achteruitgang der Turksche macht in Europa 691

I.
LEVENSSCHETS VAN MAHOMET.
De Koran is eene onregelmatige en onsamenhangende verzameling van zedelijke, godsdienstige, burgerlijke en politieke voorschriften, gemengd met vermaningen, of beloften en bedreigingen, met het leven hier namaals in betrekking staande, zoowel als van verhalen, die nu eens getrouw en dan weêr op ongetrouwe wijze, aan de bijbelsche oudheid, aan de Arabische overleveringen, en zelfs aan de geschiedenis van de eerste eeuwen des Christendoms ontleend zijn. Evenzeer vindt men er toespelingen op zaken die gebeurd zijn ten tijde dat de Koran geschreven is, op pogingen door den nieuwen godsdienst aangewend, om overwicht te krijgen op den afgodendienst, of op de worstelingen die zij had te bestaan. Die toespelingen zijn echter, doorgaans, in zulke algemeene en onbepaalde uitdrukkingen vervat, dat zin en beteekenis ons dikwijls zouden ontsnappen, indien wij hier geen geleiders vonden in de uitleggers van den Koran en de historische verhalen ten opzichte der vestiging van den Islam of het Islamisme.
Niet meer dan drie van Mahomets tijdgenooten worden, in het voorbijgaan, door den Koran genoemd. Wat Mahomet zelven betreft, wordt deze alleen vermeld bij wijze van toespraak, die God verondersteld wordt tot hem te richten. Daaruit volgt, dat de Koran ons bijna geene narichten geeft omtrent het leven en den persoon van den profeet der Arabieren. Deze bijzonderheid is overigens in overeenstemming met het algemeene en erkende karakter van den Koran: deze toch stelt Gods woord voor, dat aan Mahomet geopenbaard en door diens mond aan het Arabische volk overgeleverd is. Als een muzelman een gezegde uit den Koran aanhaalt, dan zegt hij nooit: Mahomet heeft het gezegd; maar: God (of de Allerhoogste, het Opperwezen) heeft het gezegd; en het was daarom niet te wachten, dat God aan de medeburgers van Mahomet bijzonderheden omtrent diens verwanten, zijn' oorsprong en zijne levensgevallen zou openbaren [1]. Dat stilzwijgen van den Koran wordt echter door de overlevering ruimschoots vergoed, en wij bezitten over Mahomet, ten minste van het oogenblik dat hij als Godsgezant optrad, historische bronnen, die, hoezeer met legenden vermengd, den beoefenaar tot een onbedriegelijk richtsnoer verstrekken, waaraan zijne openbaringen verbonden kunnen worden.
De gezellen van den profeet (de Ashab), zijne helpers (de Ansar), de aanhangers van den profeet die hun vaderland om de zaak van den nieuwen eeredienst hadden verlaten (de Moehadjirs), allen die Mahomet gevolgd zijn (de Tabi', in het meervoud Tabi'in), en allen die dezen hebben opgevolgd, hadden het zich tot plicht gesteld, òok de minst beteekenende bijzonderheden uit het leven van hunnen apostel, wetgever en zoowel geestelijk als tijdelijk opperhoofd, met godsdienstigen eerbied te bewaren en aan hunne nazaten over te leveren. Die bijzonderheden zijn overgegaan in de eerste historische boeken, door de Muzelmannen [2] samengesteld, en vormen heden ten dage een werkelijk en onmisbaar gedeelte van elk werk over de algemeene geschiedenis, en dus voorzeker van eene geschiedenis der Arabieren. Men bevroedt gemakkelijk, dat door de godsdienstige geestdrijverij onder een volk, hetwelk, over het algemeen, ongeletterd en van het overige gedeelte der wereld afgezonderd was, waarin menige twijfelachtige verhalen en verdachte overleveringen hebben moeten binnensluipen; dat de fictie en het wonderbaarlijke, voor zeker gedeelte, gemengd zijn in de geschiedenis van Mahomets zending, even als dit in de geschiedenis van de meeste andere godsdiensten plaats heeft. Misschien kan echter de geschiedenis van Mahomets zending, gemakkelijker dan eenige andere godsdienst uit het Oosten, van dat inmengsel van versiering en het wonderbaarlijke worden ontdaan, voor hetwelk slechts een Muzelman zich verplicht acht, met eerbiedigheid te blijven staan. Maar zelfs indien men er het karakter van heiligheid aan ontneemt, is zoowel het ontstaan als de voortplanting van het Islamisme desniettemin een der buitengewoonste gebeurtenissen in de jaarboeken des menschdoms.
Het is niet overbodig hier te doen opmerken, dat het groote Arabische schiereiland niet altijd door éen volk van hetzelfde ras en met dezelfde taal is bewoond geworden. De Arabische schrijvers onderscheiden er drie verschillende menschenrassen, die elkander in Arabi? hebben opgevolgd en die
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 441
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.