Tolstois leven | Page 9

Pavel Ivanovich Biroekoff
I. Joeschkoff. Ilija, stierf kinderloos Nikolaas, geb. 1823. Sergius, geb. 1826. Dimitri, geb. 1827. Leo, geb. 1828. Maria, geb. 1830.

De familie Tolstoi heeft haar vertegenwoordigers in vele standen van de maatschappij.
Wij veronderstellen, dat het den lezer zal interesseeren te weten in welken graad van bloedverwantschap Leo Tolstoi tot eenigen hunner staat. Wij herinneren hier aan Feodor Petrowitsch Tolstoi, een bekend kunstenaar en vice-president van de Keizerlijke Kunstacademie, die een neef was van den vader van den dichter Alex. Const. Tolstoi, die op zijn beurt weer een achterneef is van Leo Tolstoi. De gewezen minister Dimitri Andrejewitsch Tolstoi, bekend om zijn reactionnaire maatregelen, staande in een meer verwijderden graad van bloedverwantschap tot Tolstoi, stamt af van den algemeenen stamvader Iwan Petrowitsch Tolstoi, zoon van den eersten graaf Tolstoi, Peter Andrejewitsch, die evenals zijn vader stierf in het Solowetski-klooster.

TWEEDE HOOFDSTUK.
VOOROUDERS VAN LEO TOLSTOI VAN MOEDERSZIJDE.
De vorsten Wolkonski klimmen met hun stamboom op tot Rurik.
Bij het leven van mijn grootvader bestond er nog een in olieverf geschilderde stamboom van de vorsten Wolkonski. Daarop was de stamvader, vorst Tschernogorski (als de heilige Micha?l) afgebeeld, met een boom in zijn vuist, wiens vertakkingen de rij van zijn nakomelingen voorstellen.
Vorst Iwan Joerjewitsch, het 13de geslacht na Rurik, ontving in het begin van de 14de eeuw het vorstendom Wolkon, gelegen aan de rivier de Wolkona, die stroomt in het tegenwoordige gouvernement Kaloeka en Toela; dit was het stamgoed van de vorsten van Wolkonski. Zijn zoon Feodor Iwanowitsch viel in den slag bij Mamajeff in 1380. Wij noemen van Leo Tolstoi's jongste voorouders zijn' overgrootvader, vorst Sergius Fedorowitsch Wolkonski, om wiens persoon zich de volgende legende weeft.
Vorst Sergius Fedorowitsch Wolkonski heeft deelgenomen aan den zevenjarigen oorlog in den rang van generaal. Zijn vrouw droomde eens, tijdens dien veldtocht, dat eene stem haar beval een heiligenbeeldje te laten maken, vertoonende aan de eene zijde Sjiwonosni Istotschnik, aan den anderen kant Nikolaas Tschoedotwortz, en hem dat te zenden. Zij zocht daarvoor een plankje uit, gaf bevel het te schilderen en zond het haren man door bemiddeling van den veldmaarschalk Apraksin. Op dien zelfden dag bracht een koerier hem het bevel zich op weg te begeven om den vijand op te zoeken. Vorst Sergius Feodorowitsch bad God om hulp en stak het beeldje bij zich. Nu gebeurde het dat een vijandelijke kogel hem trof, juist op de borst, waar hij op het beeldje afstuitte. Dit beeldje, dat nu nog bewaard wordt door zijn jongsten zoon, vorst Nikolaas Serghejewitsch, redde hem dus het leven. Hij stierf 10 Maart 1784.
Leo Tolstoi, die deze legende natuurlijk kende, bediende zich ervan in zijn roman Oorlog en Vrede, om de godsdienstige gevoelens weer te geven van vorstin Maria Wolkonskaja, voordat vorst Andre? ten oorlog trekt. De lezer zal zich herinneren dat Maria haar broeder vraagt, dit beeldje mee te nemen. Terwijl zij het hem geeft, zegt ze: "Denk wat je wilt, maar doe het dan voor mij, doe het, ik smeek het je! De vader van mijn vader, onze grootvader, droeg het in alle oorlogen..."
Wij zien hier hoe de verbeeldingskracht van den kunstenaar en de werkelijke historie in elkaar vloeien. Terwijl de laatste aan de eerste het karakter van waarheid verleent, daar geeft de eerste aan de laatste dien schijn van het echte leven, die aan alle personen, voorkomend in Oorlog en Vrede, bezieling schenkt, zoodat wij niet twijfelen aan hun werkelijk bestaan.
De jongste zoon van Sergius Feodorowitsch, Nikolaas Serghejewitsch, was Tolstoi's grootvader van moederszijde. Hier volgt hetgeen de stamboom van hem zegt.
Nikolaas Serghejewitsch, generaal der infanterie, jongste zoon van vorst Sergius Feodorowitsch en vorstin Maria Dmitrijewna, geboren Tschadajewna, werd geboren 30 Maart 1753. In 1780 werd hij opgenomen in 't gevolg van Keizerin Catharina?II te Moghileff, waar hij de eerste samenkomst van haar met Keizer Joseph?II bijwoonde. Later begeleidde hij de Keizerin naar Tauri?. In 1793 werd hij benoemd tot eersten gezant te Berlijn, bij gelegenheid van het huwelijk van den kroonprins, den lateren Frederik Willem?III. Hij stierf 3 Februari 1821 op het landgoed Jasnaja Paljana, waar hij, zonder het ooit meer te verlaten, zijne laatste jaren doorbracht, en dat, onder den naam van Liesig Gor, door zijn kleinzoon in den roman Oorlog en Vrede onsterfelijk is gemaakt.
Het lijk van dezen vorst is bijgezet in het Troitzko Serghejewskaja lawra (een klooster).
Leo Tolstoi vertelt ons in zijne herinneringen het volgende van zijn' grootvader.
"Van mijn' grootvader weet ik, dat hij onder Keizerin Catharina het hooge ambt van generaal-en-chef bekleedde, doch plotseling werd ontslagen, omdat hij weigerde te trouwen met Warjenka Engelhardt, de nicht en tevens geliefde van Potjemkin. Hij antwoordde toen deze het hem vroeg: 'Hoe kom je op de gedachte, dat ik zou trouwen met uwe bijzit.' Dat antwoord brak zijne carrière. Behalve dat hij niet werd bevorderd, verplaatste men hem als veldmaarschalk naar Archangel, waar hij, geloof ik, bleef tot aan de troonsbestijging van Keizer
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 160
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.