er bij zouden hebben gewonnen als Hamel in plaats van een scheepsboekhouder een geleerde was geweest. Was de kans niet groot dat hij zich dan niet zou hebben beperkt tot het geven van een onopgesmukt verhaal zijner lotgevallen en van eene eenvoudige beschrijving van land en volk maar eene zoogenaamd wetenschappelijke verhandeling zou hebben geleverd? Van den wetenschappelijken zin van vaderlandsche geleerden die in dien tijd over oostersche landen schreven, krijgt men echter geen hoogen dunk als men heeft kennis gemaakt met de werken van Montanus en Witsen en in de gelegenheid is geweest de toen in zwang zijnde naschrijverij op te merken. Hamel was ten minste oorspronkelijk, wars van ophef en oprecht [98], hetgeen ons vrede doet hebben met zijn stijl; heeft hij onjuistheden neergeschreven dan is dit te goeder trouw geschied. Wij kunnen wenschen dat hij ons omtrent het leven van de schipbreukelingen in Korea meer bijzonderheden had gegeven maar kunnen hem niet euvel duiden dat hij voor zich heeft gehouden wat hem en zijne makkers als een vergrijp zou zijn aangerekend of tenminste ongunstig zou zijn opgenomen. Zoo verzwijgt hij dat de schipbreukelingen--van wie sommigen misschien al in het vaderland waren getrouwd--hebben verkeerd met de dochteren des lands en in Korea vrouwen en kinderen hebben achtergelaten [99], hetgeen mede verklaart waarom het eerste zevental bij hun terugkeer in het vaderland zich dadelijk bereid hebben getoond om deel te nemen aan een tocht welke het aanknoopen van handelsbetrekkingen met Korea tot doel zoude hebben [100]. Ook is niet duidelijk hoe zij gedurende hun ballingschap in hun onderhoud hebben voorzien. De indruk wordt gevestigd, dat zij voortdurend ten prooi zijn geweest aan bittere armoede; hoe kwamen zij dan echter aan het geld dat hen in staat stelde eerst om zich huizen en kleeren aan te schaffen en later om tegen hoogen prijs het vaartuig te koopen waarmede Hamel en de zijnen wisten te ontvluchten. "Dit volk ... zeide van het offervlees meest geleeft, en geen quade dagen gehad te hebben" [101] verklaart Witsen, maar deze--waarschijnlijk van Meester Eibokken afkomstige--inlichting is even weinig bevredigend als hetgeen uit Hamel's verhaal valt op te maken.
Zou Hamel bij het schrijven van zijn Journaal gebruik hebben gemaakt van aanteekeningen? Na de stranding van "de Sperwer" konden de schipbreukelingen niet alleen eenige levensmiddelen redden, maar zoowel een paar kijkers als enkele boeken bleven behouden; deze boeken, waartoe het scheepsjournaal zal hebben behoord, zijn aan Hamel teruggegeven; wellicht heeft hij daarin aanteekeningen gemaakt en heeft hij die op zijne vlucht naar Nagasaki kunnen medenemen. Zooals een welwillend beoordeelaar van zijn Journaal vermeent, heeft Hamel gedurende zijn veeljarig verblijf in Korea wel is waar tijd te over gehad om gegevens te verzamelen en op te teekenen voor eene veel uitvoeriger beschrijving van land en volk dan hij ons heeft gegeven, maar zal de lust daartoe hem hebben ontbroken nu hij moest vreezen nooit gelegenheid te zullen krijgen om wat hij had opgemerkt en ondervonden aan anderen mede te deelen [102].
Het is evenzeer mogelijk dat het denkbeeld om een verhaal op te stellen van de lotgevallen van de schipbreukelingen van "de Sperwer", eerst bij Hamel is opgekomen toen hij werkeloos te Nagasaki moest wachten op zijne verlossing en dat hij zich bij dien arbeid uitsluitend heeft moeten verlaten op zijn geheugen en de herinneringen van zijne kameraden. Hoe dit zij, in Hamel's tijd is al erkend dat zijne mededeelingen aangaande Korea niet in strijd waren met hetgeen toen daarover bekend was uit de geschriften van anderen [103]; de juistheid van zijne geografische gegevens is later gebleken [104] en onze indruk van zijne betrouwbaarheid is versterkt doordat wij die berichten in zijn Journaal, welke voor contr?le vatbaar waren, elders bevestigd hebben gevonden; wij zijn daarom geneigd hem voor de overige op zijn woord te gelooven.
Hetgeen hij vertelt omtrent "den ommeganck van die natie ende gelegentheijt van 't land", behoeven wij evenwel niet voetstoots aan te nemen. Het aanzien waarin China stond en zijn politieke invloed in de vazalstaten Korea, Siam, Annam, Lioe Kioe eilanden, Birma en Nepal, hebben te weeg gebracht dat zijne hoogere beschaving naar die landen is afgestraald, zijne instellingen in die rijken tot voorbeeld zijn genomen en zijne volksgebruiken daar de oorspronkelijke vaak hebben verdrongen of gewijzigd [105]. Die inwerking van het Chineesche rijk op aangrenzende landen had al eeuwen geduurd toen Hamel zich in Korea ophield en het kan alzoo niet verwonderen dat in zijne beschrijving de overeenkomst in zeden en instellingen in China en Korea duidelijk valt waar te nemen. In deze overeenkomst bezitten wij een maatstaf voor de beoordeeling van Hamel's betrouwbaarheid en nauwkeurigheid, daar voor de kennis van de toestanden in China in vroeger tijd talrijke gegevens ten dienste staan.
De afzondering waarin Korea heeft volhard na Hamel's vlucht, heeft voorkomen dat aan den eerbied voor het bestaande, aan den conservatieven aard van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.