Aan de Zuidpool | Page 7

Roald Amundsen
man te kunnen aanwerven. Als de landingsdivisie aan land is
gezet, zal de bemanning uit niet meer personen bestaan dan tien man,
een klein getal, om het schip uit het pakijs te brengen en het vervolgens
naar Buenos Aires te voeren om kaap Hoorn. Ook zal een ontscheping
een prettige afwisseling zijn in de eentonigheid van ons leven. Door
een zeer kouden westenwind gedreven, komen we het eiland snel nader.
In die dagen was de elken dag afgelegde afstand gemiddeld 150 mijlen;
een enkele maal bereikte ze zelfs 174 mijlen, een mooie snelheid voor
een schip, dat zwaar is geladen en een onvoldoenden voorraad zeilen
heeft.
In den namiddag van den 28sten November komt het eiland, dat kaap
Bligh wordt genoemd en dat eenige mijlen ten noorden van Kerguelen
ligt, in zicht. Het was geen bijzonder helder weêr en daar we deze
streken niet kennen, blijven we in den nacht voor anker. Den volgenden
morgen, toen het licht was, konden we waarnemingen doen. We gaan

naar de Royal Sound, waar de bedoelde inrichting moet wezen. In de
morgenkoelte zouden we de laatste kaap juist omvaren, toen plotseling
een windvlaag ons aangreep, en tegelijk verdwijnt die ongastvrije kust
achter een dik gordijn van regen. Dus blijft ons niet anders over dan
weer voor anker te gaan liggen, voor wie weet hoe lang, of verder te
varen. Zonder aarzeling besluiten we tot het laatste. Zeker, het zou
prettig geweest zijn, landgenooten te treffen, maar het was nog veel
nuttiger, snel verder te komen op den weg naar de Barrière, waarvan
4000 mijlen ons nog scheiden. De toekomst bewees, dat we gelijk
hadden gehad met zoo te handelen.
December bracht gunstige winden, nog kouder dan die, welke in
November hebben gewaaid. In het midden van de maand zijn we reeds
halfweg tusschen Kerguelen en onze bestemming.
Wij zijn allen volmaakt gezond, en hoe meer we het doel naderen, des
te beter wordt onze stemming. Aan de uitstekende hoedanigheid van
onze levensmiddelen moet die goede gezondheid worden
toegeschreven op deze lange reis. Nadat we van Noorwegen tot Madera
een weelderige tafel hadden gehad, voornamelijk in stand gehouden
door jonge varkentjes, die we hadden ingescheept, moesten we tot
ingemaakte voedingsmiddelen overgaan. De verandering leek niet
onaangenaam door de verscheidenheid van onzen voorraad. Er waren
aan boord twee tafels, maar ze hadden beide hetzelfde menu. Het
ontbijt, dat om acht uur plaats heeft, bestond uit warm brood,
confituren, oranjemarmelade of kaas, en koffie of chocolade. Het
middagmaal bestond uit een vleeschgerecht en een toespijs. Om water
uit te sparen kregen we enkel des Zondags soep. Gedroogde
californische vruchten vormden ons dessert. Zoo vaak mogelijk en in
groote hoeveelheid vruchten eten en groenten en confituren, is het beste
middel tegen ziekte. Aan den maaltijd was water onze drank of
vruchtenstroop; elken Woensdag en elken Zondag werd er een borrel
gedronken. Bij ervaring ken ik de wonderdadige uitwerking van een
kop warme koffie, als men gewekt wordt midden in den nacht, om de
wacht te betrekken. Een slok is voldoende, om iemand op streek te
brengen, en zoo was dan ook de koffie voor de lui van de wacht een
vaste instelling.

Tegen Kerstmis zijn we bijna op 150 graden O.L. en 58 graden Z.B.;
900 mijlen scheiden ons nog van het pakijs. Gedaan is het nu met dien
heerlijken westenwind, die ons weken lang heeft voortgeduwd. Enkele
dagen aaneen hebben we windstilte of tegenwind, en aan den
vooravond van Kerstmis hebben we regen en een koelen
zuidwestenwind.
Om het feest te kunnen vieren, moet het weêr mee van de partij zijn,
want anders zal het eeuwige rollen alle voorbereiding onmogelijk
maken. Ofschoon het altijd slecht weêr blijft, bakt Lindström ijverig de
traditioneele koeken. We probeeren hem over te halen, ze ons dadelijk
maar te geven, omdat de koeken het lekkerst zijn als ze warm worden
gegeten. Maar onze kok is aan dat oor doof en stopt zijn gebak achter
slot. In afwachting van het genot, ze te proeven, moeten we ons met
den geur tevreden stellen.
Kerstavond komt met prachtig weêr. De zee is kalm, zoo kalm, als ze in
weken niet is geweest. Het schip ligt stil, en dus kan ik met de
toebereidselen beginnen. Alles komt van zijn plaats, en al ons
koperwerk blinkt op zijn mooist, terwijl vlaggen langs de wanden
hangen. Boven de deur van den salon draagt een transparant de
woorden "Gloedelig Jul" (Gelukkig Kerstmis).
De phonograaf wordt gezet op een plank, die aan de zoldering hangt;
daar de piano geheel ontstemd is, moeten we ongelukkig daar afstand
van doen. De leden van ons gezelschap verschijnen allen, pas
geschoren en in hun beste spullen, zoodat de meesten niet te herkennen
zijn.
Om vijf uur wordt de motor stop gezet, en allen komen samen in de
kajuit, behalve de stuurman. In het zachte licht van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 61
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.