Bolivia -- Een in wording zijnde Staat aan den Stillen Oceaan | Page 9

Emile Barbier

dat zij ten minste de zorg voor de bagage in eens voor haar rekening
neemt. Daarvoor is men al heel dankbaar.
"Een eerste klasse, Calama."
"Dertien piasters, veertig."
"Goed". Ik leg veertien piasters neer.
"Hier hebt u vijftig centavos terug."
"Maar ik moet zestig hebben."
"Dat weet ik wel, mijnheer, maar ik heb geen klein geld."
"Ik ook niet. Aan een spoorwegloket moest u toch geld van een piaster
terughebben."
"Wilt u 't kaartje nemen of niet? Niet? Dan moet u maar zien, dat u
ergens wisselt; ik neem 't kaartje terug."
Men dient zich te schikken in het geval, als men tenminste een
dragelijk plaatsje in een waggon wil vinden.
't Is geen kleinigheid, in dit land, waar niemand zich om iets
bekommert, de spoorwegbeambten uit hun slaperigen toestand wakker
te schudden. Zelfs het vooruitzicht op een drinkgeld (fooien zijn
trouwens aan de kust van den Stillen Oceaan niet in zwang) is niet bij
machte hen uit hun onverschilligheid op te wekken. Als een
kanonskogel voor hun voeten viel, zouden zij nog geen merkbare
ontsteltenis toonen. Het is hier wel voorgekomen, dat een reiziger, die
niet vlug van begrip was, zijn bagage eerst had ingeschreven, toen de
trein vlak voor zijn neus vertrok. Dat treft niet, als men twee dagen
moet wachten op den volgenden.
Eindelijk is alles in orde; mijn koffer staat in den goederenwagen; de

trein fluit, en langzaam stoomen wij tegen de helling op.
Twintig minuten later is Antofagasta slechts een verwarde mengeling
van zwarte plekken op het lichte oeverzand, de schepen op den oceaan
zijn niet van vliegende vogels te onderscheiden, en wij krijgen Playa
Blanca in 't gezicht. Playa Blanca is de plaats, waar de
Huanchaca-maatschappij het erts laat bewerken, dat naar de kust wordt
vervoerd. Een groote fabriek, op vijfhonderd meter afstand van den
oever, en tegen de heuvels de woningen der arbeiders in de buurt van
het directiegebouw. Hier ziet men reusachtige reservoirs voor zoetwater,
dat 315 kilometer ver uit de bergen wordt geleid, en eveneens voor het
opgepompte zeewater, dat gebruikt wordt bij de behandeling der
zilversulfiden. Huanchaca, op een hoogte van 4500 meter in Bolivia
gelegen, dicht bij Pulacayo, is het middelpunt van de belangrijkste
zilvermijnen der wereld. Tot nog voor korten tijd behandelde men daar
het erts door amalgameering met kwik. Dit was het eenige middel om
het metaal te zuiveren, want Bolivia bezit geen kolenmijnen, en de
omstreken van Uyuni en Huanchaca zijn te hoog boven de zee gelegen,
dan dat er bosschen konden worden gevonden, om de noodige
brandstof te leveren. Aan smelting viel dus niet te denken. Daarom
werd de fabriek van Playa Blanca opgericht, die door den spoorweg
verbonden was met Antofagasta, waar het zilvererts wordt behandeld
volgens de meest moderne methoden. Maar om redenen, die voor
oningewijden in het duister liggen, schijnt het, dat deze fabriek, die wel
een tentoonstelling van machinerieën gelijkt, op veel te grootsche
schaal is opgezet, zoodat zij de maatschappij meer schade dan voordeel
aanbrengt. "Het grootste geluk, dat de maatschappij kan overkomen",
zeide mij een bekend ingenieur, "zou een vulkanische uitbarsting zijn,
die dat geheele Playa Blanca door een vloedgolf liet verzwelgen. Het is
op veel te groote schaal aangelegd. Men heeft hier eene fabriek voor de
behandeling van zilvererts; maar de grondstof ontbreekt. De mijnen van
Pulucayo en Huanchaca, die het meest opbrengen, leveren niet eens
genoeg om een vierde deel van al deze machines in werking te stellen.
En een machine, die niet wordt gebruikt, is dood kapitaal."
De trein rolt gestadig verder, tusschen hooge bergen van zand. Van
Valparaiso af is dat nu al hetzelfde; zand, zand--anders niet. 't Is de

Quebrada agua negra; het Ravijn der Zwarte Wateren. Zwart water?
Waarom zwart? zou men zeggen. Om over de kleur van 't water te
kunnen oordeelen, zouden we water moeten zien. En zoo dat hier ooit
geweest is, dan was dat zeker in de dagen van den zondvloed. De
toegang tot de hoogvlakte zou met meer recht het Ravijn der Dorheid
kunnen worden genoemd. De mensch komt soms op zonderlinge
invallen. Die naam is zeker bedacht door een van dorst versmachtend
reiziger. De Quebrada agua negra ligt achter ons, maar wij reizen door
een zandwoestijn tot Calama, waar de trein van avond zal stilhouden.
't Is hier wel een ander gezicht, als men uit het raampje van den
waggon kijkt, dan bij ons in Frankrijk! Aan alle zijden die uitgestrekte
zandvlakte, waardoor de trein voortschuift met een slakkengang, dien
hij van het spoorwegpersoneel schijnt te hebben afgekeken.
Nu en dan houden wij stil bij houten loodsen, die met den naam van
stations worden bestempeld. Als men rondziet in de pampa, begrijpt
men niet wat die halten beduiden in een streek, waar geen levend
wezen schijnt verblijf te houden. Maar die stations zijn gelegen bij
plaatsen, waar natriumnitraat of
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 48
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.