ontbrandde met nieuwe kracht. Vreeselijke veldslagen, waarbij zich oproer, menschenslachting en ellende voegden, waren er het gevolg van. Aller krachtsinspanning was noodig. Aan Columbus en zijn onbesuisde, twijfelachtige plannen viel niet te denken.
Zoo ging er een afmattend jaar voorbij. Gedurende deze treurige maanden vertoefde Columbus te Cordova, gelukkig op kosten van het hof. Toen de lente in 't land kwam, hielden Ferdinand en Isabella zich bezig met het maken van de noodige toebereidselen voor een van de grootste krijgsondernemingen, het beleg n.l. van Granada. Vóór het hof optrok, deed Columbus een wanhopige poging, om gehoor te krijgen, doch hij ontving het ontmoedigende antwoord, dat de vorsten vóór den afloop van den veldtocht aan hem geen aandacht konden schenken. Die slag trof Columbus geweldig, maar wierp hem evenwel niet ter neer. Nog kon zijn onbedwingbare geest er niet tot wanhoop door gebracht worden. Hij zette zich rustig neer, en ging na, welk hulpmiddel hij nu kon aangrijpen.
Men leefde in een tijd van feudale macht en welvaart. De Spaansche bergen waren bezaaid met de sterke kasteelen van hertogen en baronnen. Columbus wendde zich tot den hertog van Medina Sidonia. Deze machtige heer, wiens kasteel een bijna onneembare vesting was, en geheel uit ijzer en steen bestond, behoorde tot den hoogsten adel in Europa. Wat de glans van zijn hof en levenswijze betrof, kon hij met koningen wedijveren. Uit eigen middelen verschafte hij de vorsten een heel leger ruiters, honderd oorlogsschepen en een groote som geld. De schitterende onderneming, die Columbus wilde doen, viel voor een poos in den smaak van den hertog, doch bij nader inzien verwierp hij het plan als den droom van een dweper.
Men zegt, dat Columbus toen bij den hertog van Medina Celi ging aankloppen. Hier werd hij aanvankelijk gunstig ontvangen. De hertog stond op het punt drie of vier schepen voor den tocht uit te rusten, maar hij haalde zich in het hoofd, dat de Spaansche vorsten het hem euvel konden duiden, wanneer hij zulk een grootsche onderneming op eigen kosten deed. Daarom liet hij Columbus gaan.
Zich zoo bedrogen ziende, besloot Columbus zijn geluk bij het Fransche hof te beproeven. Hij had nu een aantal invloedrijke en vermogende vrienden, die ongetwijfeld hun beurs voor zijn bescheiden eischen zouden openen. Vóór hij op zijn lange reis naar de Fransche hoofdstad de Pyrenee?n overtrok, bezocht hij eerst nog zijn zoon Diego in het klooster van La Rabida, bij Palos. Hij legde de reis te voet of op een muilezel gezeten af. Hadden zijn vrienden hem al een beetje geld gegeven, zeker is het, dat hij de grootste zuinigheid noodig achtte. Hij moest nog een lange en kostbare reis doen, en het was nog onzeker, hoe hij aan het trotsche hof van den Franschen koning zou worden ontvangen.
In een eenvoudig gewaad, door de reis met stof bedekt, stond Columbus vóór de deur van het klooster. Maar noch stof noch kale kleeren konden de aangeboren waardigheid van den man verbergen. Hij was van nature een edelman, die, om zijn aanspraken te rechtvaardigen, den glans van kostbare kleeren niet noodig had. Sedert hij voor de eerste maal aan de deur van dat klooster stond, om wat drinken voor zijn kind te vragen, waren er zeven jaren van aanhoudende inspanning en teleurstelling voorbij gegaan. Deze verdrietelijkheden en inspanningen hadden zijn lichaam gekromd en zijn haren vergrijsd. Zijn wangen waren gerimpeld, wat zoo licht plaats heeft, wanneer men teleurgesteld wordt en zwaar moet denken.
De waardige prior van het klooster ontving den vermoeiden avonturier met ware, broederlijke vriendelijkheid. Hij was geheel en al overtuigd geworden, dat Columbus' plannen verstandig waren, en de dadelijke en ernstige aandacht van het Spaansche hof verdienden. Toen hij de zekerheid had, dat Columbus over een bezoek aan Frankrijk dacht, ontwaakte zijn vaderlandsliefde en maakte hij zich zeer beangst, dat Spanje den roem van de groote onderneming derven zou. Dadelijk liet hij den geleerden arts ontbieden, van wien wij vroeger spraken, en deelde hem zijn vrees mee. Ook werden vele andere invloedrijke vrienden uitgenoodigd, om met Columbus over die allergewichtigste zaak te beraadslagen, welke den prior voorkwam zoo belangrijk voor den roem van Spanje te zijn.
In de nabijheid woonde een heer, die om zijn familie, zijn groot vermogen en zijn bekendheid met zeezaken vermaard was. Deze man heette Martin Alonzo Pinzon en was door zijn ondervinding in staat, om de kracht van de door Columbus aangevoerde gronden naar waarde te schatten. Met vuur omhelsde hij zijn zaak, en beloofde hem niet alleen geldelijken bijstand, maar tevens zijn invloed, om de zaak nog eens weer voor hunne majesteiten Ferdinand en Isabella te brengen. De prior van het klooster was in vroegere jaren kapellaan van de koningin geweest. Hij schreef haar een dringenden brief, en beweerde, dat Spanje zulk een schoone gelegenheid niet mocht verliezen, om boven alle landen uit te steken.
In die dagen
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.