gateau, en vragen wat anders. Ook ik vraag wat anders, en noem het, onbeleefd, half-gaargebakken watten met kryt, koper, aluin, geile melk, vitriool en oudsche eieren. Niets bewyst echter dat de Franschen, ik, en de overige 1497 millioen mensen die geen Hollandsen brood lusten, gelyk hebben. De mogelykheid bestaat dat 'n hemelsche jury, by 'n algemeene Paryzer heelal-tentoonstelling van vierduitsbroodjes, aan onze bakkers de gouden medaille zou toekennen. Maar ... zoolang die jury zoodanige uitspraak niet gedaan heeft, is 't niet zeker, en zelfs niet waarschynlyk dat de Hollandsche bakkers goed gebakken hebben, in weerwil hunner altyd doorbakkende levenslankheid. Ook de Fransche bakker is specialiteit. Ook hy bakte gisteren reeds, verleden week, voor jaren, van kindsbeen af. En hy beweert dat 'n Hollandsche broodmaker de zaak niet verstaat.
Ik had in 1850, 51 nog geen bakken geleerd. De admiraal JURIEN DE GRAVIERE ... ach, hy kommandeert als zoetwaterzeeman, op dit oogenblik (Voorjaar 1871) de flotille "du parti de l'ordre" op de Seine! Wie had gedacht dat hy zoo laag vallen zou, de achtenswaardige kommandant van de Bayonnaise, die me leeren wilde hoe men goed brood bakt!
Van hem namelyk heb ik 't woord gateau, dat ik zoo-even aanhaalde.
Na veel vruchtelooze pogingen van m'n kok om dien hoofdofficier iets voortezetten dat hy als brood gebruiken kon, noodigde deze my aan boord van z'n korvet, niet aan z'n tafel ditmaal, maar in de kombuis. Daar toonde hy my hoe men vochtig meel deed verzuren door wat warmte met geduld. En dat men geen byvoegsel van gist noodig had. En hoe telkens een gespaard deel van 't gebruikte deeg, morgen oud geworden, het nieuwe zou doorzuren en doen "ryzen" in weinig tyds, zonder daaraan den vuilen bysmaak te geven waarop de Hollanders zoo gesteld schynen. En hoe brood--"du pain, m'sieur DEKERR, du pain, ce qu'on peut nommer du pain!"--hoe brood alleen moet bestaan uit gaar meel, zonder meer. Zonder aluin, zonder kryt, zonder suiker, zonder melk, zonder eieren, zonder koper en vitriool, zonder vuiligheid, zonder vergif.
Ik erken dat ik op dit oogenblik met de handen verkeerd zou staan, en dat ik me waarschynlyk eenige vergeefsche proeven zou moeten getroosten, waar ik in-staat ware brood te leveren dat volgens het oordeel van verreweg 't grootste deel onzer medemensen, beter voldoet aan de eischen die men aan brood stellen mag, dan dat onzer levenslange Hollandsche bakkers. Ik heb er de hand niet aan gehouden, en de juiste methode is my ontgaan.
En ... wonder is 't niet! Ik deed zooveel andere dingen sedert 1850! Daar ligt zooveel tusschen die kombuis van de Bayonnaise en deze verhandeling! Zooveel arbeids! Zooveel vermoeienis! Zooveel teleurstelling! Zooveel onbekroond streven! Zooveel smart!
En wat al slecht gebakken brood at ik sedert dien tyd!
En hoe bitter was 't meestal, ook zonder misselyk gesuikerd te zyn!
En hoe vaak rees de gedachte in my op: als ik eens, om brood te hebben, mezelf maakte tot zoo'n levenslange bakker?
Maar er is niets van gekomen. Gedurig had ik wat anders te doen. Op dit oogenblik, by-voorbeeld, moet ik voortgaan met m'n stuk over Specialiteiten.
* * * * *
Het is alzoo niet uitgemaakt dat iemand die zich aan 'n bepaald vak wydt, in dat bepaald vak iets beters levert, dan te verwachten is van anderen, van niet-specialiteiten. Er bestaan zelfs gegevens die zouden doen besluiten tot het tegendeel, of--om korrekt te redeneeren --gegevens die het tegendeel mogelyk, en zelfs waarschynlyk maken.
Een bakker--de scherpzinnige lezer zal wel de goedheid hebben de bakkery overtezetten in den algemeen-maatschappelyken toonsleutel die op m'n kompozitie past--'n bakker die onder kryt, aluin, eieren, melk, gist, koper, vitriool en bedorven klanten is opgegroeid, heeft, juist tengevolge van z'n levenslankheid, meer moeite zich te ontdoen van al deze ingegroeide dingen, dan de onschuldige die--als ik in de kombuis van de Bayonnaise--nuchter is van alle verkeerde kennis der zaak. Zoo'n bakker is ...
--Wat al divagatien!
Ge vergist u. Ik divageer niet. En 't bewys? Zoo'n bakker is 'n specialiteit.
* * * * *
En nu lezer--tenzy gyzelf behoort tot de specialiteit van de velen die niet lezen kunnen--transponeer!
Ach, er wordt zooveel slecht voedsel geleverd uit heel andere bakkeryen, dan waar die gesofistikeerde miniatuur-lendekussentjes als brood worden uitgevent!
Specialiteit van rechtkennis ... bedorven melk!
Specialiteit van staatsmanswysheid ... taaie watten!
Specialiteit van broederliefde, mensenmin, vrede op aarde met obligaat-welbehagen, roode kruizen, filantropie, dierenbescherming, neger-wintersokjes, Javaannut-maatschappyen, weldadigheidskommissien ... sterke boter!
En, by al die specialiteiten, de zeer speciale specialiteit der frazen ... vuile eieren!
Alles saamgenomen! vergif!
Ik ben terdeeg aan 't komponeeren. Zie eens hoe quite right ik al die stinkende dingen on their right places heb gezet, om de oneetbaarheid van de broodjes te betoogen, waarop de maatschappy zich maagbedervend het gebit slee kauwt.
Ik hoop lezers te treffen die me hier verwyten dat ik onrechtvaardig ben. 't Zou me aangenaam zyn aanleiding te vinden tot dupliek op de beschuldiging:
--Ge kunt niet waar zyn, dat ge allen over
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.