먈
Reisherinneringen van een bestuursambtenaar?by L. M. van Klaveren
The Project Gutenberg EBook of Reisherinneringen van een bestuursambtenaar
in Zuid-Celebes, by L. M. van Klaveren This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Reisherinneringen van een bestuursambtenaar in Zuid-Celebes De Aarde en haar Volken, 1918
Author: L. M. van Klaveren
Release Date: February 27, 2007 [EBook #20706]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK ZUID-CELEBES ***
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
Reisherinneringen van een bestuursambtenaar in Zuid-Celebes.
Door L. M. van Klaveren.
Tot de minst bezochte gebieden van het zuid-westelijk schiereiland van Celebes behoort ongetwijfeld de zuid-oostelijke hoek daarvan, waar men op de kaart het oude regentschap Bira vindt. In een uithoek van het schiereiland gelegen, ver van de groote verkeerswegen verwijderd, slechts te bereiken door een vrij ontoegankelijk terrein, wordt deze om verschillende redenen toch zoo merkwaardige streek uiterst zelden door europeanen bezocht. Het bezoeken van dit tot de Assistent-Residentie Bonthain ressorteerende regentschap, was het doel van onze reis.
Aangezien deze tournee niet alleen uit een dienstoogpunt werd ondernomen, doch het ook de bedoeling was onderweg de genoegens van de jacht na te streven, hadden zich een paar vrienden aangesloten om den tocht mede te maken.
Het uitgangspunt, waar het gezelschap samenkwam, was Boeloekoemba, een plaatsje beoosten Bonthain aan de zuidkust, standplaats van een Controleur. Vroeger, in den tijd dat de koffiecultuur nog op Zuid Celebes bloeide, was dit oude uit de Compagniestijd dateerende plaatsje met zijne mooie tamarindelanen, van meer beteekenis dan tegenwoordig.
Den dag voor het vertrek werden de toebereidselen voor de reis gemaakt. Deze bestonden voornamelijk in het bijeenbrengen van blikjes en dranken en andere benoodigdheden als bivaktent, veldkeuken, lamp, veldstoeltjes, opvouwbaar tafeltje, veldbedden enz. De barang zou reeds in den nacht onder hoede van de bedienden per prauw vooruitgezonden worden naar onze eerste pleisterplaats, welke ook aan zee gelegen zou zijn. De jachtutensili?n, waarbij niet te vergeten de veldflesschen, zouden alleen door ons worden medegenomen.
Op het bepaalde uur was het gezelschap voor vertrek gereed. De eerste palen konden per bendy worden afgelegd doch toen kwamen we aan eene rivier, waar de weg ophield en we onze voertuigen moesten terugsturen. Na door een pentjara te zijn overgezet begon onze eigenlijke rimboetocht. Dit eerste gedeelte ging aanvankelijk door uitgestrekte klappertuinen, weldra werd de bodem echter moerassig en na eenigen tijd maakten de klapperboomen geheel plaats voor eene moerasvegetatie.
De wandeling werd nu geen pretje. In den aanvang poogden we nog om alle plassen heen te loopen, wat we weldra echter moesten opgeven, aangezien vele plassen geen boorden hadden en we ten slotte dan ook door modder, kroos en bloedzuigers heenflodderden, onze nieuwe putties ten spijt. Moerasvogels, die na onbeweeglijk staren in schrikachtige bewegingen hun prooi wegpikten uit bekrooste plassen of drabbige kreekjes, vlogen krijschende op bij onze nadering. De meeste dezer dieren zijn wegens hun taai vleesch en vischachtigen smaak geen schot kruit waard, waarom wij hun dan ook ongemoeid lieten. Nieuwsgierige krabben en krabbetjes, berucht wegens het ondergraven van de wegen doch uiterst nuttig door alles te verorberen, wat er zooal ligt te verrotten en te ontbinden in een moeras, renden bij honderden als echte "schuinsmarcheerders" verschrikt naar hunne holen om vanuit hun schuilhoek de wonderlijke wezens na te staren en om straks hun werk voort te zetten, het werk van vernieling en dat van den publieken gezondheidsdienst. Het gelukte ons hier een paar wilde eenden te verschalken. Langzamerhand werden de moerassen zoo onbegaanbaar dat we onzen weg langs het strand moesten zoeken, waar bij laag water een smalle, gewoonlijk zandige kuststrook de met bako-bako en nipa begroeide moerassen van de zee scheidde. Menige ondiepe kreek moest echter ook hier doorwaad worden doch ons schoeisel droogde spoedig genoeg op in het verschroeiende zand, waar de heete zonnestralen ongebroken en bijna loodrecht op brandden. De zon begon namelijk langzamerhand in het zenith te staan en het duurde dan ook niet lang meer of donkerbruine natte plekken begonnen zich op onze kakipakken te vertoonen zoodat de veldflesschen duchtig werden aangesproken. De geweren begonnen zwaar te worden op den langen duur, maar we zouden ze nog noodig hebben. Dicht bij een mangroveboschje zaten op het strand een heele zwerm snippen, om begrijpelijke redenen in jagerskringen krombekken genoemd. Zijn die dieren palen van onze woonplaats nog heel schuw, omdat er maar al te vaak een schot valt, dat hen geldt, hier konden we ze, gedekt door wat ruigte, tot op een 25 meter besluipen en een salvo van drie schoten bezorgde ons een vijftiental smakelijke boutjes, smakelijker dan "Tieleman en Dros, c. s.".
Na de Denoangrivier overgestoken ie zijn in een zoogenaamde lepa-lepa, een uiterst labiel vaartuigje van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.