Reis in Nepal | Page 4

Gustave le Bon
land aan de zuidzijde omgorden, strekt zich een breede moerassige woudstrook uit, de Tera?, waarvan de miasmen gedurende het grootste gedeelte van het jaar voor de menschen doodelijk zijn. Aan gene zijde van dit noodlottig moeras verrijzen de geweldige bergmassaas van de Himalaya, die op sommige plaatsen een loodrechten muur vormen, welken men alleen kan overklimmen langs zeer steile paden van ettelijke duimen breedte, die in den bergwand zijn uitgehouwen. Aan de noordzijde, aan den kant van Thibet, is de toegang niet minder moeilijk.
Al de voornaamste steden van Nepal, en daaronder de hoofdstad Khatmandoe, liggen bij elkander in eene vallei, die men het best vergelijken kan bij eene reusachtige badkuip, waarvan de wanden door het Himalaya-gebergte worden gevormd. De lengte dier vallei bedraagt dertig, en hare breedte twintig kilometer; deze streek wordt door de inwoners bij voorkeur de vallei van Nepal genoemd. Zij is het eenige beschaafde en regelmatig bebouwde gedeelte des lands. De bergen die haar omringen en als een diadeem van sneeuwtoppen om haar vlechten, zijn de hoogste van de geheele Himalayaketen; daaronder behoort ook de Gaurisankar of Mount-Everest, die eene hoogte bereikt van achtduizend-achthonderd-veertig el: dat is ongeveer dubbel de hoogte van den Mont-Blanc. Waar ge u in de vallei bevindt, overal wordt uw oog getrokken door dien reuzenberg, nog nimmer door eens menschen voet betreden.--Waarschijnlijk was de vallei van Nepal in vroeger tijd een meer. De bovenste aardlaag bestaat uit alluvium, gevormd door het puin van de omringende rotsen en voor een deel samengesteld uit zandsteen en graniet. De hypothese dat de vallei weleer met water was bedekt, vindt hare bevestiging in de overoude traditie, volgens welke zich vroeger hier een meer bevond. Een god kloofde met zijn zwaard den berg, die aan de zuidzijde de afstrooming van liet water tegenhield, en zoo werd de kom droog.
De vallei van Nepal is ook het eenige gedeelte van het land, dat ons bekend is. Geen enkel Europeaan, de engelsche gezant te Khatmandoe zoo min als een ander, mag de grenzen dezer vallei overschrijden. Toen de engelsche generale staf, voor de voltooiing van den atlas van Indi?, kaarten van Nepal wilde laten maken, was men verplicht, hindoesche pandits daarheen te zenden, die onder verschillende vermommingen het land doortrokken; maar de uitkomsten van hun onderzoek waren vrij onbevredigend, en de met die gegevens vervaardigde kaart is dan ook alles behalve volledig.
Uithoofde van hare hooge ligging, op ongeveer dertienhonderd meter, en van de geweldige bergen die haar als een wal omringen, heeft de vallei een heerlijk gematigd klimaat en een zeer weelderigen plantengroei. De zachte verkwikkende temperatuur, de schoonheid van het land, het schilderachtig voorkomen der steden maken Nepal tot een van de aangenaamste, uitlokkendste streken van Hindostan. Men heeft hier geen hinder van die geweldige overgangen van temperatuur, die afwisselingen van hitte, regen en droogte, die het verblijf in de andere indische landen voor Europeanen zoo onaangenaam en zoo ongezond maken. De zomer is nooit overmatig warm, en de winter nooit erg koud. In de maand Januari heb ik, hoewel in een tent verblijf houdende, alleen des nachts een weinig van koude te lijden gehad.
Aan dit zachte klimaat dankt Nepal ook zijne rijke, altijd bloeiende en groeiende plantenwereld, ik heb hier, in Januari, sommige rozensoorten in de open lucht zien bloeien. Orchidee?n, begonias, rhododendrons verkwikken overal het oog van den wandelaar. De berghellingen zijn ter halver hoogte met dichte bosschen van prachtig naaldhout bekleed. De bewoners verbouwen koren, gierst, rijst, mosterd, safraan, ananassen, gember, aardappelen, suikerriet, enz. Vruchtboomen vindt men hier in groote menigte, met name citroenen, appelen, abrikozen, perziken, oranjeappelen, die geheele bosschages vormen, waartusschen de dorpen schilderachtig wegschuilen.--De fauna van Nepal is niet minder rijk dan zijne flora, maar zij is vooral rijk in schadelijk gedierte. In geen enkel ander land van Indi? vindt men zooveel verscheurende dieren. Luipaarden, tijgers, rhinocerossen en slangen zijn buitengemeen talrijk. De eersten bevolken de jungles op alle bergen en aarzelen niet, een mensch aan te vallen, maar richten toch voornamelijk groote verwoestingen onder het vee aan. De Nepaleezen zijn overigens niet bang voor deze gevaarlijke gasten: wanneer zij hen op klaar lichten dag ontmoeten, gaan zij hun soms met een eenvoudig jachtmes te lijf. Wilde olifanten huizen in grooten getale in den Tera?, aan den voet van de Himalaya. De meeste olifanten, die men in elders in Hindostan voor verschillende diensten gebruikt, zijn van hier afkomstig. Ten gevolge van de schaarschte aan weilanden, heeft de veestapel in Nepal niet veel te beteekenen. Buffels, schapen, geiten, worden uit Thibet ingevoerd. Daarentegen is het land zeer rijk aan gevogelte, dat men over dag vrij door de rijstvelden laat omdolen om zijn voedsel te zoeken, en tegen den avond naar huis drijft.

Zoodra ik mij behoorlijk had ge?nstalleerd in de tent, die de engelsche gezant voor mij had laten opslaan, maakte ik een begin met mijne
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 26
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.