waar woud van hutten van bamboes, op palen gebouwd en met nipabladeren gedekt, het riet uit dit land. Het aantal inwoners van de heele stad is meer dan 200?000.
Manilla bezit weinig belangwekkende bouwwerken buiten een massa zeer oude kerken van een bijzonder stevigen bouwtrant, omdat ze bestemd waren om weerstand te moeten bieden aan de hevige aardbevingen, die het eiland Luzon herhaaldelijk teisteren. Eenige ervan hebben houten en bronzen versiering van beeldhouwwerk, maar de versiering is zoowel binnen als buiten de kerk armoedig en van slechten smaak. De eenige curiositeiten van de stad, die waard zijn bezocht te worden, zijn het kerkhof van Paco en de gevangenis van Bilibid.
Het Pacokerkhof wordt alleen gebruikt voor de klasse der rijken; het aantal dooden, dat er wordt toegelaten, is zeer beperkt en de huur van de nissen van het columbarium is verbazend hoog. Daar iedere familie, die zich respecteert, aan haar leden om haren rang op te houden, althans tijdelijk een graf op het kerkhof van Paco moet verzekeren, worden de lijken er voor een bepaalden tijd heengebracht, waarvan de duur afhangt van de geldmiddelen der bloedverwanten van den overledene. Als de familie ophoudt met het betalen van de maandelijksche bijdragen, worden de lijken opgegraven en opeengehoopt in een gemetselde gang, die rondom het kerkhof loopt en die de deposito wordt genoemd. Daar de lijken daar dikwijls reeds eenige weken na den dood worden heengebracht, wordt die doodengang, vooral in een tijd van epidemie?n, veranderd in een waar lijkenhuis in de open lucht, dat zeer veel gevaar voor de levenden oplevert. De Amerikanen hebben gepoogd, het gebruik van de deposito tegen te gaan, maar ze moesten dat plan laten varen om de tegenwerpingen van de bewoners, die weigerden afstand te doen van de gewoonte hunner voorvaderen.
De gevangenis van Bilibid, die ruim is en weelderig ingericht, is tegelijk voor blanke en inlandsche veroordeelden in gebruik. Evenals op het kerkhof van Paco, leveren de hoogere klassen van de bevolking een groot deel van de tijdelijke bewoners. Men ontmoet daar, broederlijk naast elkander, oud-opstandelingengeneraals en amerikaansche ambtenaren die al te veel hielden van de staatsdollars. Allen dragen de zwart en grijze jersey van de dwangarbeiders en hun haar is afgeschoren; maar zelfs in die weinig flatteerende uniform houden ze het prestige van hun vroegeren rang, en de bewakers spreken tot hen met een zekeren eerbied.
Als iedere tropische stad, en eigenlijk nog meer dan elke andere, is Manilla het grootste deel van den dag in slaap. Des morgens zijn alleen de Escolta en de aangrenzende straten een beetje levendig; alle beweging houdt om elf uur ongeveer op, en de wandelaar, die door de verlaten straat loopt, heeft een zware stilte om zich heen, alleen afgebroken door het getik van de schrijfmachines onder de handen van de amerikaansche klerken, die op hun kantoren zitten te werken in hemdsmouwen, met een groen schermpje op het voorhoofd. De bewoners ontrukken zich met moeite aan hun slaapje tegen vier uur en gaan dan in menigte naar de Luneta, waar duizenden menschen uit Manilla zich in groepjes op het gras uitspreiden, om het afgebroken dutje te hervatten, in slaap gewiegd door de tonen van een militair orkest. Rondom het plein rijden ruiters en met vlugge, kleine poney's bespannen rijtuigen voortdurend in het rond, als in een draaimolen.
De stad der inlanders is nog doodscher dan die van de Europeanen. Menschen en dieren rusten er onafgebroken; zelfs de voertuigen, getrokken door reusachtige buffels, die zwaarder en langzamer zijn dan kameelen, geven een indruk van slaperigheid en verdooving. De man uit het volk voegt de luiheid van den Maleier bij de indolentie vol minachting van den Spanjaard; hij wordt alleen des Zondags wakker, om 's morgens naar de kerk te gaan en in den namiddag naar de hanengevechten.
Altijd in Manilla teruggehouden door de mogelijkheid van de terugkomst van generaal Wood, verliet ik de hoofdstad niet dan enkel voor kleine uitstapjes van niet langer dan een dag. Het interessantste was dat naar Malolos, waar ik een bezoek bracht aan eenige officieren, die mij hadden uitgenoodigd, om hun troep te komen inspecteeren. Malolos, hoofdstad van de provincie Bulacan, is beroemd geworden door Aguinaldo, die er in het begin van den opstand de hoofdstad had van zijn kortstondige republiek.
Men gaat naar die stad met den spoorweg, dat is langs de eenige lijn die in den Archipel bestaat en die Manilla met Dagupan verbindt aan de Lingayengolf. Het is merkwaardig, op te merken, dat de Amerikanen, die de grootste spoorwegondernemers ter wereld zijn, tot nu toe geen kilometer nieuwen spoorweg op de Philippijnen hebben aangelegd, want de lijn van Dagupan dateert uit den spaanschen tijd en is door een engelsche maatschappij uitgevoerd.
In het algemeen zijn de openbare werken van den kant der regeering volstrekt niet het voorwerp eener aanhoudende zorg geweest, en de onverschilligheid der Commissie in dit opzicht
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.