de bergen plukken en er een nimmer eindigenden voorraad van vinden. Het half nomadische leven van al de bewoners dezer dorpen past best bij het bedrijf van het inzamelen van alfagras. Als een van hen zakgeld noodig heeft, wordt hij alfagraszoeker en kan, als hij goed hard werkt, van honderd tot honderd-vijftig kilogrammen per dag inzamelen. Hij brengt zijn oogst over naar Maknasi, een spoorwegstation op enkele uren afstands van hier, waar een markt van dit gras wordt gehouden, en de Engelsche Maatschappij koopt hem een lading van 100 K.G. af voor drie of vijf francs.
Meestentijds werkt met den Oeled Boe Saad een vrouw mee, soms doen dat verscheiden vrouwen. Hij laat ze werken aan het uitrukken van de plant, ziet op haar werk toe en stelt zich ermee tevreden, den kameel te beladen en het alfagras te verkoopen. Hij behoudt het geld. Dat stelt hem dan in staat, zich met de opbrengst van nog enkele dagen van arbeid naar Sfax of Gafsa te begeven--te voet wel te verstaan--en er zich die voorwerpen te verschaffen, die hij begeert; er feest te vieren, hetgeen voor hem bestaat in het zien dansen van afschuwelijk leelijke vrouwen onder de tonen van een woeste muziek en het drinken van drabbige koffie in een oneindig aantal koppen, terwijl hij tenslotte voor zijn eigen vrouw, als hij een goed echtgenoot is, een of ander valsch sieraad meeneemt, dat de joodsche zilversmid hem voor echt zilver heeft verkocht.
Dezen morgen komt mij in het jonge morgenlicht deze rivier van Zagoefta minder afschrikkend voor, en toen we buiten de kloven van den waterloozen stroom waren gekomen, betraden wij het dal der wadi Terli, waar we aardige vlakten te zien kregen, beplant met betoems, dat zijn boomen, die een soort van terpentijn leveren, Pistacia terebinthus; nu prijken ze in hun eerste lentegroen. Dit dal moet vroeger goed bebouwd zijn geweest en veel graanvruchten en olijven hebben geleverd. De romeinsche ru?nen, de waterleidingen en de versterkte posten op bepaalde afstanden langs den weg zijn er een bewijs van. Ik ontdek zelfs te midden van een groep verwoeste boerenhoeven en een aantal oliepersen de zeer duidelijk herkenbare overblijfselen van een christenkerk. Er moet hier een landbouwcentrum zijn geweest voor een in vaste woonplaatsen gevestigde en beschaafde bevolking, een belangrijk middelpunt, dat waarschijnlijk is blijven bestaan tot de eerste invallen van de Mohammedanen. De Arabieren noemen zulke ru?nen ksar el hadid, d. i. ijzeren kasteelen, vanwege het vele ijzer, dat tusschen de op den grond liggende steenen wordt gevonden.
Mesj,--dat is een verrassing! Ik dacht een dorp te vinden en ik zie er geen; wij herkennen, zoo ver het oog reikt, slechts een maraboet en die is nog maar klein en half verwoest. Ik dacht een put te vinden, en er is er geen!
Maar daar zien we midden op de vlakte, die door de brandende zon verschroeid wordt, een groote, donkergroene vlek, die ik reeds uit de verte opmerkte en die een boomgaard is met dichte, heerlijke olijven.
Het was half ����n op den middag, en de zon sloeg fel de hitte neer; de gele vlakte leek er rood van met hittegolven, die, als het ware, uit den grond schenen op te slaan. Ik haastte mij naar de olijfboomen, een waar gewelf van koelte, waar ik den verderen namiddag doorbracht, op den grond rustend, zonder den moed te hebben, opnieuw de hel daarbuiten op te zoeken.
Toen de avond was gekomen, lieten Salem en Nefti dieren drinken en gingen water halen; het was een heele reis, daar de naastbij zijnde put ver verwijderd was. Zij namen een inboorling mee van daar, een der notabelen uit de streek, die kippen, een kan melk en koeken meebracht. Hij maakte mij bekend, dat het dorp zeer dicht bij ons kamp was gelegen, op minder dan een arabische mijl afstands. De plaats was zoo prettig onder die olijfboomen, dat ik besloot, er nog den volgenden dag te blijven. Dat dorp zou ik gaan zien.
"Hoe komt het, dat men het dorp nergens in het oog krijgt?" vroeg ik onzen gast.
"Maar het is toch niet noodig, dat ieder mensch, die door de vlakte gaat, onze huizen ziet! Wij weten zelf ze wel te vinden, dat is voldoende!"
Si Ahmar is een verstandige landbouwer; hij vervangt den sjeik en stelde zich te mijner beschikking. Hij is een slimmerd van belang, en de verlokking van een baksjis; verdubbelt zijn ijver; maar hij is er blijkbaar op uit, de grootte van de fooi te doen toenemen.
"Morgen," zei hij, "zal ik mijn geweer meenemen en ik zal een haas schieten v����r ik u kom halen," en daarmee verliet hij ons.
En den volgenden morgen kwam hij met zijn geweer, maar hij had den haas gemist en hij had geen kruit meer. Hij wist wel, dat ik hem wat zou geven; dat was weer zooveel gewonnen.
"Wij zijn midden in
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.