De Groote Pyramide | Page 6

H.J. van Ginkel
rasgenooten, op wie zij hunnen invloed niet langer konden doen gelden. Van veel meer nut zouden zij kunnen zijn voor de nog onontwikkelde rassen, die echter onbedorven waren. Overal, in verschillende landen, vinden wij teekenen van dat verblijf dezer Adepten in den vorm van nagelaten en thans vervallen bouwwerken, voornamelijk tempels; zoo bijvoorbeeld de Pyramiden in Amerika, Stonehenge in Engeland, de Pyramiden in Indi?, en voornamelijk de meest bekende, de oudste Pyramiden van Egypte.
De Adepten die zich in Egypte vestigden vonden daar, niet meer het half wilde ras, maar een zich ontwikkelend ras dat een mengeling was van de oude rassen en Aziatische emigranten, de zoogenaamde Roeta-Atlanti?rs. H. P. Blavatsky zegt van deze rassen: "Niettemin schijnt zelfs in de dagen van Plato niemand behalve de priesters en de ingewijden eenigerlei bepaalde herinnering aan de voorafgaande rassen bewaard te hebben. De allereerste Egyptenaren waren gedurende eeuwen en eeuwen van de Atlanti?rs gescheiden geweest; zij zelve stamden af van een uitheemsch ras, de Roeta-Atlanti?rs, en hadden zich 400.000 jaren vroeger in Egypte gevestigd" [14].
Toen gedurende het verblijf van de later inkomende Adepten het geestelijk zaad wortel schoot bij het opkomende ras, schijnen deze Adepten het bestuur wereldlijk en geestelijk ter hand genomen te hebben. Zij waren de goddelijke Koning-Ingewijden die voorafgingen aan de menschelijke dynastie na Menes, en Egypte brachten tot een stoffelijken en geestelijken bloei, waarvan de ons bekende Egyptische beschaving slechts een flauwe weerspiegeling was.
Gedurende hun bestuur--en het is onmogelijk hier van jaren te spreken met betrekking tot tijd, dus kunnen wij volstaan met te zeggen dat het halverwege het tijdperk was tusschen de eerste emigratie der Atlantische Adepten en het huidig tijdperk--werden de eerste pyramiden gebouwd, niet als een oorspronkelijk iets, maar als een algemeen aangenomen bouw van tempels van inwijding en woonplaatsen van Adepten in dien tijd; want H. P. Blavatsky zegt dat Egypte geenszins eenig was in het hebben van pyramiden, doch dat deze in alle vier hoeken der wereld bestonden, hoewel te dien tijde de hoofdzetel der Adepten in Egypte gevestigd was. Dit nu was volgens Sinnett ongeveer 200.000 jaar geleden [15].
En thans ben ik tot een punt gekomen in deze verhandeling, waarop ik met verwijzing naar al het voorvermelde en een beroep doende op het okkulte gezag van deze mededeelingen, gevoeglijk kan komen tot eene bespreking van de reden waarom ik het nuttig en wenschelijk acht een onderwerp als het onderhavige te behandelen. Wanneer wij uit het voorgaande zien dat de Adeptkoningen de leiders waren van de volken door wie deze pyramiden gebouwd werden, kunnen wij Theosofen, met hetgeen wij bij benadering ons kunnen denken van zulke hooge wezens, niet aannemen dat deze pyramiden gebouwd werden als "graftomben". Er bestaat voor ons geen twijfel of deze pyramiden hadden een verheven doel, en wij kunnen dan ten volle aannemen hetgeen A. P. Sinnett zegt in de meer aangehaalde verhandeling [16] dat deze pyramiden, en inzonderheid de groote Pyramide, bedoeld waren als tempels van inwijding, en dat de Groote Pyramide zelfs nog een doel had dat nuttig was boven dit, namelijk het beschermen van tastbare magische voorwerpen die in den rotsgrond verborgen werden, en die noodig waren bij de okkulte mysteri?n. Men zegt dat deze in den rotsgrond begraven waren, dat de Pyramide er boven opgetrokken werd, om door haar vorm en reusachtige grootte ze te beveiligen tegen aardbevingen en tegen de gevolgen van de groote overstroomingen, die Egypte en andere gedeelten der aarde bedolven onder groote watermassa's.
Maar nu deze okkulte theorie geheel en al tegenover de gezaghebbende en conventioneele graftheorie der pyramiden staat, moeten wij niet uit het oog verliezen dat gedurende het verval van de Egyptische beschaving, dat is gedurende het aan ons bekende geschiedkundige tijdperk, de esoterische kennis natuurlijk verdween met de Adepten, die gedurende een meer en meer materialistisch wordend geslacht zich terugtrokken naar weer andere streken, en dat ten opzichte van de toen volgende mode van pyramidenbouwen voor graftomben de theorie stellig meer waarde heeft en gestaafd wordt door bewijzen. Want zeker bouwden de latere koningen ze niet als plaatsen van inwijding, en er zijn overvloedige bewijzen dat zij ze voor graftomben bedoelden;--het feit dat zij de pyramidale bouworde volgden, vindt zijn reden in het navolgen van de bestaande oudere pyramiden.
Wij moeten dus de waarde der pyramiden uit een okkult oogpunt zoeken in gegevens die niet berusten op feiten die ontdekt zijn in verband met latere pyramiden, doch geheel in die, welke ons verstrekt worden door helderziend okkult onderzoek, zooals A. P. Sinnett ons die verschaft in zijne verhandeling, en waaromtrent wij eveneens voldoende wenken vinden in de Geheime Leer.
Doch afgescheiden van de okkulte waarde der oudste pyramiden in het algemeen, kan die van de groote Pyramide voor ons bijzonder belangrijk zijn, wanneer wij een gepasten eerbied hebben voor hetgeen H. P. Blavatsky ons hieromtrent zegt in de Geheime Leer [17], nl.:
"De
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 59
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.