Robur de Veroveraar | Page 3

Jules Verne
in dien der berekenaars had men zich--ongeloofelijk, niet waar?--in de eenvoudigste formulen vergist. De bekentenis was openhartig ten minste, dat moet erkend worden.
Diezelfde openhartigheid werd ook door de sterrenwacht te Montsouris en door den magnetischen waarnemingspost te Saint-Maur betracht. Dezelfde hulde werd aan de waarheid gebracht door het Bureau des Longitudes.
Waarachtig: Fransch stamt af van Frank. En frank beteekent: vrijmoedig, waarheidlievend.
In de departementen week men eenigszins van dat openhartigheidsstelsel af.
Misschien was er in dien nacht van den 6den op den 7den Mei een lichtstraal gezien, die als een electrisch verschijnsel, hetwelk hoogstens twintig seconden mag geduurd hebben, kon opgenomen worden.
Op den Pic du Midi, een der hoogste toppen van het Pyrenee?ngebergte, was die lichtstraal des avonds tusschen negen en tien uur waargenomen geworden.
Op den meteorologischen waarnemingspost van Puy de D?me, een der toppen van het Hoogland van Auvergne, was dat licht na middernacht tusschen een en twee uur gezien geworden.
Op den Mont-Ventoux, niet ver van Avignon in de Provence, was dat licht des ochtends tusschen twee en drie uren ontwaard.
Te Nizza, aan de Middellandsche zee, had die lichtstraal zich tusschen drie en vier uren vertoond.
Eindelijk op den Semnoz-Alp, tusschen Annecy, le Bourget en het meer van Genève gelegen, had men dat licht bespeurd, toen de dageraad reeds de kim verlichtte.
Klaarblijkelijk konden die verschillende waarnemingen niet verworpen worden.
Ongetwijfeld was dat licht achtereenvolgens in de tijdruimte van weinige uren op al die waarnemingsposten gezien geworden. Dus, òf die lichtstraal was door verscheidene lichtbronnen veroorzaakt geworden, die zich door de bovenste luchtlagen bewogen; òf slechts door eene eenige. Maar als zij aan eene eenige lichtbron toegeschreven moest worden, dan moest deze eene snelheid van voortbeweging bezeten hebben, die de tweehonderd kilometers per uur zeer nabij bereikte.
Maar had men bij daglicht iets abnormaals in den dampkring ontwaard?
Neen! Dat was nimmer geschied.
Had men ten minste de trompet bij daglicht in de bovenste luchtlagen vernomen?
Ook dat niet, dat moest een ieder, zelfs de meest nauwkeurige waarnemer bekennen.
Nimmer had dat trompetgeschal tusschen zonsopgang en ondergang weerklonken.
Men was in het Vereenigde Koninkrijk zeer overstuur. De sterrenwachten daar konden maar tot geene overeenstemming komen. Greenwich twistte met Oxford, hoewel beiden beweerden en stokstijf staande hielden, "dat er niets was." Zelfs die twistende overeenkomst was merkwaardig.
"Een optisch bedrog!" zei de eene en klampte zich daaraan halsstarrig vast.
"Een akoustisch bedrog!" antwoordde de andere en was in zijne meening niet minder hardnekkig.
Vandaar de twist! Vandaar het dispuut! Hoewel beiden erkenden, dat er zinsbedrog bestond. Of het nu de oogen of de ooren waren, die het bedrog pleegden? Ziet, dat moest uitgemaakt worden.
De Nederlandsche sterrenwachten te Utrecht en te Leiden behandelden de quaestie leuker. Daar had men eenvoudig hoegenaamd niets waargenomen. Men hield zich als neutrale mogendheid buiten den twist.
Tusschen de sterrenwachten te Berlijn en te Weenen dreigde de quaestie tot internationale verwikkelingen aanleiding te geven. Wat zij evenwel waargenomen hadden, was zoo Duitsch geleerd, zoo Duitsch verward, zoo nevelachtig, dat zij zelve er geen touw aan vastmaken konden. Maar de directeur van de Russische sterrenwacht te Poultawa bewees hen toch, dat zij beiden gelijk hadden. Het gold alleen volgens hem het standpunt, hetwelk ieder hunner tegenover het natuurverschijnsel innam. In theorie was dat natuurverschijnsel onmogelijk aan te nemen; in de praktijk was het evenwel mogelijk en bestaanbaar.
In Zwitserland, namelijk op de sterrenwachten van Bern, van Genève en van Zurich, op de waarnemingsposten op den Santis, op den Gaebris in het kanton Appenzeil, op den Rigi, in het kanton Lucern, op den Sint Gothard, op den Sint Bernard, op den Julier-top, op den Simplon, op den Sombliek in de Tyrolsche Alpen, nam men eene groote terughoudendheid in acht omtrent dat natuurverschijnsel, hetwelk niemand nog had kunnen waarnemen of bevestigen.
En ieder nadenkend wezen zal moeten erkennen, dat zulk eene terughoudendheid wezenlijk verstandig was.
In Itali? daarentegen, aarzelden de wachters op de meteorologische waarnemingsposten op den Vesuvius, op den Etna, deze laatste ingericht in de oude Casa Inglese, op den Monte Cavo, niet, om de daadwerkelijkheid van het natuurverschijnsel aan te nemen. En de geleerden hadden op een helderen dag iets waargenomen, dat veel weg had van een gekruld, dicht opeengerold wolkje, en gedurende een helderen nacht iets, wat veel geleek op eene vallende ster. Een hunner had zelfs bij die gelegenheid, waarschijnlijk om zijn Fransch te luchten, uitgeroepen:
Encore une étoile, qui file, qui file et dispara?t,
en daardoor bewijzen gegeven, dat hij zijn Béranger niet vergeten had.
Wat die Italiaansche geleerden eigenlijk gezien hadden; ja, zij moesten erkennen, dat zij het niet wisten.
Waarlijk, dat geheimzinnige natuurverschijnsel begon den geleerden de keel uit te hangen, en zij zouden het hunne ge?erde aandacht onwaardig verklaard hebben,--hunne gewone taktiek, wanneer zij tegenover onverklaarbare feiten gesteld worden,--wanneer niet de nederigen en onwetenden, die steeds de overgroote meerderheid van het menschelijk geslacht uitgemaakt hebben, die nog uitmaken en steeds zullen uitmaken, wat volgens onze bescheiden meening een zeer wijze natuurwet is, niet
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 97
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.